Klokken in Nederland: Overnachtingen in kloosters voor rust en inspiratie
juli 11, 2025
In Nederland is het aantal huishoudens met kinderen een belangrijk onderwerp voor zowel beleidsmakers als onderzoekers. De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat de samenstelling van gezinnen in de afgelopen jaren is veranderd. De stijging van ongehuwde paren, de toename van eenoudergezinnen en de verdeling over regio’s vormen de kern van de huidige trends. In dit artikel worden de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen uitgebreid besproken, met aandacht voor de verdeling per type gezin, leeftijd van de kinderen, en de invloed van regio’s op de huishoudens.
In 2024 zijn er ruim 2,6 miljoen huishoudens met thuiswonende kinderen in Nederland, waaronder ruim 1,8 miljoen met een jongste kind onder de 18 jaar. Het aantal gehuwde paren met thuiswonende kinderen bedraagt ruim 1,5 miljoen, wat in de meerderheid is. Het aandeel ongehuwde paren met kinderen is daarentegen toegenomen. In 2004 was circa 9 procent van de gezinnen ongehuwde paren met kinderen, terwijl dit in 2024 bijna 18 procent is. Dit wijst op een opvallende stijging van het aantal ongehuwde relaties met kinderen.
De verdeling per type gezin is als volgt:
De stijging van het aandeel eenoudergezinnen is ook opvallend. In 2004 was circa 17 procent van de gezinnen een eenoudergezin, terwijl dit in 2024 is gestegen naar circa 23 procent. Dit duidt op een groei in het aantal eenoudergezinnen, met name onder de jongere generatie.
De leeftijd van de kinderen is belangrijk om te begrijpen hoe huishoudens met kinderen zijn opgebouwd. In 2024 zijn er 1,3 miljoen huishoudens waarin het jongste kind jonger is dan 12 jaar, en 563.000 huishoudens waarin het jongste kind tussen 12 en 18 jaar is. Daarnaast zijn er 356.000 eenouderhuishoudens met minderjarige kinderen.
De verdeling per leeftijd is als volgt:
In de meeste huishoudens met kinderen zijn er twee kinderen. Onder de gehuwde paren is dit 44 procent, en onder de ongehuwde paren is dit 45 procent. Bij eenoudergezinnen heeft de meerderheid (bijna 62 procent) één kind.
De verdeling van huishoudens met kinderen is niet gelijk over het hele land. In Noord-Nederland zijn er 246.394 huishoudens met kinderen, terwijl dit in Zuid-Nederland 542.038 is. In West-Nederland zijn er 1,257 miljoen huishoudens met kinderen, wat het grootste deel van het land vertegenwoordigt. De regio’s spelen dus een cruciale rol in de verdeling van huishoudens met kinderen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verdeling per regio:
Regio | Totaal huishoudens met kinderen | 1 kind | 2 kinderen | 3 of meer kinderen |
---|---|---|---|---|
Noord-Nederland | 246.394 | 104.023 | 103.747 | 38.624 |
Oost-Nederland | 559.084 | 225.758 | 236.057 | 97.269 |
West-Nederland | 1.257.256 | 545.621 | 510.713 | 200.922 |
Zuid-Nederland | 542.038 | 237.015 | 230.328 | 74.695 |
Deze cijfers laten zien dat West-Nederland het grootste deel van de huishoudens met kinderen vertegenwoordigt. Dit kan te maken hebben met de bevolkingsdichtheid en het aantal gezinnen in deze regio.
De afgelopen twintig jaar is het aantal gezinnen met kinderen in Nederland toegenomen met ruim 122.000. Hierbij neemt het aantal ongehuwde paren met kinderen geleidelijk toe, terwijl het aantal gehuwde paren met kinderen daarentegen afneemt. Van het totaal aantal gezinnen met thuiswonende kinderen ging het in 2004 om circa 74 procent gehuwde paren. In 2024 is dit percentage gedaald naar 59 procent van alle huishoudens met thuiswonende kinderen.
De stijging van het aantal ongehuwde paren met kinderen is dus opvallend, en dit wijst op een verandering in de samenstelling van gezinnen. Het aantal eenoudergezinnen neemt eveneens toe. In 2004 was circa 17 procent van de gezinnen een eenoudergezin, terwijl dit in 2024 is gestegen naar circa 23 procent.
Een complex gezinsverband wordt gedefinieerd als een situatie waarin kinderen opgroeien met één of twee stiefouders, stiefbroers of -zussen of halfbroers of -zussen. In 2017 groeide ruim een half miljoen minderjarige kinderen op in een complex gezinsverband. Dit is 16 procent van de ruim 3,4 miljoen minderjarige kinderen. Twintig jaar eerder ging het om 10 procent van alle minderjarige kinderen.
Daarnaast woonde in 2017 van 21 procent van alle minderjarige kinderen de ouders niet meer bij elkaar. De ouders van deze kinderen waren gescheiden, hadden nooit samengewoond of een van de ouders was overleden.
De cijfers over huishoudens met kinderen in Nederland laten zien dat de samenstelling van gezinnen in de afgelopen jaren is veranderd. Het aantal ongehuwde paren met kinderen neemt toe, evenals het aantal eenoudergezinnen. De verdeling per regio en leeftijd van de kinderen is belangrijk om te begrijpen hoe huishoudens met kinderen zijn opgebouwd. De groei van het aantal gezinnen met kinderen in Nederland blijft een belangrijk onderwerp voor beleidsmakers en onderzoekers.
De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat het aantal huishoudens met kinderen in Nederland is toegenomen, met name onder ongehuwde paren en eenoudergezinnen. De verdeling per regio, leeftijd van de kinderen en het aantal complexe gezinsverbanden zijn belangrijke factoren die het beeld bepalen. Deze informatie kan helpen bij het opstellen van beleid en het begrijpen van de huidige trends in de samenleving.