Hoeveel kinderen met een verstandelijke beperking wonen er in Nederland?

Inleiding

In Nederland wonen veel kinderen met een verstandelijke beperking, maar de precieze hoeveelheid is lastig te bepalen. Er zijn verschillende schattingen gedaan, die variëren op basis van de gemaakte definitie en de gebruikte bronnen. Het Landelijk Kenniscentrum LVB schat dat ongeveer 1,1 miljoen mensen met een licht verstandelijk beperking (LVB) in Nederland wonen. Dit is een ruwe schatting, aangezien er geen exacte cijfers zijn over de hoeveelheid mensen met een LVB. De precieze omvang van de doelgroep is om verschillende redenen niet bekend, waaronder het feit dat veel mensen met een LVB hun beperking verbergen of niet herkend worden. Bovendien is er geen eenduidige definitie voor een licht verstandelijke beperking, wat het moeilijk maakt om een exact aantal te bepalen.

De hoeveelheid kinderen met een verstandelijke beperking

Er zijn verschillende schattingen gedaan over het aantal kinderen met een verstandelijke beperking in Nederland. De praktijkdefinitie, die in Nederland wordt gebruikt, is dat een licht verstandelijke beperking een IQ-tarief heeft tussen de 50 en 85. Er wordt geschat dat van de volwassenen met een IQ tussen de 50-70, 47% niet sociaal redzaam is. Bij volwassenen met een IQ tussen de 70-85 wordt dit op 30% geschat.

Een andere schatting die in de bronnen voorkomt, is dat er in Nederland ongeveer 440.000 mensen met een verstandelijke beperking zijn (IQ < 70). Van hen heeft een zesde (ca. 70.000 mensen) een ernstige verstandelijke beperking (IQ tot 50). Ongeveer 370.000 mensen hebben een lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 50 en 70). Bovendien is er een groep van ongeveer 700.000 mensen met een IQ tussen 70 en 85 en sociale redzaamheidsproblemen. Dit zijn schattingen die zijn gemaakt door het SCP (Stichting Centraal Bureau voor het Werk en de Arbeid) in 2019.

Een andere schatting die in de bronnen voorkomt, is dat er in Nederland ongeveer 2,3 miljoen mensen een IQ hebben tussen 70 en 85. Een deel van hen heeft zodanige sociale redzaamheidsproblemen dat ook zij toegang hebben tot de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Het SCP schat hun aantal in de Nederlandse bevolking op 730.000 in 2018. Deze schattingen zijn wel met de nodige onzekerheid omgeven.

De verdeling over leeftijdsgroepen

De verdeling van kinderen met een verstandelijke beperking over leeftijdsgroepen is ook van belang. Volgens de bronnen is er geen eenduidige definitie voor een licht verstandelijke beperking. De praktijkdefinitie die in Nederland wordt gebruikt, verschilt bijvoorbeeld van die in de DSM-5 (handboek voor psychiatrische diagnoses).

De praktijkdefinitie licht verstandelijke beperking of lichamelijk beperkt is: - IQ-score tussen 50 en 85; - Bijkomende problemen in het adaptief vermogen; - Problemen met het verwerken van informatie, het verplaatsen in iemand anders, het maken van langetermijnplannen, het onderhouden van relaties en het onder controle houden van emoties.

Deze definitie wordt vaak gebruikt voor het bepalen of een persoon een licht verstandelijke beperking heeft. De precieze leeftijdsgroep waarin kinderen met een verstandelijke beperking vallen, is niet eenduidig bepaald. Er zijn schattingen die aangeven dat er ongeveer 439.000 kinderen en jongeren een IQ-score van 50-85 hebben. 313.300 van hen hebben een licht verstandelijke beperking, inclusief beperkte sociale redzaamheid. 253.500 van hen hebben ook bijkomende problemen. Een veel kleiner aantal, namelijk ongeveer 14.000 kinderen en jongeren, heeft een zorgindicatie vanwege een licht verstandelijke beperking en gerelateerde problematiek.

De invloed van verstandelijke beperking op het leven

Een verstandelijke beperking bij de ouder in combinatie met stressvolle situaties thuis, kan ervoor zorgen dat het kind niet altijd de juiste zorg kan krijgen van de ouder. De ouder kan er bijvoorbeeld minder goed echt voor het kind zijn en het kind geven wat het nodig heeft, zoals sensitief reageren op het kind. Het is moeilijk een eenduidig beeld te geven over de precieze gevolgen van opgroeien bij ouders met een (licht) verstandelijke beperking. Elke situatie is verschillend en elk gezin is anders.

Bij kinderen met een verstandelijke beperking zijn er verschillende factoren die invloed kunnen hebben op hun levensomstandigheden. Er zijn verschillende niveaus van verstandelijke beperking. Mensen met een (licht) verstandelijke beperking hebben aanzienlijke beperkingen in hun cognitieve ontwikkeling en hun adaptieve vaardigheden. In Nederland gaan we uit van een licht verstandelijke beperking (lvb) bij een IQ-score tussen de 50 – 70 en bijkomende problemen in het adaptief vermogen. Mensen met een lvb zijn, vergeleken met mensen zonder lvb, minder goed in: - informatie verwerken - zich verplaatsen in iemand anders - langetermijnplannen maken en over de toekomst nadenken - relaties en vriendschappen onderhouden - hun emoties onder controle houden

In gezinnen met ouders die een (licht) verstandelijke beperking hebben, is er vaak sprake van een stapeling van andere meervoudige, complexe problematiek. Denk aan armoede, verslaving, sociale isolatie en huiselijk geweld. Ouders hebben een grotere kans om traumatische ervaringen en psychische problemen te hebben. In combinatie met een (licht) verstandelijke beperking kan dit tot extra stress en opvoedingsproblemen leiden.

De rol van onderwijs en zorg

De rol van onderwijs en zorg is van groot belang bij kinderen met een verstandelijke beperking. In Nederland zijn er verschillende soorten onderwijs beschikbaar, waaronder het regulier onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs. De overheid zorgt voor passende zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking. De zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking moet ook in de toekomst mogelijk en betaalbaar zijn. En moet blijven passen bij wat mensen met een beperking nodig hebben. Het kabinet maakt daarom tot 2027 € 138 miljoen vrij voor de zorg en ondersteuning van mensen met een beperking.

Deelname aan het onderwijs is voor kinderen met een verstandelijke beperking van groot belang. Tabel 5 toont de onderwijsinschrijvingen van kinderen in de leerplichtige leeftijd (5 tot en met 15 jaar). Nagenoeg alle kinderen - met of zonder een beperking - staan ingeschreven in het bekostigd onderwijs (99 procent). Bij de groep kinderen met een verstandelijke beperking zien we dat een kleiner aandeel (93 procent) in het bekostigd onderwijs ingeschreven staat. Dat wil echter niet zeggen dat zeven procent van de kinderen met een verstandelijke beperking géén onderwijs volgt. Particulier onderwijs, thuisonderwijs en onderwijs in het buitenland vallen namelijk buiten het bekostigd onderwijs, en zijn niet in de tabel opgenomen.

Conclusie

In Nederland wonen veel kinderen met een verstandelijke beperking, maar de precieze hoeveelheid is lastig te bepalen. Er zijn verschillende schattingen gedaan, die variëren op basis van de gemaakte definitie en de gebruikte bronnen. Het Landelijk Kenniscentrum LVB schat dat ongeveer 1,1 miljoen mensen met een licht verstandelijk beperking (LVB) in Nederland wonen. Dit is een ruwe schatting, aangezien er geen exacte cijfers zijn over de hoeveelheid mensen met een LVB. De precieze omvang van de doelgroep is om verschillende redenen niet bekend, waaronder het feit dat veel mensen met een LVB hun beperking verbergen of niet herkend worden. Bovendien is er geen eenduidige definitie voor een licht verstandelijke beperking, wat het moeilijk maakt om een exact aantal te bepalen.

Bronnen

  1. Kinderen van ouders met een verstandelijke beperking
  2. Meting IVRPH-indicatoren 2020 - Indicatoren ten behoeve van de monitoring van het VN-verdrag handicap
  3. Verstandelijke beperking
  4. Mensen met een licht verstandelijke beperking
  5. Cijfers over licht verstandelijk beperkte jeugd
  6. Zorg voor mensen met een beperking
  7. LVB in de samenleving

Related Posts