Hotel Hallo: Een speelse manier om Nederlands te leren met veel plezier
juli 10, 2025
De gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, met name het deel dat betrekking heeft op West-Noord-Holland en Zuid-Holland, is een uitgebreid overzicht van de geschiedenis en ontwikkeling van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur. Deze gids vormt een deel van een vierdelige reeks, ontwikkeld door Uitgeverij De Hef in samenwerking met Wageningen Universiteit en Researchcentrum, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg Zeist en de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur. Het is de eerste inventarisatie van al het openbaar toegankelijke monumentale en culturele groen in Nederland, waarvan de archivering in vergelijking met de architectuur nog in de kinderschoenen staat. De gids geeft het eerste gepubliceerde overzicht van de geschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur van de Middeleeuwen tot heden als inleiding. Evenals in een architectuurgids wordt in deze gids vervolgens ruime aandacht besteed aan de ontwerpers en de ontwerpachtergronden van de beschreven locaties. Het totale project beoogt een bijdrage te leveren aan de bevordering voor de belangstelling voor en het inzicht in de tuin- en landschapsarchitectuur van Nederland.
De gids bevat bijna achttienhonderd locaties, zoals landgoederen, buitenplaatsen, kloostertuinen, botanische tuinen, parken, villaparken, tuindorpen, arboreta, rosaria, kruidentuinen, modeltuinen, heemtuinen, recreatieparken, pretparken, dierentuinen, groenstructuren, landschapsontwerpen, land-art en begraafplaatsen. De gids is rijk geïllustreerd en richt zich tot een breed publiek, van tuinliefhebbers die uitstapjes in de eigen omgeving willen maken tot kunsthistorici die de gids als naslagwerk willen gebruiken. Ook voor ontwerpers, restaurateurs van tuinen, landgoedbezitters en lokale overheden is deze gids een onmisbaar standaardwerk met zijn streekgerichte kunsthistorische inleiding, biografische gegevens van tuinontwerpers, verklarende woordenlijst en verschillende uitgebreide registers.
Het deel West van de gids omvat de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland. Deze regio’s bevatten een rijke verscheidenheid aan tuinen en landschappen, die elk hun eigen historische en culturele achtergrond hebben. De gids biedt een overzicht van de geschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur van de Middeleeuwen tot heden, met een uitgebreid overzicht van de ontwerpers en de ontwerpachtergronden van de beschreven locaties.
De geschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur reikt terug tot de Middeleeuwen. In die tijd waren tuinen en landschappen vooral functioneel van aard, gericht op de productie van voedsel en kruiden. Pas in de late middeleeuwen en in de vroege moderne tijd begon de tuin- en landschapsarchitectuur een meer esthetische en symbolische functie te krijgen. De 17e-eeuwse tuinen, zoals de tuinen van het Paleis Huis ten Bosch in Den Haag, tonen de invloed van de Franse en Spaanse tuinarchitectuur. In de 18e en 19e eeuw ontstonden er nieuwe stijlen, waaronder de Engelse tuinarchitectuur, die een meer natuurlijke en landschappelijke uitstraling had.
In de 20e eeuw veranderde de tuin- en landschapsarchitectuur weer. De moderne architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur kregen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de tuin. Dit is ook te zien in het boek "Het kunstmatig landschap" van Hans Ibelings, dat een overzicht geeft van de hedendaagse architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur in Nederland.
De regio Noord-Holland en Zuid-Holland bevat een aantal belangrijke tuinen en landschappen. De tuinen van het Paleis Huis ten Bosch in Den Haag zijn een voorbeeld van de 17e-eeuwse tuinarchitectuur. De tuin van het Paleis Huis ten Bosch is een van de mooiste en meest bekende tuinen van Nederland, met een rijke collectie planten en een indrukwekkend interieur. De tuin is ook een populair bezienswaardigheid voor bezoekers uit binnen- en buitenland.
In Zuid-Holland zijn er ook diverse interessante tuinen. De tuin van het Paleis Loo in Apeldoorn is een ander voorbeeld van de 17e-eeuwse tuinarchitectuur. De tuin is ontworpen door de Franse tuinarchitect Pierre Le Mòulins en is een van de mooiste en meest bekende tuinen van Nederland. De tuin van het Paleis Loo is ook een populair bezienswaardigheid voor bezoekers uit binnen- en buitenland.
De gids bevat ook biografische gegevens van tuinontwerpers, waaronder hun levensloopbaan, werk en invloed op de tuin- en landschapsarchitectuur. De biografische gegevens zijn belangrijk voor het begrijpen van de ontwikkeling van de tuin- en landschapsarchitectuur in Nederland.
De gids bevat ook een verklarende woordenlijst, die helpt bij het begrijpen van de technische termen en begrippen die in de tuin- en landschapsarchitectuur worden gebruikt. De verklarende woordenlijst is van groot nut voor studenten, onderzoekers en professionelen in het vakgebied.
De gids bevat ook verschillende uitgebreide registers, waaronder een register van de beschreven locaties, een register van de tuinontwerpers en een register van de begrippen. Deze registers zijn van groot nut voor het zoeken en vinden van informatie in de gids.
De gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, met name het deel dat betrekking heeft op West-Noord-Holland en Zuid-Holland, is een uitgebreid overzicht van de geschiedenis en ontwikkeling van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur. De gids bevat bijna achttienhonderd locaties, waaronder landgoederen, buitenplaatsen, kloostertuinen, botanische tuinen, parken, villaparken, tuindorpen, arboreta, rosaria, kruidentuinen, modeltuinen, heemtuinen, recreatieparken, pretparken, dierentuinen, groenstructuren, landschapsontwerpen, land-art en begraafplaatsen. De gids is rijk geïllustreerd en richt zich tot een breed publiek, van tuinliefhebbers die uitstapjes in de eigen omgeving willen maken tot kunsthistorici die de gids als naslagwerk willen gebruiken. Ook voor ontwerpers, restaurateurs van tuinen, landgoedbezitters en lokale overheden is deze gids een onmisbaar standaardwerk met zijn streekgerichte kunsthistorische inleiding, biografische gegevens van tuinontwerpers, verklarende woordenlijst en verschillende uitgebreide registers.