De beste uitstapjes van Nederland in de serie “Nederland Ontdekt”
juli 8, 2025
De aanschaf van een fiets van de zaak is voor veel werkgevers een gunstige maatregel om werknemers te motiveren en te ondersteunen bij hun woon-werkverkeer. In Nederland is de fiets een veelgebruikt vervoermiddel, en de belastingdienst biedt specifieke regels aan voor de btw-aftrek bij aanschaf van een fiets van de zaak. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van de btw-aftrek bij het kopen van een fiets van de zaak besproken, met name de voorwaarden, de maximale hoeveelheid die kan worden aangemerkt als aftrekpost, en het verschil tussen zakelijk en privégebruik.
Voorwaarden voor btw-aftrek bij een fiets van de zaak
De btw-aftrek bij aanschaf van een fiets van de zaak is onderworpen aan een aantal voorwaarden. De Belastingdienst heeft in het kader van de Besluit Uitsluitend Aftrek (BUA) regels opgesteld die bepalen onder welke omstandigheden een werkgever de btw van de aanschaf van een fiets van de zaak mag aftrekken.
De belangrijkste voorwaarden zijn:
- Eerste aanschaf: De werkgever mag in één kalenderjaar en de twee voorafgaande jaren geen fiets hebben verstrekt of ter beschikking gesteld aan de werknemer.
- Gebruik voor woon-werkverkeer: De werknemer moet de fiets gedurende drie jaren voor meer dan de helft van het aantal werkdagen gebruiken voor woon- en werkverkeer.
- Geen andere vergoeding: De wernemer mag geen andere vergoeding krijgen voor woon-werkverkeer, tenzij het voor 50% of meer van de reisdagen niet is voorzien in een vergoeding of ander vervoer dan de fiets.
- Geen eigen bijdrage: De werknemer mag geen eigen bijdrage betalen voor de fiets. Als er wel een bijdrrage is, dan is er sprake van een belaste prestatie en dient er btw te worden voldaan.
Deze voorwaarden zorgen ervoor dat de fiets een zakelijke aard heeft en daarmee de betaalde btw in aftrek kan worden genomen. Daarnaast is er een maximum bedrag dat mag worden aangemerkt als aftrekpost.
Maximaal mogelijke btw-aftrek
In de regeling van de BUA is bepaald dat maximaal € 129,99 btw aftrekbaar is, mits aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan. Dit geldt voor een fiets van maximaal € 749 (inclusief btw). Als de fiets duurder is dan € 749, dan kan maximaal € 129,99 van de btw in aftrek worden genomen.
Een voorbeeld is als een fiets € 1.500 kost, inclusief € 260 btw. Als de eigen bijdrage van de werknemer € 300 is, dan zijn de kosten voor de werkgever € 1.200. Dat is hoger dan € 749, van de aankoop btw is maximaal € 129,99 aftrekbaar. Als de eigen bijdrage € 1.200 is, dan kost de fiets € 300 voor de werkgever. Dan kan van de btw 21/121 x € 300 = € 52 btw in aftrek worden genomen.
Verschil tussen zakelijk en privégebruik
Bij de berekening van de btw-aftrek is het verschil tussen het zakelijke en het privégebruik van de fiets van groot belang. Als de fiets volledig zakelijk wordt gebruikt, dan kan de volledige btw worden aangemerkt als aftrekpost. Als de fiets ook voor privédoeleinden wordt gebruikt, dan is er sprake van gemengd gebruik. In dat geval wordt de btw alleen in aftrek genomen voor het deel dat zakelijk wordt gebruikt.
Voorbeeld: Een zakelijke fiets van € 1.000 exclusief 21% btw van € 210. Stel dat de fiets voor 50% aan privéritten wordt gebruikt, dan trek je bij je btw-aangifte 50% van € 210 = € 105 af van je voorbelasting.
Aanvullende regelingen voor werknemers
Voor werknemers is er ook een specifieke regeling, namelijk het fietsplan. Hierbij wordt de fiets als een voordeel beschouwd dat in het kader van de werkkostenregeling aan de werknemer wordt aangeboden. De waarde van de fiets wordt dan 7% van de adviesprijs (bijtelling), en dit bedrag wordt opgeteld bij het brutojaarsalaris van de werknemer. Over het bedrag van de bijtelling houdt men per aangiftetijdvak loonbelasting/premie volksverzekeringen in.
De werknemer betaalt dan een klein bedrag voor de fiets, terwijl de werkgever de resterende kosten draagt. Daarnaast kunnen ook leasekosten, reparaties en accessoires worden aangemerkt als aftrekposten, mits de fiets voor zakelijke doeleinden wordt gebruikt.
Btw-tarieven bij reparaties en onderhoud
Bij het repareren van fietsen is het belangrijk om het verschil tussen het lage en het hoge btw-tarief te begrijpen. Het lage tarief van 9% geldt voor de reparatie van (elektrische) fietsen, banden plakken inclusief het gebruikte plakmateriaal, preventief onderhoud, ondersteunend materiaal, zoals olie en vet, en het eventueel ophalen en terugbrengen van de fiets, mits het een bijkomende prestatie is bij de reparatie. Het hoge tarief van 21% geldt voor de verkoop van (elektrische) fietsen, fietsonderdelen en accessoires, en de reparatie van snorfietsen, bromfietsen en bromscooters.
Bij het factureren van reparaties moet men zorgvuldig zijn met het splitsen van levering en reparatie op de factuur, zodat de juiste btw-tarieven kunnen worden toegepast.
Conclusie
De aanschaf van een fiets van de zaak kan voor werkgevers en werknemers zowel praktisch als belastingwettig zijn. De Belastingdienst heeft hier specifieke regels voor opgesteld, waaronder een maximum bedrag dat mag worden aangemerkt als aftrekpost. Daarnaast is het belangrijk om het verschil tussen het zakelijke en het privégebruik van de fiets te begrijpen, aangezien dit de berekening van de btw-aftrek beïnvloedt. Ook deelname aan een fietsplan kan voordeel bieden, zowel voor de werkgever als de werknemer.