Camping met kleine kinderen in Nederland: De beste kindvriendelijke campings en tips
juli 8, 2025
De bevolkingsdichtheid van steden in Nederland is een cruciale factor bij het ontwerpen van steden en het plannen van woningbouw. De gegevens van verschillende bronnen laten zien dat de dichtheid van inwonens per vierkante kilometer aanzienlijk varieert per gemeente. Zo is de bevolkingsdichtheid van Den Haag, volgens gegevens van Waarstaatjegemeente.nl, met 6.827 inwoners per km² de hoogste in Nederland. Dit verschijnsel heeft gevolgen voor de ruimtelijke ordening, de infrastructuur en de leefbaarheid van stedelijke gebieden.
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer in Nederland is 529. Wat bevolkingsdichtheid betreft, is Wassenaar dus de meest modale gemeente van Nederland. De gemiddelde toename van de bevolkingsdichtheid in Nederland was in 2023 1,3%. Slechts 10 gemeenten lieten een daling zien ten opzichte van het jaar daarvoor. De enige uitzondering was de gemeente Heumen, waar het aantal inwoners per km² met 2% afnam. De bevolkingsdichtheid is een belangrijke factor bij het ontwerpen van steden en bij het bepalen van de grootte van een gemeente, de locatie van voorzieningen en de infrastructuur.
De hoogste bevolkingsdichtheid in Nederland wordt gevonden in de steden van de Randstad. Den Haag staat aan de top met 6.827 inwoners per km², gevolgd door Leiden (5.816 inwoners per km²) en Haarlem (5.662 inwoners per km²). De overige gemeenten hebben minder dan 5.000 inwoners per km². Zo heeft Amsterdam, dat op de vierde plaats staat, er 4.880. De laagste bevolkingsdichtheid is te vinden in de Waddeneilanden. Schiermonnikoog is de dunstbevolkte gemeente in Nederland met 23 inwoners per km², op de voet gevolgd door Vlieland (31 inwoners per km²). Schiermonnikoog en Vlieland zijn in vergelijking met 2022 wel de gemeenten waar de bevolkingsdichtheid het meest is toegenomen, met respectievelijk 8 en 4%.
Bevolkingsdichtheid speelt een niet te verwaarlozen rol bij stadsplanning. Een hoge bevolkingsdichtheid kan bijvoorbeeld leiden tot meer verkeersopstoppingen, terwijl een lage bevolkingsdichtheid kan leiden tot minder economische activiteit. Een snelle groei van de bevolking kan bij inwoners leiden tot zorgen over de leefbaarheid, omdat zij ervaren dat de voorzieningen, zoals scholen, sportverenigingen en groen achterblijven. De bevolkingsdichtheid is dus belangrijk bij het bepalen van de grootte van een gemeente, de locatie van voorzieningen en de infrastructuur.
Het CBS deelt alle inwoners van Nederland in naar stedelijkheidsklassen. Hierbij gaat het niet zozeer om ‘hoe groot de gemeente is’ waar men woont, maar om de adressen-dichtheid per vierkante kilometer. Iemand kan dus in een sterk verstedelijkt gebied wonen, terwijl het toch om een gemeente gaat van geringe omvang is. Andersom kan ook: iemand woont in een grote gemeente (bijvoorbeeld Utrecht) maar woont volgens de CBS-normering toch ‘weinig stedelijk’. Het CBS hanteert de volgende criteria voor de stedelijkheidsklassen:
De provincie Utrecht is sterker verstedelijkt dan Nederland gemiddeld. Voor Nederland als totaal geldt dat 24% van de bevolking zeer sterk stedelijk woont, 25% sterk stedelijk, 17% matig stedelijk, 17% weinig stedelijk en 17% niet stedelijk. De provincie Utrecht wijkt hierin af doordat zij relatief meer bewoners heeft die sterk stedelijk wonen (32% ten opzichte van 25% in heel Nederland) en relatief minder bewoners heeft die niet stedelijk wonen (9% ten opzichte van 17% in heel Nederland).
De bevolkingsgroei in Nederland is vooral sterk in Flevoland, de randgemeenten van de grote steden en in middelgrote steden als Amersfoort en Assen. Tussen 1995 en 2025 groeide de bevolking in 301 van de huidige 342 gemeenten. In 41 gemeenten lag het aantal inwoners op 1 januari 2025 lager dan op 1 januari 1995. De gemeenten waar het inwonertal gedaald is ten opzichte van 30 jaar geleden liggen vooral aan de randen van Nederland: in Zuid-Limburg, in het noorden van Friesland, in Noord- en Oost-Groningen, in de Achterhoek en in Zeeuws-Vlaanderen. De sterkste krimp vond plaats in de gemeente Eemsdelta in Groningen. Hier woonden in 2025 ruim 17 procent minder mensen dan in 1995. Ook in de Limburgse gemeenten Simpelveld, Kerkrade, Meerssen, Landgraaf en Gulpen-Wittem nam het aantal inwoners met meer dan 10 procent af.
De bevolkingsontwikkeling varieert per gemeente. In sommige gemeenten is sprake van groei, terwijl andere gemeenten te maken hebben met krimp. Bijvoorbeeld, in de gemeente Almere groeide het aantal inwoners met 13,6 procent. In de gemeente Schiermonnikoog nam het aantal inwoners met 4,1 procent af. De gemeente Vlieland had het grootste verlies met 34,3 procent. In de gemeente Zeewolde groeide het aantal inwoners met 16,6 procent. In de gemeente Terschelling groeide het aantal inwoners met 5,1 procent, maar had ook een daling van 15,3 procent in de buitenlandse migratie.
De bevolkingsdichtheid heeft een directe invloed op de woningbouw. In steden met een hoge bevolkingsdichtheid wordt er vaak op de manier gebouwd dat ruimte efficiënt wordt gebruikt. Dit kan leiden tot appartementswoningen, meerkamerwoningen en andere woonvormen die geschikt zijn voor een dichtbevolkt gebied. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de infrastructuur, zoals openbare vervoersverbindingen, winkels en scholen, die nodig zijn voor een groeiende bevolking.
De bevolkingsdichtheid van steden in Nederland is een cruciale factor bij het ontwerpen van steden en het plannen van woningbouw. De gegevens laten zien dat de dichtheid van inwonens per vierkante kilometer aanzienlijk varieert per gemeente. De hoogste bevolkingsdichtheid wordt gevonden in de steden van de Randstad, terwijl de laagste bevolkingsdichtheid voorkomt in de Waddeneilanden. De bevolkingsdichtheid is belangrijk bij het bepalen van de grootte van een gemeente, de locatie van voorzieningen en de infrastructuur. Bovendien heeft de bevolkingsdichtheid een invloed op de woningbouw en de leefbaarheid van stedelijke gebieden.