Bevolking van Nederland: groei, trends en invloed op stedelijke ontwikkeling
juli 7, 2025
Tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderde Nederland op veel manieren. De inval van Duitse troepen in mei 1940 leidde tot een snelle overgave en een vijfjarige bezetting. In die periode raakten verschillende steden zwaar beschadigd, waaronder Rotterdam, Middelburg en Amsterdam. Deze steden maakten deel uit van de belangrijkste strijtpalen en waren ook van belang voor de infrastructuur en het verzet. In dit artikel zullen we nader ingaan op de impact van de oorlog op deze steden, de gevolgen van bombardementen en het overlevende erfgoed.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er meerdere steden in Nederland waarin zware gevechten en bombardementen plaatsvonden. De meest betrokken steden waren Rotterdam, Middelburg en Amsterdam, maar ook Noord-Brabant speelde een rol in de strijd. Deze steden waren niet alleen belangrijk vanwege hun strategische ligging, maar ook vanwege hun rol in de infrastructuur en de verzetsactiviteiten.
De meest bekende bombardementen in Nederland vonden plaats in Rotterdam. Op 14 mei 1940 bombardeerde de Duitse luchtmacht het centrum van de stad. In een kwartier tijd vielen er 158 bommen van 250 kilo en 1.150 bommen van elk 50 kilo. Het bombardement leidde tot de vernietiging van 24.000 huizen en 80.000 burgers werden dakloos. Circa 900 mensen kwamen in de luchtvlucht om. Het bombardement was een van de grootste in de geschiedenis van Nederland en leidde tot de overgave van het land. De Duitsers dreigden met meer grote steden te bombarderen, waardoor het Nederlandse leger zich genoodzaakt zag om zich over te geven.
Middelburg was een ander belangrijk doelwit tijdens de oorlog. Op 17 mei 1940 werd het centrum van de stad gebombardeerd. Dit bombardement is in de geschiedenis vaak als "het vergeten bombardement" aangeduid. Het gevolg was dat veel gebouwen en huizen in vlammen opgingen. Het gebeurde tijdens de strijd in Zeeland, waar Nederlandse soldaten met Franse hulptroepen tot 17 mei vochten. Het bombardement op Middelburg had grote gevolgen voor de bevolking en het stadsbeeld.
In Amsterdam vond op 11 mei 1940 een bombardement plaats op de Amsterdamse Blauwburgwal. Hierbij vielen veertien huizen verloren en 44 dodelijke slachtoffers. Ook waren er gewonden. Het bombardement vond plaats nadat Duitse vliegtuigen bommen hadden gegooid, mogelijk na een aanval door Nederlands luchtafweergeschut. Dit gebeurde op een moment dat het land al in de greep van de Duitsers was.
De oorlog had een grote impact op de infrastructuur van Nederland, met name op de wegen, bruggen en waterwegen. Tijdens de bezetting bleven veel projecten doorgaan, waaronder de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal en de droogmaking van de Noordoostpolder. Deze projecten waren van groot belang voor de economische herstel en het transport.
Na de bezetting begon Rijkswaterstaat direct met het herstel van de vaarwegen en bruggen. Dit omvatte onder andere de Waalbruggen bij Nijmegen en Zaltbommel, de Rijnbrug bij Arnhem, de IJsselbrug bij Katerveer en de Maasbruggen bij Maastricht, Roermond en Venlo. De vaarroute voor het steenkoolvervoer over het Julianakanaal, de Maas en het Maas-Waalkanaal was van groot belang. Steenkool was een belangrijke brandstof voor opwekking van energie en nodig voor het herstel.
De droogmaking van de Noordoostpolder was een van de belangrijkste projecten tijdens de oorlog. Dit project kreeg een beschermde status, waardoor de Duitse bezetter het project met rust liet. Dit leidde ertoe dat de polder uitgroeide tot een vrijhaven voor onderduikers. Het project was van groot belang voor de landbouw en de economische herstel van het land.
Tijdens de bezetting speelde het verzet een belangrijke rol in Nederland. Er waren verschillende vormen van verzet, waaronder passief, actief niet-gewelddadig en gewelddadig verzet. Het actieve niet-gewelddadige verzet was de belangrijkste vorm. Dit omvatte onder meer de illegale pers, hulp aan onderduikers en inlichtingenwerk voor de Nederlandse regering in Londen.
In het Achterhoek waren tijdens de oorlog meer onderduikers ondergebracht dan elders in Nederland. Het gebied was geschikt voor onderduikactiviteiten door de overzichtelijke wegen en afgelegen boerderijen. Ook in andere regio’s zoals Aalten en Lichtenvoorde werden onderduikers opgenomen.
Het verzet gaf hulp aan onderduikers, waaronder Joden, Britse piloten en Arbeitseinsatz-weigeraars. Voorbeelden zijn Joop Levy, die zes jaar onderduikde op de boerderij van de familie Ebbers, en Mia Lelivelt, die haar vader hielp met het verzet. Ook werden Britse piloten en gevluchte krijgsgevangenen ondergebracht.
Tijdens de oorlog werden veel gebouwen en gebieden verwoest. In Rotterdam verloren de ‘In den Steenrotse’ en ‘De Gouden Sonne’ hun gebouwen, evenals het Oostindische Huis en het buurhuis ‘De Globe’. In Middelburg gingen vele gebouwen verloren, waaronder de St. Jorisdoelen en de Provinciale Bibliotheek. Deze gebouwen werden later hersteld, maar het verlies aan boeken en erfgoed was groot.
Na de oorlog werden veel gebouwen hersteld. De St. Jorisdoelen werd jaren later herbouwd op dezelfde plek. Ook de Provinciale Bibliotheek in het huis ‘De Dolfijn’ werd gerestaureerd. Delen van de gevel werden opgeslagen, maar kregen uiteindelijk een nieuwe bestemming. Het herstel van deze gebouwen was van groot belang voor het behouden van het culturele erfgoed.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakten verschillende steden in Nederland zwaar beschadigd. Rotterdam, Middelburg en Amsterdam waren belangrijke steden waarin zware gevechten en bombardementen plaatsvonden. De oorlog had ook grote gevolgen voor de infrastructuur, waaronder bruggen, vaarwegen en landwinning. Het verzet speelde een belangrijke rol in Nederland, met name in het Achterhoek en andere regio’s. Na de oorlog werden veel gebouwen hersteld, waardoor het culturele erfgoed behouden bleef.