De Mooiste Truck van Nederland 2021: Een overzicht van de winnaar en de categorieën
juli 8, 2025
De verdeling van opleidingsplekken voor arts-in-opleiding tot specialist (AIOS) in Nederland is in 2024 aanzienlijk aangepast. Dit heeft gevolgen voor de distributie van deze plekken over de verschillende opleidingsregio’s. In dit artikel wordt ingegaan op de wijzigingen in de verdelingsmethode, de impact op de regio’s en de reacties van betrokken partijen. De informatie is gebaseerd op de bronnen die in het onderstaande overzicht staan vermeld.
Aanpassing van de verdelingsmethode
In 2024 is er een nieuwe aanpak toegepast bij het verdelen van opleidingsplekken. Eerder werd voor de verdeling van opleidingsplekken rekening gehouden met het adherentiepercentage van opleidingsinstellingen. In de afgelopen jaren was het criterium 50% adherentie opleidingsinstellingen en 50% alle instellingen. Vanaf dit jaar is deze methode aangepast naar 100% adherentie alle instellingen. Dit betekent dat de verleende zorg van alle ziekenhuizen in een opleidingsregio even zwaar weegt.
Deze wijziging is ingevoerd op grond van een beslissing van het ministerie van Volksgezondheid, Toekomstige Generatie en Sport (VWS). De minister heeft de opdracht gegeven aan BOLS (Beroepen OpleidingsLijfprofielen) om de verdeling van opleidingsplekken anders aan te pakken. Hiermee wordt de regionale zorgvraag beter meegenomen in de berekening. Dit is een reactie op de wens van de Tweede Kamer om te gaan met regionale tekorten aan medisch specialisten.
Invloed op opleidingsregio’s
De nieuwe verdelingsmethode heeft voor verschillende opleidingsregio’s verschillende gevolgen. De regio Zuidwest-Nederland, waaronder Rotterdam, Breda en Tilburg, krijgt bijna twintig plekken extra. De regio Noordoost (Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en de kop van Flevoland) krijgt zelfs bijna dertig opleidingsplekken meer. De regio Noordwest-Nederland (regio Amsterdam) moet daarentegen ruim tien plekken inleveren.
Deze veranderingen hebben betrekking op de distributie van opleidingsplekken over het land. De regio’s met een hoger aantal plekken krijgen meer kans om artsen op te leiden, terwijl de regio’s met minder plekken harder moeten werken om de opleidingen te behouden.
Reacties van betrokken partijen
De verdeling van opleidingsplekken is niet onbelangrijk voor de betrokken partijen, waaronder De Jonge Specialist (DJS), Opleidingsregio’s en de Federatie Medisch Specialisten (FMS). De reacties zijn verdeeld.
De Jonge Specialist (DJS)
De Jonge Specialist is ontevreden over de nieuwe verdelingsmethode. Ze ziet het als een negatief gevolg voor de kwaliteit van de opleidingen. De zorgen zijn al eerder geuit in het voortraject met verschillende partijen. De Jonge Specialist maakt zich zorgen dat de verdeling de kwaliteit van de opleidingen kan beïnvloeden. Ze pleit voor een toewijzing op basis van de zorgvraag in de regio, wat volgens haar het meest logische en belangrijke principe is.
Opleidingsregio’s
De opleidingsregio Noordoost (OOR NO) is blij met de nieuwe verdeling. De regio profiteert van de grootte van het gebied, met in absolute aantallen veel patiënten. Volgens coördinator Aat van den Berg is de nieuwe methode logisch en belangrijk. Hij pleit voor toewijzing op basis van de zorgvraag in de regio, wat het meest logische en belangrijke principe is.
Federatie Medisch Specialisten (FMS)
De FMS vindt dat de prioriteit nu niet goed wordt gelegd. De door BOLS toegepaste methode van de afgelopen jaren was volgens de FMS het best mogelijke compromis. Ze verwachten dat de nieuwe grondslag onnodig veel gedoe zal geven, maar niets oplevert. De FMS vindt het niet goed dat de visie en opleidingsexpertise van de medisch specialisten die de opleiding verzorgen, niet wordt meegenomen bij het verdelen van de opleidingsplekken. Ze denken dat opleiders en hun wetenschappelijke verenigingen een belangrijke stem moeten hebben in dit proces ten behoeve van de kwaliteit van de opleiding.
Invloed op de kwaliteit van de opleidingen
De verdeling van opleidingsplekken heeft invloed op de kwaliteit van de opleidingen. In regio’s waar opeens meer aiossen komen, zal dit leiden tot een tekort aan stageplaatsen en minder exposure aan patiënten per aios. Op plekken waar minder aiossen komen, zullen de werk- en opleidingsdruk toenemen. Hetzelfde werk moet dan over minder aiossen worden verdeeld. Dan heb je misschien wel meer exposure, maar kom je minder aan verdieping toe.
De Jonge Specialist zegt dat het niet logisch is dat niet-opleidingsziekenhuizen en hun patiënten ‘waar je als aios niet mee in aanraking komt’ meetellen. Opleidingen worden bekostigd met geld van de belastingbetaler. Kijk waar je het beste kunt leren, daar is het geld voor.
Opleidingsplekken en werkgelegenheid
De verdeling van opleidingsplekken heeft ook invloed op de werkgelegenheid. In de regio’s waar meer aiossen komen, is er meer kans op een baan na de opleiding. In de regio’s waar minder aiossen komen, is de kans op een baan kleiner. Dit kan leiden tot een tekort aan arts-assistenten in bepaalde regio’s.
De minister heeft de opdracht gegeven aan BOLS om de verdeling van opleidingsplekken anders aan te pakken. Hiermee wordt de regionale zorgvraag beter meegenomen in de berekening. Dit is een reactie op de wens van de Tweede Kamer om te gaan met regionale tekorten aan medisch specialisten.
Conclusie
De verdeling van opleidingsplekken voor arts-in-opleiding tot specialist (AIOS) in Nederland is in 2024 aanzienlijk aangepast. De nieuwe methode zorgt voor een andere verdeling van de plekken over de verschillende opleidingsregio’s. De impact is groot, met name voor de regio’s die minder plekken krijgen. De reacties van betrokken partijen zijn verdeeld. De nieuwe methode is een poging om de regionale zorgvraag te beter te meenemen in de verdeling van opleidingsplekken. De kwaliteit van de opleidingen is hierdoor beïnvloed. De verdeling van opleidingsplekken heeft ook invloed op de werkgelegenheid.