De leukste Duitse dorpen dichtbij Nederland
juli 8, 2025
De veiligheid bij het vervoer van gevaarlijke stoffen is in Nederland van groot belang. De regels en richtlijnen die hierbij horen, zijn gebaseerd op het ADR-verdrag (Accord relatif au transport des marchandises dangereuses par route), dat internationaal is aangesloten en van toepassing is in meer dan 50 Europese landen. In Nederland is het vervoer van gevaarlijke stoffen onderworpen aan specifieke regels, waaronder het bepalen van routes, het toepassen van tunnelcategoriën, en het naleven van veiligheidsmaatregelen. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van ADR-routes in Nederland behandeld, met aandacht voor de regels, beperkingen, en maatregelen die van toepassing zijn.
Het ADR-verdrag is een internationaal overeenkomstverdrag dat specifieke eisen stelt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per weg. In Nederland is het vervoer van dergelijke stoffen onderworpen aan de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs), die de praktijk van het ADR in het land regelt. Daarnaast is er het Basisnet, een systeem dat de veiligheid van omwonenden langs de routes van gevaarlijke stoffen bescherm. Het Basisnet stelt vast welke routes veilig zijn en bepaalt de risicogrenzen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Volgens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen zijn gemeenten en provincies verantwoordelijk voor het aanwijzen van routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit gebeurt via het VLG (Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen). De regels zijn duidelijk: bepaalde stoffen moeten bepaalde routes volgen, en afwijkingen zijn alleen toegestaan met een ontheffing van de betreffende gemeente.
Een belangrijk onderdeel van het ADR-systeem is de indeling van tunnels in categorieën A tot en met E. Deze categorieën bepalen welke gevaarlijke stoffen er door een bepaalde tunnel mogen worden vervoerd. De indeling is gebaseerd op het risico dat een explosie of brand met gevaarlijke stoffen met zich meebrengt. De categorieën luiden als volgt:
In Nederland is er geen categorie B-aangewezen, wat betekent dat er geen tunnels zijn die beperkingen opleggen aan het vervoer van stoffen die een grote ontploffing kunnen veroorzaken. De keuze voor een specifieke tunnelcategorie wordt bepaald door het belang van de tunnel in het verkeersnetwerk en de beschikbaarheid van alternatieve routes voor vervoerders van gevaarlijke stoffen.
In Nederland zijn verschillende tunnels geclassificeerd op basis van hun categorie. Hieronder volgt een overzicht van enkele van de bekendste tunnels en hun categorieën:
In de praktijk betekent dit dat gevaarlijke stoffen in categorie A-tunnels vrijelijk mogen worden vervoerd, terwijl in categorie E-tunnels alleen bepaalde stoffen mogen worden vervoerd. Bijvoorbeeld de Arenatunnel, die onder een voetbalstadion ligt, is geclassificeerd als categorie E vanwege het mogelijke risico op veel slachtoffers.
Er zijn verschillende beperkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, waaronder het gebruik van bepaalde routes, het vervoer in tanks of in colli, en het gebruik van bepaalde categorieën. Voor bepaalde stoffen gelden beperkingen op laden of lossen op andere locaties dan bij afzender of ontvanger. Bijvoorbeeld het laden of lossen van klasse 1 stoffen of vuurwerk van UN0336/0337 > 20 kg vereist toezicht.
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen is het ook belangrijk om rekening te houden met de regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in tunnels. Volgens de regels van het ADR mag een stof die niet door een categorie B-tunnel vervoerd mag worden, ook niet door een categorie C, D en E-tunnel worden vervoerd. Dit geldt ook voor het vervoer van stoffen in tanks of in colli.
In Nederland geldt voor bepaalde gevaarlijke stoffen een zogenaamde routeplicht. Dit betekent dat gemeenten binnen hun gemeentegrens routes kunnen aanwijzen die verplicht gevolgd moeten worden bij het vervoer van sommige gevaarlijke stoffen. Voor provincies geldt de verplichting om voor het doorgaande vervoer van alle gevaarlijke stoffen op hun, of bij waterschappen in beheer zijnde wegen een netwerk aan te wijzen.
De routeplichtige stoffen zijn vastgelegd in het VLG. De gemeenten en de provincies zijn verantwoordelijk voor het aanwijzen van de route gevaarlijke stoffen. Ze moeten dit vastleggen en officieel bekend maken in de Staatscourant. Voor een overzicht van de routes kan contact worden opgenomen met de betreffende gemeente.
Als de stof routeplichtig is, is het niet toegestaan om af te wijken van de vastgestelde route gevaarlijke stoffen. Dit is alleen toegestaan als de gemeente hiervoor ontheffing aan het bedrijf heeft verleend.
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn er verschillende veiligheidsmaatregelen van toepassing. Bijvoorbeeld:
Het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland is onderworpen aan strikte regels en richtlijnen, die zijn vastgelegd in het ADR-verdrag en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs). De indeling van tunnels in categorieën A tot en met E speelt hierbij een cruciale rol, omdat deze bepaalt welke stoffen er door welke tunnels mogen worden vervoerd. De regels zijn gericht op het beperken van het risico op ongelukken en het beschermen van de bevolking. Bovendien zijn er regels voor het aanwijzen van routes, het vervoer in tanks of in colli, en het naleven van veiligheidsmaatregelen. De combinatie van deze regels zorgt ervoor dat het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland veilig en overzichtelijk verloopt.