Nederlandse Miljardairs en hun Invloed op de Buitenruimte
juli 7, 2025
In Nederland is het fietsen een van de meest gebruikte vervoermiddelen, zowel voor werk- en reisdoeleinden als voor recreatie. Het aantal vrije tijdsfietsers neemt de afgelopen jaren sterk toe, vooral door de opkomst van elektrische fietsen. Volgens diverse onderzoeken en rapportages zijn er vele cijfers en trends die het gedrag en de voorkeuren van Nederlandse fietsers in de vrije tijd bepalen. In dit artikel worden de belangrijkste cijfers, trends en toekomstige verwachtingen van het aantal vrije tijdsfietsers in Nederland besproken.
Recreatief fietsen is in Nederland een van de populairste vrijetijdsbestedingen. Volgens het onderzoek van de ANWB is het aantal recreatieve kilometers in 2020 met 30% toegenomen ten opzichte van 2019, wat wijst op een sterke toename van het aantal vrije tijdsfietsers. De ANWB onderzocht eind 2021 samen met Fietsersbond en Fietsplatform de recreatieve fietsmogelijkheden in Nederland. De uitkomsten van dit onderzoek wijzen erop dat het aantal fietsers in de vrije tijd stijgt, met name onder jongeren en e-fietsgebruikers.
De stijging van het aantal vrije tijdsfietsers wordt vooral beïnvloed door de opkomst van de elektrische fiets. In 2021 was meer dan de helft van het aantal verkochte fietsen een e-fiets, wat opmerkelijk is in vergelijking met 2016, toen het gebruik van een e-bike op 32% lag. De ANWB ziet een toename van het e-bike-gebruik onder alle leeftijden. Dit suggereert dat het aantal vrije tijdsfietsers vooral door de e-fiets is gestegen.
Het aantal vrije tijdsfietsers varieert per leeftijdsgroep. Volgens de data van het CBS is het aantal fietsverplaatsingen van personen van 6 jaar of ouder in 2023 gemiddeld 266 keer per persoon. Daarnaast fietste een persoon gemiddeld 1065 kilometer per jaar en deed daar 96 uur over. Dit geeft een beeld van hoe vaak Nederlanders in hun vrije tijd op de fiets zitten.
Bij jongeren is het aantal vrije tijdsfietsers het grootst. In 2020 fietsten 12- tot 18-jarigen het vaakst op de fiets, namelijk 1,5 keer per dag. Ook legden ze met gemiddeld 6,2 kilometer per dag de langste afstand af. Dit suggereert dat jongeren in hun vrije tijd het meeste fietsen. Daarnaast is het aantal e-fietsgebruikers onder jongeren aanzienlijk toegenomen sinds 2019, wat ook bijdraagt aan de toename van het aantal vrije tijdsfietsers.
Oudere Nederlanders fietsten minder vaak dan jeugdigen, maar als zij op pad gingen, legden ze relatief veel kilometers af. In 2020 fietsten 65- tot 75-jarigen gemiddeld 3,42 kilometer per persoon per dag, wat in vergelijking met 2019 een stijging is. Mensen van 75 jaar of ouder fietsten met 2,24 kilometer per week de minste kilometers, maar dit is in de afgelopen jaren stabiel gebleven.
Het aantal vrije tijdsfietsers wordt ook beïnvloed door het doel waarvoor ze fietsen. Volgens de data van het CBS is 70 procent van alle fietsverplaatsingen korter dan 3,7 kilometer. Het vaakst wordt op de fiets gestapt om boodschappen te doen en te winkelen, en voor uitgaan, sport en hobby. Ook het grootste deel van de kilometers op de fiets (40 procent) werd afgelegd om te toeren en te wandelen en voor het doel uitgaan, sport en hobby.
De meeste tijd wordt op de fiets doorgebracht voor recreatieve doeleinden zoals toeren en wandelen en uitgaan, sport en hobby. Van de bijna 16 minuten fietsen op een dag werd bijna de helft van de tijd (46 procent) besteed aan een recreatief doel. Dit wijst erop dat het aantal vrije tijdsfietsers vooral gericht is op recreatie en beweging.
De opkomst van de elektrische fiets heeft een grote invloed gehad op het aantal vrije tijdsfietsers. In 2022 fietsten Nederlanders minder vaak dan in 2019, maar legden wel grotere afstanden af per rit. Een gemiddelde e-fietsrit was 5,6 kilometer lang, tegen 3,2 kilometer voor de gewone fiets. Een gemiddelde rit naar onderwijs met een e-fiets was 7,4 km tegen 2,9 km voor de gewone fiets.
De groei van e-fietsen is vooral zichtbaar bij de jongere leeftijdsgroepen. Nederlanders onder 12-24 jaar zijn bijna verdrievoudigd sinds 2019, terwijl de toename onder 70-plussers slechts 18 procent was. Dit suggereert dat het aantal vrije tijdsfietsers vooral toegenomen is bij jongeren, dankzij de e-fiets.
Het aantal vrije tijdsfietsers verschilt per regio. Volgens de data van het CBS is het aantal fietsverplaatsingen in Leiden het grootst, met 44 procent van het totaal aantal verplaatsingen in de stad. Utrecht heeft met 42 procent het grootste aandeel van de vier grote steden, terwijl Rotterdam met 26 procent het kleinste is. Dit wijst erop dat het aantal vrije tijdsfietsers vooral in grote steden groter is, maar dat er ook grote variatie is tussen de verschillende regio’s.
De toekomst van het aantal vrije tijdsfietsers in Nederland lijkt positief. Het KiM verwacht dat het totaal aantal fietskilometers in 2023 7,5 procent hoger is dan in 2019 en in 2028 twintig procent hoger. De groei komt vooral door de elektrische fiets: daarvan is de verwachting dat het aantal fietskilometers met 132 procent ruim verdubbelt ten opzichte van 2019. Het gebruik van de gewone fiets zal juist met 15 procent dalen en vanwege de opmars van de elektrische fiets verwacht het KiM dat het gebruik van de gewone fiets nooit meer boven het niveau van 2019 uitkomt.
De toename van het aantal vrije tijdsfietsers is dus vooral te verwachten door de opkomst van de e-fiets, en het aantal vrije tijdsfietsers zal vooral stijgen in de jaren die komen.
Het aantal vrije tijdsfietsers in Nederland is de afgelopen jaren sterk toegenomen, vooral door de opkomst van de elektrische fiets. Volgens verschillende onderzoeken en rapportages is het aantal fietsers in de vrije tijd toegenomen, met name bij jongeren. De verdeling per leeftijdsgroep, doel en regio toont aan dat het aantal vrije tijdsfietsers sterk varieert. De toekomst van het aantal vrije tijdsfietsers lijkt positief, met een verwachting van een sterke toename vanwege de e-fiets. De toekomstige ontwikkelingen van het aantal vrije tijdsfietsers zullen vooral bepaald worden door de opkomst van de elektrische fiets en de voorkeuren van Nederlanders voor recreatieve fietsactiviteiten.