Winterse Beleving in Zwitserse Steden: Zürich en Omstreken
november 24, 2025
Nederland trekt jaarlijks miljoenen bezoekers aan, zowel binnenlandse als internationale toeristen. De toerismesector genereert aanzienlijke bestedingen die een belangrijke bijdrage leveren aan de economie. Vorig jaar bedroegen de totale bestedingen door toeristen 105 miljard euro, een stijging van 14 procent ten opzichte van 2022, met een reële groei van 8,6 procent na inflatiecorrectie. Deze uitgaven omvatten zowel Nederlandse als buitenlandse bezoekers en vinden voornamelijk plaats in sectoren zoals accommodatie, eten en drinken, vervoer en entertainment. In populaire steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht gaat gemiddeld 60 procent van de uitgaven naar verblijf en horeca. De culturele sector profiteert sterk, met attracties zoals het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum en de Keukenhof die miljoenen bezoekers trekken. Dit artikel belicht de bestedings patronen op basis van beschikbare cijfers, met aandacht voor totale volumes, verdelingen per sector, regionale verschillen en trends bij Nederlandse consumenten.
De toerismesector in Nederland heeft een totale omzet van 105 miljard euro gerealiseerd door bestedingen van zowel binnenlandse als internationale bezoekers. Nederlandse toeristen waren verantwoordelijk voor het grootste deel, ruim 65 miljard euro, terwijl buitenlandse toeristen ongeveer een derde bijdroegen, circa 35 miljard euro. Het resterende bedrag van ongeveer 5 miljard euro valt onder duurzame goederen en overige bestedingen, zoals kampeerspullen en caravans. Deze cijfers, afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), tonen een herstel na de coronacrisis. In 2020, het dieptepunt, bedroegen de uitgaven iets meer dan 53 miljard euro, terwijl in 2022 al 92 miljard euro werd uitgegeven.
De toegevoegde waarde van deze bestedingen, berekend als verschil tussen omzet en inkoopkosten, bedroeg 36,7 miljard euro, bijna op het niveau van 2019 voor de pandemie. Toerisme draagt momenteel 3,8 procent bij aan de Nederlandse economie, met een werkgelegenheidsaandeel van 5,4 procent. Voor 2024 wordt een gematigde groei verwacht van rond de 3 procent, met ongeveer 51 miljoen verblijfsgasten, volgens het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC). Deze veerkracht onderstreept de aantrekkingskracht van Nederland als bestemming.
Technologie faciliteert deze bestedingen, met platforms zoals Airbnb en Booking.com die het boeken van accommodaties en ervaringen vereenvoudigen. Bezoekers plannen en beheren hun uitgaven hierdoor efficiënter, passend bij hun voorkeuren en budget. In de populairste steden worden de grootste delen van het budget besteed binnen vier hoofdsectoren: accommodatie, eten en drinken, vervoer en entertainment, waaronder musea en attracties.
Toeristen besteden het grootste deel van hun budget in Nederland aan accommodatie, eten en drinken, vervoer en entertainment. In Amsterdam, Rotterdam en Utrecht gaat 60 procent van de uitgaven naar verblijf en horeca. De culturele sector profiteert significant, met grote attracties zoals het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum en evenementen als de Keukenhof die jaarlijks miljoenen bezoekers trekken. Deze bestedingen stimuleren de economie en creëren werkgelegenheid in culturele en ondersteunende sectoren.
In Amsterdam specifiek bedroeg het aantal dagbezoeken in 2024 bijna 27 miljoen. Er waren bijna 10 miljoen verblijfsbezoekers, die gemiddeld 2,36 nachten bleven en zorgden voor bijna 23 miljoen overnachtingen. Daarnaast waren er 0,5 miljoen cruisepassagiers. Het aantal verblijfsbezoekers lag 5 procent onder het niveau van 2019, maar het aantal overnachtingen lag 6 procent erboven, wat wijst op langere verblijven. De meeste verblijfsbezoekers, 95 procent, overnachten in hotels; de rest in woningen via online platforms of campings. Hotelovernachtingen liggen boven het pre-coronaniveau, terwijl platformverhuur sterk is gedaald.
Dagbezoekers in Amsterdam lagen 14 procent boven het pre-coronaniveau. Deze cijfers tonen een herstel, zij het met aanpassingen in verblijfsvormen.
Nederlandse consumenten besteden steeds meer aan vrijetijdsdiensten. In het derde kwartaal van 2024 stegen de totale consumententransacties met 1,4 procent ten opzichte van het vorige kwartaal, gedreven door diensten zoals reizen, recreatie en horeca. Uitgaven aan vakanties en reizen groeiden met 4,3 procent, recreatie en cultuur met 3,9 procent, en restaurants met 1,8 procent. Dit wijst op een herstel na terughoudendheid, met meer investeringen in vrije tijd, vakanties, culturele evenementen en uit eten gaan. Factoren zoals staycations en het verlangen naar nieuwe ervaringen na corona spelen een rol.
In tegenstelling tot diensten stegen uitgaven aan goederen minder hard; elektronica en niet-gespecialiseerde winkels daalden zelfs. Supermarkten en drogisterijen zagen een lichte stijging. Prijsstijgingen dragen bij aan de hogere uitgaven: voedingsmiddelen met 3,0 procent, accommodaties met 4,2 procent en recreatieve activiteiten met 2,4 procent.
Het CBS-budgetonderzoek biedt inzicht in huishoudensbestedingen in 2020, vergeleken met 2015. Door coronamaatregelen veranderde het patroon: minder uitgaven aan kleding, vervoer, recreatie, cultuur en horeca, en meer aan huisvesting en voeding. Een gemiddeld huishouden gaf in 2020 ruim 35 duizend euro uit, waarvan een derde aan huisvesting, water en energie, bijna een vijfde aan eten, drinken en genotmiddelen, en een kwart buitenshuis aan vervoer, recreatie en horeca.
Hieronder een tabel met de verdeling van bestedingen in 2020 en 2015:
| Soort besteding | 2020* (%) | 2015 (%) |
|---|---|---|
| Huisvesting, water en energie | 33,2 | 31,5 |
| Voeding | 12,6 | 11,0 |
| Vervoer | 11,2 | 12,9 |
| Recreatie en cultuur | 8,5 | 9,6 |
| Stoffering en apparaten | 6,5 | 5,4 |
| Restaurants en hotels | 4,7 | 5,9 |
| Kleding en schoenen | 3,9 | 4,7 |
| Communicatie | 3,5 | 3,4 |
| Alcoholhoudende dranken en tabak | 3,4 | 3,0 |
| Overig | 12,5 | 12,6 |
*voorlopige cijfers
Bestedingspatronen variëren per huishoudsamenstelling. Alleenwonenden geven relatief meer uit aan huisvesting; paren meer aan recreatie en horeca. Alleenstaande mannen besteden minder aan kleding maar meer aan alcohol en tabak dan vrouwen.
Hieronder een tabel met verdelingen per huishoudsamenstelling in 2020:
| Samenstelling huishouden | Huisvesting, water en energie (%) | Voedings- en genotmiddelen (%) | Vervoer, recreatie en horeca (%) | Kleding, schoenen, woninginrichting en huishoudelijke apparaten (%) | Overige (%) |
|---|---|---|---|---|---|
| Particuliere huishoudens | 33,2 | 16,0 | 24,4 | 10,4 | 16,0 |
| Alleenwonende man | 39,8 | 17,1 | 22,1 | 7,7 | 13,5 |
| Alleenwonende vrouw | 42,3 | 15,3 | 17,4 | 9,5 | 15,4 |
| Eenoudergezin | 33,7 | 15,9 | 22,3 | 11,2 | 17,1 |
| Paar, met kinderen | 27,3 | 15,9 | 27,6 | 11,9 | 17,1 |
| Paar, zonder kinderen | 33,3 | 15,6 | 25,4 | 10,1 | 15,5 |
*voorlopige cijfers
Bij hogere inkomens gaat een kleiner deel naar huisvesting, water en energie, en in mindere mate naar eten en drinken.
Amsterdam illustreert de stedentrip-bestedingen. Met 27 miljoen dagbezoeken en 10 miljoen verblijfsbezoekers in 2024 is de stad een kernbestemming. De langere gemiddelde verblijfsduur van 2,36 nachten compenseert het lagere aantal bezoekers ten opzichte van 2019. Hotels domineren met 95 procent van de overnachtingen, wat de sector ondersteunt. De daling in platformverhuur ten opzichte van 2019 kan wijzen op regelgeving of voorkeurverschuivingen.
Dagbezoekers, 14 procent boven pre-coronaniveau, dragen bij aan lokale economieën via entertainment en horeca. Cruisepassagiers voegen 0,5 miljoen bezoeken toe, hoewel hun overnachtingsgedrag onbekend is. Deze dynamiek toont hoe stedentrips in Nederland bijdragen aan bestedingen, met focus op cultuur en verblijf.
Prijsstijgingen beïnvloeden bestedingen. In 2024 stegen prijzen van accommodaties met 4,2 procent, recreatieve activiteiten met 2,4 procent en voedingsmiddelen met 3,0 procent. Dit verklaart deels de nominale groei in uitgaven. Na corona investeren Nederlanders meer in ervaringen, zoals vakanties en uitjes, wat stedentrips stimuleert.
De totale groei in toerismebestedingen van 14 procent in het afgelopen jaar, met reële groei van 8,6 procent, bevestigt herstel. Voor 2024 verwacht het NBTC een gematigder tempo, maar met aanhoudende aantrekkingskracht.
Bestedingen in stedentrips concentreren zich op verblijf en horeca, met 60 procent in topsteden. Attracties zoals musea en tuinen trekken bezoekers, die ook uitgaan aan vervoer en eten. Nederlandse consumenten volgen vergelijkbare patronen, met groei in recreatie en cultuur. Huishoudens besteden 24,4 procent buitenshuis aan vervoer, recreatie en horeca, variërend per type.
Deze patronen bieden inzicht voor planning van stedentrips. Hotels profiteren van de voorkeur voor hotelovernachtingen, vooral in Amsterdam waar dit boven pre-coronaniveau ligt.
De bestedingen in de Nederlandse toerismesector bedroegen vorig jaar 105 miljard euro, met Nederlandse toeristen als grootste groep. Uitgaven concentreren zich op accommodatie, horeca, vervoer en entertainment, met 60 procent naar verblijf en eten in steden als Amsterdam. Amsterdam registreerde 27 miljoen dagbezoeken en 23 miljoen overnachtingen in 2024, met herstel boven pre-coronaniveau in duur en dagtoerisme. Nederlandse consumenten besteden meer aan vrijetijd, met stijgingen in vakanties, recreatie en restaurants. CBS-cijfers tonen shifts door corona, maar structureel 24,4 procent naar recreatie en horeca. Prijsstijgingen en technologie ondersteunen deze trends. Deze feiten onderstrepen de economische betekenis van toerisme, met 3,8 procent bijdrage aan het BBP en 5,4 procent werkgelegenheid.