Anthonie Heinsiusstraat in Zwolle: woningmarkt en wijkvernieuwing in een groeiende stad
september 27, 2025
De Vrije Universiteit (VU) is een van de oudste en invloedrijkste universiteiten van Nederland. Hoewel de VU hoofdzetel in Amsterdam heeft, speelt Zwolle een belangrijke rol in de geschiedenis en huidige samenwerkingen van deze instelling. In deze artikel wordt ingegaan op de rol van Zwolle in de context van de Vrije Universiteit, met aandacht voor de geschiedenis, samenwerkingen, studentenleven en educatieve programma's.
Hoewel de Vrije Universiteit in 1880 is opgericht in Amsterdam, heeft Zwolle er in de loop van de jaren een steeds grotere betekenis gekregen. In 1986 ontstond Hogeschool Windesheim, waarvan de wortels sterk verankerd zijn in Zwolle. Deze instelling is ontstaan door een fusie van diverse christelijke opleidingen, waaronder de Christelijke Lerarenopleiding Zwolle (CLZ), en heeft sindsdien een centrale rol gespeeld in het hoger beroepsonderwijs (HBO) in het noorden van Nederland.
In 2010 werd Windesheim Flevoland opgericht als nevenvestiging van Windesheim in Almere. Deze uitbreiding benadrukt de groeiende betekenis van Zwolle in de educatieve samenwerkingen van de VU en Windesheim. Ook in de jaren daarna is Zwolle een centraal punt gebleven in de samenwerking tussen Hogeschool Windesheim en andere onderwijsinstellingen.
De VU en Hogeschool Windesheim hebben in het verleden ook samengewerkt onder het College van Bestuur van Vereniging VU-Windesheim. Deze samenwerking was actief tot 2012, maar heeft een blijvende impact gehad op het educatieve landschap van Zwolle.
Hogeschool Windesheim is een school voor hoger beroepsonderwijs die zich richt op een breed scala aan opleidingen. In Zwolle worden opleidingen aangeboden in verschillende disciplines, waaronder zorg, techniek, economie en kunst. De samenwerking tussen Windesheim en andere onderwijsinstellingen, zoals Artez Hogeschool voor de Kunsten, Deltion College, Landstede, Zone College, Cibap, Hogeschool KPZ en Viaa, vormt een centraal onderdeel van het educatieve landschap in Zwolle.
Deze samenwerking is onderdeel van de "Zwolse8", een verzameling van acht mbo- en hbo-instellingen die gezamenlijk 50.000+ studenten onderwijzen. Deze samenwerking benadrukt de rol van Zwolle als een centrum voor onderwijs en opleidingen in het noorden van Nederland.
Een van de bekendste locaties voor studentenleven in Zwolle is het Vliegende Paard. Deze locatie fungeert als een tweede huiskamer voor studenten en biedt maaltijden vanaf €3,50, overlegruimtes en diverse activiteiten. Het Vliegende Paard is een populaire plek voor studenten om te ontmoeten, te studeren en te genieten van gezellige avonden.
In de jaren tachtig en negentig speelde de VU een centrale rol in de discussies over geloof en wetenschap in Nederland. In deze periode werd een Bezinningscentrum opgericht, dat in 1980 van start ging onder de naam Blaise Pascal Instituut. Het instituut was bedoeld om de relatie tussen geloof, wetenschap en samenleving te onderzoeken. Hoewel het instituut in de loop van de jaren 1980 en 1990 een belangrijke plek werd, besloot het College van Bestuur in 2008 om het instituut te sluiten.
Ook in de jaren negentig begon de VU met innovatieve initiatieven, zoals de invoering van HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen). In het najaar van 1990 werd het eerste cursusaanbod van HOVO gelanceerd, met ongeveer 200 cursisten die deelnamen aan een handvol cursussen. In de jaren die volgden zou HOVO uitgroeien tot een niet weg te denken cursusaanbieder binnen de Vrije Universiteit, bedoeld voor iedereen vanaf vijftig jaar. HOVO biedt tegenwoordig per jaar ongeveer 130 cursussen op verschillende onderwerpen, zoals kunstgeschiedenis, filosofie, geschiedenis, religie, psychologie, muziek, letteren en exacte vakken.
Een ander belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de Vrije Universiteit is het werk van Jan Lever, een VU-bioloog die een spraakmakend boek publiceerde met de titel Creatie en Evolutie. Dit boek verscheen in 1956 en verduidelijkte de relatie tussen geloof in God als schepper en de wetenschappelijke evolutietheorie. In die tijd was deze opvatting nog niet algemeen geaccepteerd binnen de gereformeerde achterban van de VU. Lever was benoemd als lector aan de VU in 1950 en werd in 1952 hoogleraar. Zijn publicaties en voordrachten brachten hem in het middelpunt van de debatten over geloof en wetenschap in de jaren vijftig en zestig.
De Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de VU werd uitgebreid met het oog op het onderwijs voor geneeskundestudenten. Deze uitbreiding was onder meer nodig om de richting biologie te kunnen introduceren. Lever was een centrale figuur in deze ontwikkeling en heeft een blijvende impact gehad op de VU.
In de eerste driekwart eeuw van haar bestaan was de Vrije Universiteit volledig afhankelijk van giften en had geen overheidssubsidie. In 1932 werd het "VU-plan 1937" gestart, een actie die bedoeld was om geld in te zamelen voor de oprichting van een medische faculteit. Deze actie werd geleid door vrouwen uit de achterban van de VU en groeide uit tot de organisatie "Vrouwen VU-hulp". Op het hoogtepunt van deze organisatie, in de jaren zestig, waren er 115.000 vrouwen aangesloten. Het VU-busje met de beeltenis van Abraham Kuyper werd het symbool van de band tussen de VU en de gereformeerde achterban.
De organisatie werd een groot succes en had een blijvende impact op de financiering en de positie van de VU in de maatschappij. In het boek Helpende handen. Vu-plan 1937 en Vrouwen vu-Hulp in de jaren 1932-1997 van Jan de Bruijn wordt deze historie verder uitgelicht.
De Vrije Universiteit is opgericht met de gedachte dat universiteiten vrij moeten zijn van zowel de staat als de kerk. In de openingsrede van Abraham Kuyper, de eerste rector van de VU, werd deze visie duidelijk geformuleerd. In zijn rede "Soevereiniteit in eigen kring" benadrukte Kuyper de noodzaak van autonome maatschappelijke gebieden die elkaar niet overheersen. Deze visie heeft een blijvende invloed gehad op de insteek van de VU en heeft geleid tot een unieke positie van deze universiteit in het Nederlandse onderwijssysteem.
De VU begon met vijf hoogleraren en een handvol studenten. Voor de faculteit Godgeleerdheid waren Kuyper, F.L. Rutgers en Ph.J. Hoedemaker de eerste hoogleraren. Voor Letteren was F.W.J. Dilloo de eerste hoogleraar, en voor Rechtsgeleerdheid was D.P.D. Fabius de eerste hoogleraar. Deze samenstelling benadrukte de gereformeerde beginselen waarop de VU is opgericht.
In de jaren negentig startte de VU met een studentenwervingscampagne, die geïnitieerd was door H. van den Berg, destijds hoogleraar Sociale Gerontologie. Deze campagne gebruikte het bekende leesplankje met "Aap, Noot, Mies" en verbond elk woord creatief met een studierichting. Deze campagne was zeer succesvol en won in 1998 een zilveren Effie. De VU heeft sindsdien een sterke focus op innovatie en studentenwerving gehouden, en deze campagne was een belangrijke mijlpaal in die ontwikkeling.
Zwolle speelt een centrale rol in de geschiedenis en huidige samenwerkingen van de Vrije Universiteit. Door de oprichting van Hogeschool Windesheim en de samenwerkingen met andere onderwijsinstellingen is Zwolle een belangrijk educatief centrum geworden. De VU heeft in de loop van de jaren een unieke positie verworven, met een sterke focus op geloof, wetenschap en maatschappij. De geschiedenis van de VU benadrukt de waarde van autonomie, samenwerking en innovatie, en deze principes blijven ook vandaag de dag van toepassing in de educatieve samenwerkingen in Zwolle.