Rome: De Eeuwige Stad voor een Historische Stedentrip
november 2, 2025
De toekomst van het spoorverkeer in Noord-Nederland verandert. Arriva, een van de grote vervoerders in Nederland, krijgt de kans om in 2026 aanzienlijk meer treinritten te rijden tussen Zwolle en Groningen. Deze ontwikkeling is het resultaat van een langdurige juridische en logistieke strijd tussen Arriva en ProRail, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het beheer van het Nederlandse spoorwegnet. In dit artikel wordt ingegaan op de feiten, de juridische achtergrond, de praktische gevolgen en de betekenis voor reizigers in Noord-Nederland.
Arriva heeft sinds de publicatie van de dienstregeling voor 2026, 24 van de 26 aangevraagde ritten tussen Zwolle en Groningen toegewezen gekregen. Dit aantal is aanzienlijk hoger dan de eerder toegewezen vier ritten. De treinen zullen elk uur rijden in beide richtingen, wat een tussenvorm vormt tussen een intercity en een stoptrein. De treinen zullen onder meer stoppen op stations als Groningen Europapark, Assen, Hoogeveen en Meppel, maar niet op Haren en Beilen. Dit verschilt van de huidige NS-treinen, die wel op die stations stoppen.
De dienstregeling is bedoeld om het openbaar vervoer in Noord-Nederland te verbeteren. Arriva wil hiermee een snellere en efficiëntere verbinding bieden tussen de belangrijkste steden in de regio. De treinritten zullen aanvullend zijn op de bestaande treinen van NS, waardoor reizigers meer keuze hebben.
De toewijzing van deze extra treinritten is het resultaat van een juridische procedure. Arriva had eerder een klacht ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de capaciteitsverdeling door ProRail. Arriva had gevraagd om 26 ritten per week, maar was eerst slechts met vier ritten toegewezen. Dit leidde tot een juridische strijd, waarbij Arriva betwistte of ProRail genoeg capaciteit had om extra ritten toe te voegen.
In een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in juni 2024 is bepaald dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de zaak opnieuw moet beoordelen. Deze uitspraak heeft geleid tot een heroverweging van de capaciteitsverdeling, wat uiteindelijk in de toewijzing van 24 ritten resulteerde. Arriva-topman Anne Hettinga benadrukt dat deze uitspraak bevestigt dat het bedrijf op het goede spoor zit met zijn plannen.
De juridische geschillen zijn onderdeel van een bredere discussie over het hoofdrailnet in Nederland. NS heeft tot nu toe exclusief recht op het rijden op de hoofdrailverbindingen in het land, zoals Zwolle-Groningen. Arriva en andere vervoerders zien dit als een monopolypositie en vragen voor een eerlijke concurrentie.
In 2023 werd een contract opnieuw aan NS gegund zonder openbare aanbesteding of marktonderzoek. Arriva en andere vervoerders stelden dat dit tegen Europese regels in gaat. De Europese Commissie startte een inbreukprocedure tegen Nederland, wat nu voor het Europees Hof van Justitie is voorgelegd. Arriva benadrukt dat de uitspraak over de Zwolle-Groningenlijn een belangrijk precedent kan zijn in deze bredere strijd.
De komst van Arriva’s treinen heeft een aantal praktische gevolgen voor reizigers. Ten eerste betekent het meer keuze. In plaats van alleen NS-treinen, kunnen reizigers nu ook kiezen voor Arriva-treinen. Dit kan vooral voordelig zijn voor mensen die sneller willen reizen of minder willen stoppen. De Arriva-treinen zijn ontworpen als een tussenvorm tussen een stoptrein en een intercity, wat betekent dat de rit sneller is dan bij de NS, maar niet zo snel als een echte intercity.
Ten twee betekent het voor Arriva dat het bedrijf moet investeren in personeel en treinen. Arriva heeft aangegeven dat de eerste treinen pas in 2026 in werking zullen treden, omdat er nog mensen moeten worden opgeleid en treinen moeten worden aangeschaft. Dit is een logische stap, gezien de investeringen die nodig zijn om de dienstregeling te realiseren.
Ten derde betekent de komst van Arriva-treinen dat de huidige NS-treinen worden aangevuld. Er wordt verwacht dat de NS-treinen hun dienstregeling zullen aanpassen om de concurrentie met Arriva te kunnen aangaan. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot extra ritten in de spits of verbeterde servicekwaliteit.
Arriva heeft aangegeven dat de treinritten geheel zonder bijdrage van de overheid zullen worden gefinancierd. Dit betekent dat Arriva de kosten voor de treinen, personeel en infrastructuur zelf moet opbrengen. De ticketprijs is nog niet bekendgemaakt, maar het bedrijf benadrukt dat het een eerlijke prijs wil bieden die aansluit bij de huidige NS-prijzen. Arriva-topman Anne Hettinga benadrukt dat het bedrijf ervan overtuigd is dat het met een goed aanbod een boost kan geven aan het openbaar vervoer in Noord-Nederland.
Voor reizigers in Noord-Nederland betekent de komst van Arriva-treinen een aantal voordelen. Ten eerste is er meer keuze. Reizigers kunnen kiezen tussen NS-treinen en Arriva-treinen, afhankelijk van hun behoeften. Voor mensen die snel willen reizen, is Arriva’s tussentype trein een goede optie. Voor mensen die willen stoppen op stations zoals Haren en Beilen, blijven de NS-treinen de juiste keuze.
Ten twee is er een toegenomen frequentie van treinen. Arriva’s treinen zullen elk uur rijden in beide richtingen, wat betekent dat reizigers vaker de kans krijgen om te reizen. Dit is vooral gunstig voor mensen die op korte termijn willen reizen en geen tijd hebben om te wachten op een trein.
Ten derde kan de komst van Arriva leiden tot verbeterde servicekwaliteit. Arriva benadrukt dat het bedrijf wil investeren in moderne treinen en goed opgeleid personeel. Dit kan leiden tot comfortabelere reizen en betere service voor reizigers.
ProRail speelt een belangrijke rol in de toewijzing van de treinritten. Het bedrijf is verantwoordelijk voor het beheer van het spoorwegnet en moet beslissen hoeveel ritten aan welk vervoerder worden toegewezen. Arriva had eerst een conflict met ProRail, omdat het bedrijf dacht dat er genoeg capaciteit was voor extra ritten. ProRail had daarentegen andere berekeningen en weigerde om meer ritten toe te voegen.
Na een juridische procedure en heroverweging is er nu een akkoord bereikt. ProRail heeft aangegeven dat het een andere capaciteits-aanvraag van Arriva met andere rijtijden kan aanvaarden. Dit betekent dat er nu genoeg ruimte is op het spoor voor de 24 ritten. Aldert Baas van ProRail benadrukt dat de infralimieten en de methode van toewijzen hetzelfde zijn gebleven, maar dat er nu meer transparantie is in de verdeling.
Arriva heeft aangegeven dat het bedrijf niet stopt met de Zwolle-Groningenlijn. Het bedrijf wil ook op andere trajecten in Noord-Nederland extra treinen invoeren. Arriva benadrukt dat het bedrijf met deze plannen een snellere en efficiëntere verbinding wil bieden voor reizigers in de regio. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot extra ritten tussen Zwolle en Leeuwarden of Zwolle en andere steden in Noord-Nederland.
Arriva-topman Anne Hettinga benadrukt dat het bedrijf op het goede spoor zit met zijn plannen. Hij ziet de toewijzing van de Zwolle-Groningenlijn als een belangrijk precedent in de brede strijd om het hoofdrailnet. Arriva benadrukt dat het bedrijf bereid is om in te zetten voor een eerlijke concurrentie op het spoor en wil investeren in een beter openbaar vervoer in Noord-Nederland.
De komst van Arriva heeft ook invloed op Blauwnet, een samenwerkingsverband tussen een aantal regionale vervoerders. Blauwnet maakt reizen in Overijssel gemakkelijker met een uniforme kaart en betere overstapmogelijkheden. Arriva heeft sinds 10 december 2024 de treinverbinding tussen Zutphen, Hengelo en Oldenzaal overgenomen van Blauwnet. Deze overname betekent dat reizigers nu weer in dezelfde trein kunnen reizen, maar met een iets wijzigende dienstregeling.
De eerste trein van Hengelo naar Zutphen vertrekt nu half uur eerder, wat betekent dat Hengelo, Enschede en Lochem een half uur eerder bereikbaar zijn. Op de drukste spitsritten zijn extra zitplaatsen beschikbaar. Arriva benadrukt dat het bedrijf wil investeren in een betere service en wil samenwerken met Blauwnet om reizen in Overijssel gemakkelijker te maken.
De toewijzing van 24 ritten tussen Zwolle en Groningen aan Arriva is een belangrijke ontwikkeling in de toekomst van het spoorverkeer in Noord-Nederland. Deze extra treinritten zullen aangevuld worden op de bestaande NS-treinen en zorgen voor meer keuze en frequentie voor reizigers. De juridische geschillen die leidden tot deze toewijzing zijn onderdeel van een bredere discussie over het hoofdrailnet en de rol van concurrentie op het spoor. Arriva benadrukt dat het bedrijf wil investeren in een beter openbaar vervoer en wil samenwerken met andere vervoerders om reizen in Noord-Nederland gemakkelijker te maken.