Omgevingsvergunningen in Zwolle: Aanvraag, Voorwaarden en Beperkingen

Omgevingsvergunningen spelen een centrale rol bij de uitvoering van activiteiten die impact kunnen hebben op het milieu of de omgeving in Nederland. In Zwolle, net als in andere steden, zijn er duidelijke regels opgesteld om activiteiten te reguleren die zonder vergunning mogelijk schadelijk zouden kunnen zijn. Deze regels zijn opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Zwolle en worden gereguleerd onder de algemene regelgeving van de Omgevingswet. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste voorwaarden, procedures en beperkingen die gerelateerd zijn aan omgevingsvergunningen in Zwolle, op basis van de beschikbare informatie.

Aanvraagprocedure en benodigde informatie

Bij het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning dient de aanvrager een aantal gegevens en documenten in te leveren. Deze vereisten variëren afhankelijk van de aard en omvang van de activiteit. In het algemeen zijn de volgende aspecten belangrijk:

  • Aantal opslagtanks en hun specifieke kenmerken, zoals inhoud en locatie. Voor opslagtanks met een inhoud van meer dan 150 liter is een vergunning verplicht, en in sommige gevallen zijn coördinaten van vulpunten en leidingen nodig.
  • Jaarlijkse doorzet in kubieke meters, die nodig zijn om de impact van de activiteit op het milieu en de omgeving te beoordelen.
  • Beschrijving van ongewone voorvallen en mogelijke nadelige gevolgen, inclusief maatregelen die worden genomen om deze te voorkomen. Dit is een essentieel onderdeel van de aanvraagprocedure, aangezien het om milieubeveiliging gaat.

Deze gegevens worden gebruikt door de gemeente om het risico op milieuverontreiniging, wateroverlast of andere negatieve effecten te beoordelen. De aanvrager dient ook rekening te houden met eventuele bestaande regelgevingen of bepalingen uit het omgevingsplan die van toepassing kunnen zijn op de activiteit.

Vergunningplicht voor specifieke activiteiten

Zowel opslag van drijfmest, digestaat of dunne fractie als het lozen van afvalwater in de bodem of in een schoonwaterriool kan onder vergunningplicht vallen. Voor mestbassins met een gezamenlijk oppervlak van meer dan 750 m² of een inhoud van meer dan 2.500 m³ is een omgevingsvergunning verplicht. Deze activiteiten zijn in het verleden ook al onder vergunningplicht gezet in het kader van het voormalige Besluit omgevingsrecht.

Ook het opslaan van vaste mest in hoeveelheden groter dan 600 m³ vereist een vergunning. Deze bepalingen zijn opgenomen in het omgevingsplan en zijn afgeleid van de regelgeving die eerder geregeld werd onder het voormalige Besluit omgevingsrecht. Het doel is om potentieel schadelijke emissies of lozingen in de omgeving te voorkomen en zodoende de milieu- en bodemkwaliteit te behouden.

Bouwactiviteiten en sloopvergunningen

In het kader van bouwactiviteiten, zoals het bouwen, verbouwen, vervangen of uitbreiden van gebouwen, geldt een vergunningplicht onder bepaalde voorwaarden. Onder de Omgevingswet is het mogelijk om bepaalde categorieën bouwactiviteiten als vergunningvrij aan te merken, mits ze aan de voorwaarden voldoen die zijn opgenomen in het omgevingsplan. Deze vergunningvrije activiteiten zijn landelijk uniform geregeld in artikel 2.15f van het Bbl (Bouwbesluit).

Echter, indien de activiteit niet aan deze voorwaarden voldoet, is een omgevingsvergunning wettelijk verplicht. Dit geldt ook voor activiteiten die in strijd zouden zijn met regels uit het omgevingsplan. In dat geval mag de activiteit niet zonder vergunning worden uitgevoerd.

In het geval van rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is er een specifieke regelgeving opgesteld. Tijdens de overgangsperiode na invoering van de Omgevingswet was er nog geen adequaat beschermingsregime in het omgevingsplan. Om te voorkomen dat de bescherming van deze gebieden zou verdwijnen, is bepaald dat tot het opstellen van een adequaat regime een vergunning vereist is voor het slopen van bouwwerken in dergelijke gebieden.

Verloop van de vergunningplicht

De vergunningplicht is niet universeel toepasbaar. In sommige gevallen zijn activiteiten vrijgesteld van vergunningplicht, bijvoorbeeld wanneer het gaat om algemene maatregelen van bestuur zoals genoemd in artikel 5.1, eerste lid, van de Omgevingswet. Deze gevallen worden opgenomen in artikel 2.15f van het Bbl en zijn landelijk uniform geregeld. Dit betreft onder andere bepaalde categorieën bouwactiviteiten waarbij geen omgevingsvergunning nodig is.

Daarnaast kan het omgevingsplan ook aanvullende categorieën van vergunningvrije activiteiten bevatten. In artikel 22.27 van het omgevingsplan van Zwolle is gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om bepaalde activiteiten die voorheen als vergunningvrij waren aangewezen in het Besluit omgevingsrecht, ook onder de nieuwe omgevingswet als vergunningvrij te behouden.

Overgangsregels en flexibiliteit in het besluitvormingsproces

Bij het invoeren van de Omgevingswet zijn er overgangsregels opgesteld om ervoor te zorgen dat er geen hiaten ontstaan in de regulering van activiteiten die vroeger onder een andere wettelijke basis vielen. Zo was het bijvoorbeeld mogelijk dat de oude regelgeving uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalde afwijkingen toestond. Deze afwijkingen waren onder de oude wet beperkt door de mogelijkheid om een vergunning toch te weigeren. Onder de nieuwe wet was er een risico dat dergelijke afwijkingen automatisch tot vergunningverlening zouden leiden.

Om dit probleem te voorkomen, is in het omgevingsplan van Zwolle een specifieke bepaling opgenomen (artikel 22.281) die beslissingsruimte biedt aan het bevoegde gezag. Hierdoor is het mogelijk om in bepaalde gevallen toch een afweging te maken en de vergunning te weigeren, zelfs wanneer de regels het verlenen van de vergunning lijken te verplichten. Deze aanpassing zorgt voor continuïteit in de aanpak en voorkomt dat het bevoegde gezag gezworen wordt tot vergunningverlening in situaties waarin dat niet wenselijk is.

Regels voor lozingen in de bodem en het schoonwaterriool

Voor lozingen in de bodem of in het schoonwaterriool gelden ook specifieke regels. In artikel 22.268 van het omgevingsplan is bepaald dat het lozen in de bodem zonder vergunning verboden is, tenzij het binnen bepaalde toegestane categorieën valt. Deze regels zijn bedoeld om de bodemkwaliteit te beschermen en potentieel schadelijke stoffen uit te sluiten. Voor lozingen in het schoonwaterriool zijn er ook vergunningplichten, afhankelijk van de hoeveelheid en aard van het afvalwater.

Een belangrijk aspect is dat bepaalde activiteiten, zoals het lozen van afvalwater van huishoudens, in het verleden onder het voormalige Besluit lozing afvalwater huishoudens al toegestaan waren. Voor dergelijke activiteiten is nu geen vergunning nodig, aangezien de regelgeving hiervoor in de afdeling van het omgevingsplan al voldoende duidelijk is geformuleerd.

Samenwerking en overleg

De aanvraagprocedure voor een omgevingsvergunning is bedoeld om transparant en eerlijk te zijn. Het is belangrijk dat de aanvrager en de gemeente samenwerken om mogelijke problemen in de vroege fase te signaleren en te voorkomen. De gemeente dient zorgvuldig te beoordelen of de activiteit in overeenstemming is met het omgevingsplan en of de milieubeveiliging aan alle voorwaarden voldoet.

Daarnaast is het mogelijk dat de gemeente al over bepaalde gegevens beschikt, bijvoorbeeld via eerdere meldingen of andere procedures zoals die bepaald zijn in artikel 4.836 van het Bal (Besluit aanvullende milieubescherming). In dergelijke gevallen hoeft de aanvrager deze gegevens niet opnieuw in te leveren, wat de administratieve belasting vermindert en het proces efficiënter maakt.

Conclusie

Omgevingsvergunningen vormen een essentieel onderdeel van de regelgeving in Zwolle. Ze zijn bedoeld om milieubescherming te waarborgen en om ervoor te zorgen dat activiteiten die impact kunnen hebben op de omgeving, zorgvuldig worden gecontroleerd. De regels zijn zorgvuldig opgesteld en houden rekening met zowel de oude wetgeving als de nieuwe regels die zijn ingevoerd onder de Omgevingswet.

De aanvraagprocedure is duidelijk gestructureerd en vereist een aantal essentiële gegevens die nodig zijn voor een beoordeling van de activiteit. Bovendien zijn er bepaalde activiteiten die automatisch vrijgesteld zijn van vergunningplicht, terwijl anderen wettelijk verplicht zijn. De gemeente houdt rekening met de context van de activiteit en kan in bepaalde gevallen toch kiezen voor weigering van een vergunning, zelfs wanneer de regels dat lijken te verplichten.

Het omgevingsplan van Zwolle is een waardevolle bron van informatie en biedt een duidelijk kader voor de regelgeving. Het is belangrijk dat zowel burgers als ondernemers zich hier bewust van zijn om aanvragen te kunnen indienen en eventuele beperkingen te begrijpen. Zo kan de gemeente ervoor zorgen dat de omgeving en het milieu worden beschermd, zonder dat dit de ontwikkeling en groei van de stad in de weg staat.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving overheid.nl

Related Posts