De mooiste bezienswaardigheden in de regio Alkmaar
augustus 22, 2025
De afgelopen jaren is er sprake van een duidelijke daling van de vaccinatiegraad in Nederland, iets dat zowel gezondheidsinstanties als experts zorgen baart. Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), dat kinderen beschermt tegen ernstige en besmettelijke ziekten, lijkt minder gevolgd te worden dan voorheen. Het gevolg is dat de groepsimmuniteit afneemt en het risico op uitbraken van ziekten als mazelen, kinkhoest en bof toeneemt. In dit artikel worden de achterliggende factoren, de maatregelen die worden overwogen of al genomen, en de gevolgen voor de gezondheid van de bevolking besproken.
In 2022 lag de vaccinatiegraad van kinderen jonger dan twee jaar in Amsterdam op ongeveer 83,3 procent, wat aanzienlijk lager is dan de gemiddelde 90 procent die eerder gebruikelijk was. Deze daling is niet beperkt tot Amsterdam. Ook elders in Nederland is sprake van een afname van de deelname aan het RVP. Uit het rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uit 2022 blijkt dat de geregistreerde vaccinatiegraad ongeveer 2 tot 5 procent lager is dan vorig jaar.
Bij mazelen ligt de vaccinatiegraad voor baby’s voor het eerst in jaren onder de 90 procent. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is een vaccinatiegraad van minstens 95 procent nodig om groepsimmuniteit te bereiken en de verspreiding van mazelen effectief tegen te gaan. Bij kinkhoest en bof geldt een grens van 90 procent. De huidige cijfers zetten dus een alarmlicht aan, aangezien het risico op uitbraken in de komende jaren groeit.
Een lage vaccinatiegraad heeft directe gevolgen voor de gezondheid van zowel kinderen als volwassenen. Wanneer steeds minder kinderen worden gevolgd in het RVP, wordt de groepsimmuniteit minder effectief. Dat betekent dat besmettelijke ziekten gemakkelijker kunnen verspreiden, ook onder personen die niet te vaccineren zijn, zoals jonge baby’s of mensen met bepaalde medische aandoeningen.
In Eindhoven is al sprake van een mazelenuitbraak, wat volgens de GGD GHOR Nederland een duidelijk gevolg is van de dalende deelname aan het RVP. Mazelen is een ziekte die in ernstige gevallen tot longontsteking, ontsteking van de zenuwen of zelfs dood kan leiden. Ook kinkhoest en bof zijn ziektes waarbij het risico op complicaties toeneemt bij onvoldoende vaccinatiegraad. Kinkhoest kan vooral jonge kinderen hard raken, aangezien hun immuunsysteem nog niet sterk genoeg is om de ziekte te bestrijden.
Meerdere factoren worden genoemd die bijdragen aan de dalende deelname aan het RVP. Eén van de duidelijkst genoemde oorzaken is het vertrouwen in de overheid, dat in de jaren van de coronapandemie sterk is afgenomen. Ouders die twijfelen of al helemaal niet meer vertrouwen hebben in de vaccins, voelen zich minder gedwongen om hun kinderen te laten vaccineren. De zorgsector stelt dat de meeste vaccins voor kinderen vrijwel geen risico’s met zich meebrengen, maar die argumenten lijken in het huidige klimaat niet meer voldoende om ouders te overtuigen.
Daarnaast speelt het gebrek aan toegankelijkheid van vaccinaties een rol. Veel GGD'en onderzoeken welke maatregelen het meest effectief zijn om de deelname aan het RVP te vergroten. Dat kan bijvoorbeeld zijn door de afstand tot vaccinatielocaties te verkleinen of door de openingstijden flexibeler te maken. In sommige regio's zijn er al experimenten met vaccineren in de avonduren of zonder afspraak.
De GGD GHOR Nederland en het RIVM zijn zich zorgen maken over de huidige ontwikkelingen. In een persbericht van maart 2024 stelt de GGD GHOR Nederland dat er een "volle inzet" moet komen op maatregelen om de vaccinatiegraad te verhogen. Volgens directeur Ton Coenen zijn er goede voorbeelden van interventies die kunnen helpen, zoals het aanbod van vaccinaties op locaties dicht bij de bevolking, het aanpassen van openingstijden en doelgroepgerichte voorlichting.
De GGD's werken samen met sleutelpersonen in de samenleving om ouders betrouwbare informatie te geven over vaccinaties. Dit is de zogenaamde fijnmazige aanpak, waarbij aandacht is voor de specifieke zorgen en vragen van ouders en jongeren. Het doel is om ouders in staat te stellen een weloverwogen keuze te maken op basis van betrouwbare en accuraat informatie.
Hoogleraar Marcel Verwey, die in een artikel van de Telegraaf is geciteerd, stelt voor dat een landelijke ondergrens van 90 procent voor de vaccinatiegraad moet worden vastgesteld. Volgens hem zou drangtoepassing moeten volgen wanneer die grens niet wordt bereikt. Een voorbeeld is het maken van deelname aan het RVP verplicht voor kinderen in kinderdagverblijven. Dit zou erop kunnen aandrukken dat ouders hun kinderen vaccineren.
Deze suggestie is echter niet zonder controverse. In Nederland is vaccineren momenteel vrijwillig, en een wettelijke verplichting zou een serieuze draai kunnen betekenen voor het huidige beleid. Het is een ingreep die niet licht genomen kan worden, en zowel ouders als gezondheidsinstanties zouden hierover moeten worden betrokken in een bredere discussie.
De dalende vaccinatiegraad in Nederland brengt concrete risico’s met zich mee voor de gezondheid van de bevolking, vooral voor kinderen en personen die niet te vaccineren zijn. De groepsimmuniteit is onder druk, en de kans op uitbraken van ziektes als mazelen, kinkhoest en bof neemt toe. Tegenover die risico’s staan maatregelen die worden overwogen of al worden uitgevoerd om de deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma te verhogen. Deze omvatten toegankelijkheid, voorlichting en een fijnmazige aanpak.
De discussie over verplichte maatregelen en drangtoepassing ligt boven op deze maatregelen en benadrukt de urgentie van de situatie. De huidige ontwikkelingen benadrukken het belang van vaccinaties niet alleen voor individuen, maar ook voor de gemeenschap als geheel. Het is van groot belang dat ouders goed geïnformeerd worden en dat de samenwerking tussen GGD's, overheden en andere instellingen verder wordt uitgebouwd om de vaccinatiegraad te stabiliseren en uiteindelijk weer te verhogen.