Umag in Kroatië: een verborgen schat aan bezienswaardigheden en activiteiten
augustus 22, 2025
Wanneer een Nederlander overlijdt en kinderen heeft met een andere nationaliteit, kunnen complexe juridische situaties ontstaan. Het Nederlandse erfrecht bepaalt hoe de nalatenschap wordt verdeeld, maar internationale aspecten – zoals de nationaliteit van de erfgenamen of hun woonplaats – kunnen bepalen welk recht van toepassing is. In dit artikel bespreken we hoe kinderen met een andere nationaliteit betrokken worden in de Nederlandse erfrechtregels, op basis van de relevante wetgeving, praktijkvoorbeelden en internationale regelingen.
In het Nederlandse erfrecht hebben kinderen een wettelijk erfdeel, ook als de relatie met de ouders niet goed is of als er een testament is opgemaakt. Dit is een fundamentele regel. Kinderen hebben het recht om minimaal een bepaalde aandeel in de nalatenschap te ontvangen, ook als de overledene dit liever niet had gewenst. Dit geldt ook wanneer de kinderen niet de Nederlandse nationaliteit hebben.
Deze regel geldt bijvoorbeeld ook in situaties waarin een kind in een ander land woont of een andere nationaliteit heeft. De rechter kan bij onregelmatige verdelingen bepalen of het wettelijk erfdeel is geschonden.
Als een Nederlander in het buitenland woont of bezittingen heeft in een ander land, of als de erfgenamen niet de Nederlandse nationaliteit hebben, treden internationale juridische regels in werking. De Europese erfrechtverordening (Erfrechtverordening) en andere internationale regelingen zoals Brussel II-ter spelen hier een belangrijke rol.
De regels zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat de erfenis op een eerlijke en wederzijdse manier wordt afgehandeld. Het bepalen van welk recht van toepassing is, gebeurt meestal op basis van drie kenmerken:
Als een Nederlander in een ander land woont, kan het voorkomen dat het erfrecht van dat land van toepassing is op bepaalde delen van de nalatenschap. De Europese erfrechtverordening stelt dat het recht van toepassing is waar de overledene zijn gewone verblijfplaats had op het moment van overlijden. Als deze verblijfplaats in een ander land is, kan het erfrecht van dat land ook van toepassing zijn.
Een voorbeeld: een Nederlander woont al jaren in Duitsland en bezit daar een huis. Als deze persoon overlijdt, kan het Duitse erfrecht van toepassing zijn op de verdeling van het Duitse vermogen. Maar als deze persoon ook bezittingen in Nederland heeft, dan kunnen ook Nederlandse regels van toepassing zijn.
Wanneer kinderen van de overledene een andere nationaliteit hebben, kan dit ook van invloed zijn op de wettelijke regels. Bijvoorbeeld, als een kind in België woont en de Belgische nationaliteit heeft, kan de Belgische erfrechtregel van toepassing zijn op de verdeling van de nalatenschap binnen België.
Een Nederlander kan zelf kiezen welk recht van toepassing is op zijn nalatenschap. Dit is een zogenaamde rechtskeuze. In zijn testament kan hij kiezen voor het Nederlandse recht of voor het recht van het land waar hij zijn laatste woonplaats heeft of waarvan hij de nationaliteit heeft. Deze keuze moet wel in het testament worden vastgelegd bij de notaris.
De rechtskeuze beperkt zich echter tot het recht van het land waarvan de overledene op het moment van de rechtskeuze of overlijden de nationaliteit heeft. Dit betekent dat een rechtskeuze niet kan worden gedaan voor het recht van een land waarvan de overledene geen nationaliteit heeft.
Als de overledene minderjarige kinderen heeft met een andere nationaliteit, treden extra regels in. In Nederland is het wettelijk erfdeel ook van toepassing op minderjarigen. Ze hebben dus het recht om minimaal een bepaalde aandeel in de nalatenschap te ontvangen.
In internationale situaties kan de toepassing van het erfrecht voor minderjarigen ingewikkelder worden. Als een minderjarig kind bijvoorbeeld in een ander land woont en daar de nationaliteit heeft, kunnen ook de regels van dat land van toepassing zijn. De Europese regeling Brussel II-ter stelt dat een rechter in het land waar het kind woont, bevoegd kan zijn om erfrechtelijke kwesties te bepalen, ook als de overledene in Nederland is overleden.
Bijvoorbeeld: als een Nederlander in Nederland overlijdt en heeft een kind dat in Italië woont en de Italiaanse nationaliteit heeft, dan kan de Italiaanse rechter bevoegd zijn om bepaalde erfrechtelijke beslissingen te nemen, zoals de toestemming voor verwerping van een nalatenschap.
Een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag illustreert hoe internationale erfrechtregels in de praktijk worden toegepast. In dit geval was een Nederlander overleden in Servië, waar hij sinds 2010 woonde. De rechtsvraag was of het Nederlandse of Servische erfrecht van toepassing was.
De rechter oordeelde dat het toepasselijke recht het Servische erfrecht was, omdat de overledene op het moment van overlijden zijn gewone verblijfplaats had in Servië. De Nederlandse wettelijke verdeling was dus niet van toepassing op de nalatenschap in Nederland.
Deze uitspraak benadrukt hoe belangrijk het is om de laatste woonplaats van de overledene te bepalen. In internationale situaties is dit een bepalende factor voor het toepasselijke recht.
Het is niet ongebruikelijk dat een overledene bezittingen heeft in meerdere landen. In zo’n geval kunnen de erfrechtregels van elk land apart van toepassing zijn. Bijvoorbeeld: een Nederlander die in Nederland woont en overlijdt, heeft een huis in Nederland en een vakantiehuis in Frankrijk. In dit geval geldt het Nederlandse erfrecht voor de Nederlandse bezittingen en het Franse erfrecht voor het vakantiehuis.
Als de kinderen van de overledene een andere nationaliteit hebben dan de Nederlands, kan het voorkomen dat ook hun eigen nationaliteit van invloed is op de erfrechtelijke regels. Dit betekent dat het erfrecht van hun eigen land mogelijk ook een rol speelt in de verdeling van de nalatenschap.
Als een erfrechtelijke situatie internationaal van aard is, is het belangrijk dat alle juridische documenten correct vertaald worden. Juridische vertalers vertalen documenten zoals testamente, notariële aktes en overlijdensakte, zodat ze in andere landen juridisch geldig zijn. Deze vertalingen zijn vaak vereist om te kunnen aantonen dat het Nederlandse erfrecht van toepassing is of om de nalatenschap in een ander land aan te kunnen melden.
Het is aan te bevelen om gebruik te maken van een juridisch vertaalbureau met ervaring in internationaal erfrecht. Dit helpt om eventuele rechtsproblemen te voorkomen en zorgt ervoor dat alle documenten correct zijn en juridisch geldig in het land van toepassing.
Het Nederlandse erfrecht speelt een centrale rol in de verdeling van een nalatenschap, ook als de overledene kinderen heeft met een andere nationaliteit. De wettelijke regels zorgen ervoor dat kinderen hun aandeel in de nalatenschap krijgen, ook als ze niet de Nederlandse nationaliteit hebben. In internationale situaties is het belangrijk om te weten welk recht van toepassing is en hoe de erfrechtelijke regels van het betreffende land kunnen invlechten in de verdeling.
De Europese erfrechtverordening en andere internationale regelingen zoals Brussel II-ter helpen om de regels in internationale situaties te ordenen. In praktijkvoorbeelden blijkt dat factoren zoals de nationaliteit van de overledene, de laatste woonplaats en eventuele rechtskeuzes bepalend zijn voor het toepasselijke recht.
Het is verstandig om in internationale erfrechtelijke situaties professionele hulp in te schakelen, zoals een notaris en een juridisch vertaalbureau. Dit zorgt ervoor dat de nalatenschap op een juridisch correcte en eerlijke manier wordt verdeeld.