Le Thillot: een culturele en historische parel in de Vogezen
augustus 23, 2025
Het werken met kinderen die geen Nederlands spreken is een complexe, maar tegelijkertijd rijke en belangrijke uitdaging, zowel voor ouders in een expatcontext als voor professionals in de kinderopvang en andere sectoren. De Nederlandse maatschappij is steeds meer geïnternationaliseerd, en daarmee ook de bevolking. In dit artikel worden verschillende invalshoeken en praktische toepassingen besproken, gebaseerd op verhalen, adviezen en ervaringen uit betrouwbare bronnen. Het doel is om inzicht te geven in hoe communicatie, onderwijs en betrokkenheid kunnen worden verbeterd, zowel op het niveau van de ouders als op het niveau van instellingen en organisaties.
Een van de voornaamste uitdagingen bij meertalige opvoeding is het feit dat kinderen vaak de landstaal in de schoot van de maatschappij leren, maar de taal van hun ouders minder of helemaal niet spreken. Dit fenomeen wordt soms aangeduid als "receptieve meertaligheid", waarbij kinderen begrijpen wat wordt gezegd, maar zelf niet in staat zijn om terug te spreken in die taal. In dit geval kan Nederlands het vader- of moedertaal zijn, maar het wordt niet actief gebruikt in het dagelijks leven van het kind.
In de praktijk betekent dit dat ouders soms hun kinderen niet kunnen begrijpen of hun mening niet kunnen delen in de Nederlandse taal. Voor expatouders, die Nederlands als vreemde taal leren, kan dit extra frustrerend zijn. Ze willen hun kinderen Nederlands leren, maar merken dat hun kinderen de taal niet willen spreken of juist een andere taal gebruiken.
Receptieve meertaligheid is een bekende situatie in meertalige gezinnen, en het is niet uniek voor Nederlands. De Nederlandse taal is hier een voorbeeld van, maar het verschijnsel komt voor in veel landen met een multiculturele samenleving. Kinderen leren Nederlands op school of op de speelplaats, maar thuis wordt een andere taal gesproken. Uiteindelijk kan dit leiden tot een situatie waarin kinderen Nederlands begrijpen, maar niet actief gebruiken.
Voor ouders is dit vaak een moment van bezorgdheid. Ze willen dat hun kinderen Nederlands leren spreken, omdat de taal essentieel is voor het functioneren in de Nederlandse maatschappij. Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat kinderen hun eigen taal behouden, omdat dit bijdraagt aan hun identiteit en zelfvertrouwen.
Meertaligheid heeft veel voordelen. Kinderen die meerdere talen spreken, hebben vaak betere cognitieve vaardigheden, zoals het vermogen tot abstract denken en het oplossen van complexe problemen. Bovendien helpt meertaligheid bij het ontwikkelen van culturele bewustwording en flexibiliteit in communicatie. Het is dus niet alleen een kwestie van taalvaardigheid, maar ook van mentale en sociaal-emotionele groei.
Een verantwoordelijke opvoeding in een meertalige context vereist dus niet alleen het leren van Nederlands, maar ook het waarborgen van de moedertaal. Dit betekent dat ouders moed moeten geven aan hun kinderen om beide talen te gebruiken, zowel thuis als in de maatschappij.
Een van de belangrijkste stappen die ouders kunnen nemen is het uitleggen waarom het leren en spreken van Nederlands belangrijk is. Kinderen moeten begrijpen wat ze met Nederlands kunnen, zowel in de huidige situatie als in de toekomst. Het is belangrijk om de voordelen van meertaligheid te benadrukken, maar ook de unieke positie van Nederlands in de maatschappij.
Om het spreken van Nederlands aantrekkelijker te maken, kunnen ouders verschillende strategieën toepassen. Een manier is het regelmatig contact houden met Nederlandse familie en vrienden. Door videogesprekken te organiseren via WhatsApp of Skype kunnen kinderen gemotiveerd worden om Nederlands te gebruiken. Een tweede tip is het oprichten van een familieblog waar kinderen kleine stukjes kunnen schrijven of vertellen. Dit helpt hen om de taal te oefenen in een creatieve context.
Creatieve en speelse activiteiten kunnen ook helpen bij het aantrekken van Nederlands. Denk aan het gebruik van Nederlandse moppen, moppen en reclames, of het spelen van Nederlandse bordspellen. Er zijn zelfs taalgerichte spellen zoals Boggle, waarbij het doel is om zoveel mogelijk woorden te vinden in een bepaald rooster. Dit soort activiteiten maakt taalleren leuk en interactief.
In de reguliere kinderopvang en in specifieke situaties zoals de opvang van vluchtelingenkinderen is het werken met kinderen die geen Nederlands spreken een alledaagse realiteit. Deze situatie vereist een andere aanpak dan bij kinderen die de Nederlandse taal al beheersen. Werkgevers en medewerkers moeten bewust worden gemaakt van de uitdagingen en de manieren waarop ze effectief kunnen omgaan met deze situatie.
In vluchtelingenkinderopvang is de situatie vaak extra complex. Kinderen die in de IND-opvang terechtkomen, spreken vaak geen Nederlands en hebben soms ook trauma’s doorheen hun reis of hun herkomstland. Pedagogisch medewerkers in deze opvangcentra moeten niet alleen een taalbarrière overwinnen, maar ook emotionele en sociaal-culturele barrières.
Locatiemanager Femke Merks benadrukt dat het werken in deze context veel handen- en voetenwerk vereist. Kinderen veranderen vaak van opvanglocatie en blijven er meestal maar voor korte periodes. Daarom is het belangrijk om dagelijks flexibel te zijn en te handelen op de behoeften van het kind. De medewerkers moeten niet alleen communiceren, maar ook luisteren naar wat de kinderen niet zeggen, zoals in hun tekeningen of gedrag.
Om medewerkers goed te ondersteunen in hun werk met kinderen die geen Nederlands spreken, zijn trainingen en taalondersteuning belangrijk. Timing, een organisatie die werkt met internationale arbeidskrachten, biedt bijvoorbeeld contracten in verschillende talen, zoals Engels, Pools, Duits, Arabisch en Oekraïens. Zo worden medewerkers wegwijs in hun rechten en plichten. Bovendien zijn er taalcursussen beschikbaar, die gratis gevolgd kunnen worden voor bepaalde functies.
Medewerkers die werken met kinderen die geen Nederlands spreken, spelen een essentiële rol in de integratieproces van die kinderen. Zij zijn vaak de eerste contactpersonen in de Nederlandse maatschappij. Het is daarom belangrijk dat zij goed bekwamen zijn, zowel qua taalvaardigheid als qua culturele sensibiliteit. De samenwerking tussen ouders, scholen, kinderopvang en andere instellingen is hierbij essentieel.
Niet alleen kinderen, ook ouders en andere medewerkers kunnen het land binnenkomen zonder vloeiend Nederlands te spreken. In veel gevallen is een beperkte taalvaardigheid voldoende voor het uitoefenen van een functie. Zo is Timing een voorbeeld van een organisatie die vacatures aanbiedt waarvoor geen vloeiend Nederlands nodig is. Werknemers uit Syrië, Eritrea, Oekraïne en andere landen kunnen hier werken als magazijnmedewerker, verpakkingsmedewerker of schoonmaker.
Christina de Vries, intercedente bij Timing Leeuwarden, legt uit dat het vaak voldoende is om enkele woorden te begrijpen en te kunnen spreken. Voor bepaalde functies zijn zelfs trainingen beschikbaar die gratis gevolgd kunnen worden. Dit helpt bij zowel de professionele groei als de taalontwikkeling van de werknemers.
Werken met kinderen die geen Nederlands spreken is een uitdaging die veelzijdig is en zich op verschillende niveaus presenteert. Voor ouders is het een kwestie van taalondersteuning, meertaligheid en het creëren van een positieve omgeving waarin Nederlands een waarde heeft. Voor professionals in de kinderopvang en andere sectoren is het een kwestie van training, flexibiliteit en culturele bewustwording.
In de praktijk betekent dit dat zowel ouders als medewerkers bewust moeten zijn van de taal- en culturele barrières en strategieën moeten ontwikkelen om deze te overwinnen. Het is belangrijk om Nederlands te waarderen en aan te moedigen, maar ook om de moedertaal van kinderen te erkennen en te waarborgen. Zo kan meertaligheid tot een rijke bron van kennis en begrip groeien.