Vertalingen van ‘à restaurer’ en ‘remettre en route’ naar het Nederlands: betekenis en toepassing
juli 24, 2025
In 2019 was de vergrijzing in Nederland al een duidelijke trend, met sterke regionale verschillen. Deze ontwikkeling heeft grote gevolgen voor de demografie, economie en infrastructuur van de betrokken regio’s. In dit artikel wordt ingegaan op de mate van vergrijzing in verschillende steden en regio’s in Nederland, met een focus op de situatie in 2019. De analyse is gebaseerd op gegevens uit recente studies en bevolkingsprognoses.
In 2019 stond de vergrijzing van de bevolking al voorop in veel regio's, met name in het noordwesten en het zuiden van het land. De grijze druk, een maat voor het aantal mensen van 65 jaar of ouder ten opzichte van de bevolking tussen 20 en 65 jaar, varieerde sterk per regio.
In Groot Amsterdam was de grijze druk in 2019 relatief laag, met een waarde van 21,8. Dit was bijna tweemaal minder dan in Zeeland, waar de grijze druk 42,2 was. Andere regio’s met een hoge mate van vergrijzing waren Drenthe, de Achterhoek en Midden- en Zuid-Limburg. In deze regio’s was de grijze druk overal boven de 40. Dit duidt op een duidelijke demografische trend van vergrijzing in de periferie van het land, in tegenstelling tot de jongere bevolking in de Randstadregio's.
Tussen de provincies viel hetzelfde beeld op. Alleen de vier Randstadprovincies — Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland — kenden minder vergrijzing dan het landelijke gemiddelde. Alle andere provincies lagen er boven, met Zeeland als de meest vergrijsde. Buiten Zeeland en Drenthe is Limburg de meest vergrijsde regio. Toch is het belangrijk om te benadrukken dat Limburg, in tegenstelling tot Zeeland en Drenthe, relatief weinig jongeren tot 20 jaar heeft. In dit opzicht is de vergrijzing dus nog meer opvallend.
Tijdens de bevolkingsgroei, die vooral in de Randstad regio's merkbaar is, wordt ook sprake van bevolkingskrimp aan de randen van het land. Deze krimp heeft een directe invloed op de mate van vergrijzing in die regio's. In de krimpregio’s gaat de vergrijzing sneller door dan in de Randstad. De verwachting is dat deze trend zich ook in de komende jaren zal voortzetten. Zo was in 2019 Zeeuws-Vlaanderen al de meest vergrijsde regio, met 25 procent 65-plussers in de bevolking. In vergelijking met andere regio’s is de bevolkingsdaling in deze gebieden dus een belangrijke factor in de verdere vergrijzing.
In 2035 zal Delfzijl en omgeving de meest vergrijsde regio worden, met bijna 34 procent 65-plussers. In veel andere krimpgebieden is het aandeel 65-plussers in 2035 ook boven de 30 procent. Na 2040 neemt de vergrijzing licht af, en worden de regionale verschillen kleiner. Toch is het belangrijk om rekening te houden met de toekomstige ontwikkelingen in deze regio’s, waar de vergrijzing al in 2019 een duidelijke trend is.
Een belangrijke factor in de demografische ontwikkelingen is migratie. In de Randstadregio's trekt het vooral jongeren en migranten aan, wat leidt tot bevolkingsgroei. Dit heeft als gevolg dat de bevolking jonger is in deze regio’s. In tegenstelling hiermee zien we in de krimpregio’s een sterke vergrijzing, die voornamelijk het gevolg is van een lage natuurlijke aanwas. In deze regio’s vertrekken jongeren vaak en komt er weinig aanvulling door kinderen of jonge migranten.
Toch is er ook een trend waarbij zestigers uit de Randstadregio's verhuizen naar landelijke gebieden. Deze verhuizingen zijn een mogelijke oorzaak van een gedeeltelijke afname van de bevolkingskrimp in de perifere regio's. Het Nidi constateerde in 2021 dat gebieden buiten de Randstad, zoals Drenthe en de Achterhoek, door verhuizingen juist meer zestigers ontvangen. Dit duidt op een voorkeur voor landelijke woonomgevingen bij deze doelgroep. Deze trend kan de bevolkingskrimp in de regio’s afremmen, maar tegelijkertijd ook bijdragen aan een snellere vergrijzing.
De jongere generatie is vooral aantrekkelijk voor stedelijke gebieden. In 2019 was het aantal jongeren relatief hoog in de Randstad en andere stedelijke gebieden, terwijl het aantal ouderen sterk toenam in de periferie. In de grote steden en studentensteden is er een structurele toename van het aantal leerlingen in het basisonderwijs. Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs daalt daarentegen vrijwel overal, met uitzondering van de grote steden.
De jonge bevolking in de steden draagt bij aan de bevolkingsgroei. Deze groei wordt vooral veroorzaakt door immigratie en natuurlijke aanwas. In de Randstad, bijvoorbeeld, zijn migranten uit het buitenland aangetrokken door de goede baankansen en het feit dat hier al vaak migranten met dezelfde achtergrond wonen. Het gaat hierbij vooral om expats, arbeidsmigranten uit de EU en internationale studenten. Bovendien hebben de steden op jongeren een grote aantrekkingskracht vanwege de opleidingsmogelijkheden, baankansen en culturele voorzieningen.
Toch is er ook sprake van binnenlandse migratie. Veel jonge stellen en gezinnen trekken uit de steden weg naar de omliggende gemeenten, waar ze zich vestigen in nieuwbouw. Het aantal dat vertrekt is groter dan het aantal dat zich in de stad vestigt, waardoor de grote steden door binnenlandse migratie inwoners verliezen.
Aan de randen van Nederland zijn er gemeenten die met een significante bevolkingsdaling kampten in 2019. In de noordelijke en oostelijke regio’s is dit het geval in gemeenten zoals Eemsdelta, Meerssen en Stein. Deze gemeenten zien in 2019 al een duidelijke daling van het inwonertal, met name als gevolg van jongeren die wegtrekken en een lage natuurlijke aanwas.
De Eemsdelta had in 2019 een bevolkingsdaling van 12,6 procent. Ook Meerssen en Stein kenden een daling van 9,5 procent. Deze dalingen zijn het gevolg van een combinatie van factoren, zoals een lage geboortecijfer, een hoge sterftegraad en een afnemende aantrekkingskracht van het gebied voor jonge gezinnen. Deze ontwikkelingen hebben directe gevolgen voor de demografie van de regio’s, met een snellere vergrijzing als gevolg.
De bevolkingsprognoses voor de komende decennia tonen een voortzetting van de huidige trends. In 2050 is Nederland verwacht te groeien naar 18,5 miljoen inwoners. De bevolkingsgroei concentreert zich vooral in de Randstad, terwijl aan de randen van het land sprake is van bevolkingskrimp. Deze krimp wordt vooral veroorzaakt door jongeren die wegtrekken en een lage natuurlijke aanwas.
In de komende decennia zal de vergrijzing verder doorgaan. Het aantal AOW-ers zal sterk toenemen, en in 2035 is het aandeel 65-plussers in de bevolking van Delfzijl en omgeving verwacht op bijna 34 procent te liggen. In veel andere krimpgebieden zal het aandeel 65-plussers in 2035 boven de 30 procent liggen. Na 2040 is een lichte afname van de vergrijzing verwacht, en worden de regionale verschillen kleiner. Toch zullen de regio’s met bevolkingskrimp de meeste vergrijsing blijven kennen.
In 2019 was de vergrijzing al een duidelijke trend in veel Nederlandse steden en regio’s. De regio’s in de periferie van het land, zoals Drenthe, de Achterhoek en Midden- en Zuid-Limburg, kenden een hoge mate van vergrijzing, terwijl de Randstadregio's relatief jonger zijn. Deze demografische ontwikkelingen hebben invloed op de bevolkingsgroei en -krimp in de regio’s. In de komende decennia zullen deze trends zich voortzetten, met een verdere vergrijzing in de krimpregio’s en bevolkingsgroei in de Randstad.
De rol van migratie en verhuizing is hierin van groot belang. In de steden trekken jongeren en migranten aan, wat leidt tot bevolkingsgroei, terwijl in de krimpregio’s jongeren vertrekken en zestigers verhuizen naar landelijke gebieden. Deze verhuizingen kunnen de bevolkingskrimp in de regio’s afremmen, maar tegelijkertijd ook bijdragen aan een snellere vergrijzing.
Bij het bezoeken van Nederlandse steden en regio’s is het dus belangrijk om rekening te houden met deze demografische ontwikkelingen. In de jongere steden is er een levendige bevolking, terwijl in de perifere regio’s de vergrijzing al een duidelijke trend is. Deze kennis kan helpen bij het plannen van een verblijf in Nederland en het kiezen van de juiste bestemming.