Wandelen op La Palma: een gids in de Nederlandse taal voor een indrukwekkende eilandexpeditie
juli 23, 2025
Vossen zijn traditioneel beschouwd als dieren die vooral voorkomen in bossen en natuurgebieden. Toch is in de afgelopen decennia een duidelijke trend zichtbaar: ook in de steden van Nederland zijn vossen steeds vaker te zien. In dit artikel wordt ingegaan op de aanwezigheid, gedrag, leefomstandigheden en coëxistensie van vossen in stedelijke gebieden. Op basis van meerdere betrouwbare bronnen wordt geanalyseerd hoe vossen zich aanpassen aan het stedelijk milieu, waarom ze daar komen en hoe burgers en autoriteiten met deze aanwezigheid om kunnen gaan.
De aanwezigheid van vossen in steden is niet nieuw, maar de toename van het aantal vossen en hun groeiende aanpassingsvermogen aan stedelijk leefgebied is zeker opvallend. In Nederland zijn vossen in meer dan 25 steden waargenomen, waaronder bekende steden als Rotterdam, Utrecht, Maastricht, Apeldoorn en Almere. In sommige gevallen zijn vossen zelfs zo onschuw geworden dat ze overdag op pad gaan, zoals in Londen, waar vossen sinds 1930 geïntegreerd zijn in het stadsbeeld.
De stad biedt vossen een aantal voordelen. Ze vinden hier voldoende voedsel in de vorm van afval, kleine dieren en andere natuurlijke prooien. Bovendien zijn er genoeg dekkingen, zoals tuinen, parken en struiken, die de vossen kunnen gebruiken om te rusten en zich te verbergen. Steden zijn bovendien relatief warm en bieden bescherming tegen extreme weersomstandigheden.
De vos is een flexibel en slim dier dat zich goed aanpast aan verschillende omgevingen. Vossen leven niet alleen in bos- of duinwezen, maar ook in polders, landbouwgebieden en zelfs in de buurt van of midden in dorpen en steden. Wat belangrijk is voor vossen, is het aanbod van voldoende voedsel en dekking. In stedelijke gebieden voldoen deze voorwaarden vaak aan hun leefomstandigheden.
In het stadspark Sonsbeek in Arnhem is bijvoorbeeld recent een jonge vos gezien die zich ongehinderd liet zien in de buurt van een stilstaande auto. De vos bleef gedurende een kwartier rondlopen en had duidelijk interesse in een vogel dat op de weg lag. Dit gedrag laat zien dat vossen zich in stedelijke omgevingen comfortabel voelen en niet snel vertrekken als er voedsel is.
De voedselvoorziening in stedelijke gebieden is divers. Vossen jagen op kleine dieren zoals konijnen, muisjes, vogels en insecten, maar ze zijn ook geneigd afval te doorzoeken. In sommige gevallen jagen vossen op pluimvee of kleine huisdieren, wat leidt tot wat bekendstaat als "surplus killing". Dit gedrag komt voor bij roofdieren die meerdere prooien tegelijk tegenkomen. Ze doden dan meer dan ze kunnen eten. Dit is een functioneel gedragstype en niet iets wat wijst op agressie of onredelijkheid.
Vossen zijn in de loop van de jaren steeds minder schuw geworden in stedelijke gebieden. Deels komt dit doordat ze leren dat mensen meestal niet reageren op hun aanwezigheid, en deels omdat het stedelijk leefgebied hen een veilig en comfortabel oord biedt. In sommige gevallen zijn vossen zelfs zo onschuw dat ze overdag op pad gaan. In Rotterdam zijn vossen bijvoorbeeld al gezien in buitenwijken en midden in Den Bosch.
In Londen zijn vossen volledig geïntegreerd in het stadsleven en jagen ze vaak overdag. In Nederland is dit nog niet zo gebruikelijk. Meestal worden vossen 's nachts waargenomen in tuinen of parken. Toch is er een duidelijke ontwikkeling: hoe langer vossen in stedelijke gebieden blijven wonen, hoe minder schuw ze worden. Dit maakt het voor burgers belangrijk om zich bewust te zijn van het gedrag van vossen en te weten hoe men ermee om moet gaan.
Het aantal vossen in Nederland is sterk toegenomen in de afgelopen decennia. In de jaren vijftig waren vossen alleen aanwezig in het zuiden en oosten van het land. De jaren zestig brachten het gebruik van gif en klemmen om vossen te bestrijden. Toen deze methoden werden verboden, kon de vos zich vrijer verspreiden en vestigde hij zich ook in het westen van het land.
De jacht op vossen is tegenwoordig in veel gebieden verboden of sterk beperkt. In Luxemburg is er sinds 2015 een jachtverbod op vossen, en de aantallen zijn sindsdien stabiel gebleven. Volgens bioloog Jaap Mulder is het bestrijden van vossen in principe niet noodzakelijk voor het natuurlijke evenwicht. De vos is samen met zijn prooisoorten geëvolueerd en heeft natuurlijke vijanden, waaronder andere vossen. Vossen zijn territoriale dieren en wanneer een gebied vol raakt, komen er geen extra exemplaren bij.
Aangezien vossen steeds vaker in stedelijke gebieden worden waargenomen, is het belangrijk om te weten hoe burgers met hun aanwezigheid om moeten gaan. Het belangrijkste advies is: als je een vos ziet, laat hem doen wat hij doet en verstoor hem niet. Vossen zijn schuw en stressen gemakkelijk, wat kan leiden tot gedragsproblemen of gevaarlijk gedrag.
Voor mensen die kippen of andere kleine dieren houden, is het aanbevolen om deze 's nachts op te sluiten. Vossen zijn roofdieren en zoeken naar voedsel, waaronder pluimvee. Het hok moet van boven dicht zijn of omgeven door een hek van minstens 2 meter hoog. Het gaas moet minstens 1,5 mm dik zijn en een maasgrootte van maximaal 3x3 cm. Bovendien moet het gaas minstens 30 cm in de grond ingegraven worden om te voorkomen dat vossen er onderdoor grijpen.
Automatische sluitsystemen voor kippenrennen zijn tegenwoordig beschikbaar en kunnen helpen om problemen te voorkomen. Ook is het aan te raden om een waterpartij aan te leggen met een eiland of platform waar vogels kunnen slapen. Dit biedt extra bescherming tegen roofdieren.
Het melden van voswaarnemingen is belangrijk voor het opbouwen van een accuraat beeld van de verspreiding van vossen in Nederland. Vrijwilligers geven vaak hun waarnemingen door via websites zoals Telmee.nl, Waarneming.nl en Tuintelling.nl. Deze databases helpen wetenschappers en autoriteiten om de verspreiding en populatiegroei van vossen te volgen.
Hoewel er al veel waarnemingen zijn geregistreerd, zijn er nog steeds zogenaamde 'witte plekken' op de verspreidingskaart. Dit zijn gebieden waar het voorkomen van vossen nog onbekend is. Burgers worden daarom aangemoedigd om eventuele voswaarnemingen door te geven. Dit helpt om een completer beeld van de verspreiding van vossen in Nederland te krijgen.
Vossen zijn een steeds meer aanwezige component van het stedelijk leefgebeid in Nederland. Ze hebben zich goed aangepast aan de omstandigheden in steden, waar ze voldoende voedsel en dekking vinden. De toename van het aantal vossen is een gevolg van de verbanning van jacht en bestrijding en hun vermogen om zich aan te passen aan verschillende leefomgevingen.
Het belangrijkste voor burgers is om vossen niet te storen als ze worden gezien. Vossen zijn schuwe dieren en stressen gemakkelijk. Het is aan te raden om kleine dieren 's nachts op te sluiten en eventuele aanpassingen te maken aan kippenrennen en hokken. Tevens is het belangrijk om waarnemingen van vossen door te geven aan de juiste databases, zodat autoriteiten en wetenschappers een goed beeld kunnen krijgen van de verspreiding en populatiegroei van vossen in Nederland.
Met de juiste aanpak en bewustwording is het mogelijk om vossen en mensen te laten coëxisteren in stedelijke gebieden. De vos is een slim en aanpasbaar dier dat een waardevolle bijdrage levert aan het ecologische evenwicht in steden en omgevingen.