Wandelen in Heusden: Ontdek de Vestingstad en het Rivierenlandschap van Noord-Brabant
juli 22, 2025
De versnippering van natuurgebieden is één van de grootste uitdagingen voor het behoud van de biodiversiteit in Nederland. Door de aanleg van wegen, spoorwegen en vaarwegen zijn natuurgebieden in de loop van de afgelopen decennia opgesplitst in kleinere, geïsoleerde fragmenten. Deze geïsoleerde leefgebieden vormen een bedreiging voor de overleving van dier- en plantensoorten. Het gevolg is dat soorten hun mogelijkheid verliezen om te verbreiden, te voortplanten en te overleven in hun natuurlijke omgeving.
In deze artikel wordt ingegaan op de oorzaken en gevolgen van de versnippering van de natuur, de huidige toestand van het ecologisch netwerk in Nederland, en de oplossingen die worden ontwikkeld om de natuur weer te verbinden. Het artikel is opgebouwd uit meerdere onderdelen die elk een aspect van het probleem en de aanpak belichten, op basis van gegevens uit betrouwbare bronnen.
De versnippering van natuurgebieden ontstaat voornamelijk door menselijke activiteiten, zoals de aanleg van wegen, spoorwegen en andere infrastructuur. Deze infrastructuren delen de natuur op in kleinere, geïsoleerde stukken. Volgens de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), die in 1982 is opgesteld als ruimtelijk beleidsinstrument voor het behoud van de natuur, is het doel om een netwerk van natuurgebieden te creëren dat ecologisch samenhangt en waarin soorten zich vrij kunnen verplaatsen.
In de praktijk is het echter gebleken dat het ontwikkelen en behouden van ecologische verbindingen moeilijk is. De aanleg van wegen en andere constructies heeft geleid tot een afnemende beweeglijkheid van dieren en planten en heeft het hun leefgebieden beperkt. Hierdoor zijn dieren zoals herten, dassen, wilde zwijnen en zelfs vleermuizen steeds vaker vastgezeten in een beperkt gebied zonder toegang tot voedsel, schuilplaatsen of partners.
De versnippering wordt ook versterkt door het verlies van leefgebieden door bebouwing en landbouwactiviteiten. Deze ontwikkelingen beïnvloeden niet alleen de kwaliteit van het leefgebied, maar ook de kwantiteit. De combinatie van versnippering en leefgebiedsverlies maakt dat de overlevingskansen van veel soorten aanzienlijk worden verlaagd.
De gevolgen van de versnippering zijn zowel voor dieren als voor planten aanzienlijk. Het verlagen van de beweeglijkheid van soorten leidt tot dichtere populaties in kleinere gebieden, wat weer kan leiden tot een verlaagde genetische diversiteit. Dit maakt populaties kwetsbaarder voor ziektes, milieuwisselingen en andere bedreigingen.
Bijvoorbeeld, bij de das is bekend dat grotere leefgebieden nodig zijn om een gezonde populatie te handhaven. Als een leefgebied te klein wordt en er geen verbinding is met een ander leefgebied, kan de populatie uiteindelijk uitsterven door verlaging van de genetische diversiteit. Dit probleem is niet beperkt tot zoogdieren, maar treft ook kikkers, reptielen, vogels en insecten.
Daarnaast zijn er ook ecologische gevolgen. Natuurgebieden die geïsoleerd zijn, hebben minder ecologische functies. Zo kunnen ze bijvoorbeeld minder goed dienst doen als filter voor lucht of water, of minder effectief dienen als buffer tegen extreme weersomstandigheden. De ecologische waarde van de natuur wordt dus verminderd door de versnippering.
Om de versnippering aan te pakken is in Nederland het concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ontwikkeld. Deze EHS is een netwerk van natuurgebieden dat ecologisch met elkaar verbonden is. Het doel is om dieren en planten de mogelijkheid te geven zich vrij te verplaatsen en te voortplanten. De EHS is opgenomen in het Nederlandse natuurbeleid en wordt gezien als een essentieel instrument voor het behoud van de biodiversiteit.
Aanvullend op het EHS-concept is in 2003 het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) opgestart. Dit programma is gericht op het oplossen van knelpunten in de ecologische verbindingen. Het MJPO is een samenwerking tussen het Rijk, ProRail, de provincies en andere betrokken partijen. Het doel van het programma is om ecologische barrières te herstellen of te omzeilen, zodat dieren en planten weer vrije toegang hebben tot hun leefgebieden.
Om dit te realiseren zijn maatregelen zoals ecoducten, ecoduikers, faunatunnels en uittreedbare oevers ontwikkeld. Deze infrastructuur helpt dieren om veilig een weg of spoor te oversteken en zo hun leefgebied te verlaten of te betreden. Deze aanpassingen zorgen ervoor dat dieren zoals herten, dassen, wilde zwijnen en zelfs vleermuizen veilig kunnen verplaatsen en zo hun natuurlijke gedrag weer kunnen uitvoeren.
Hoewel het MJPO sinds 2003 actief is, is de voortgang traag. In 2010 was nog maar 25% van de geïdentificeerde knelpunten opgelost. In de context van het MJPO zijn 208 knelpunten geïdentificeerd die veroorzaakt worden door rijksinfrastructuur. Het doel was om deze knelpunten voor 2018 op te heffen, maar de voortgang was in 2010 al traag.
De traagheid van de oplossingsproces kan te maken hebben met de complexiteit van het probleem. Het opheffen van ecologische barrières vereist niet alleen financiële middelen, maar ook een coördinatie tussen verschillende partijen, zoals het Rijk, ProRail, de provincies, waterschappen en natuurbeschermingsorganisaties. Bovendien is het soms moeilijk om ecologische verbindingen te realiseren zonder dat het conflict heeft met andere doelen, zoals de verkeersveiligheid of de bebouwing.
Een ander uitdaging is dat de meetbare voortgang van het MJPO afhankelijk is van de kwaliteit en beschikbaarheid van data. In het coalitieakkoord van 2023 is de zin opgenomen dat "De daadwerkelijk gemeten staat van de natuur wordt leidend in het natuurbeleid." Hoewel dit in principe een positieve ontwikkeling is, hangt het effect ervan af van hoe de metingen worden uitgevoerd en welke criteria worden gebruikt.
Om de versnippering van de natuur effectief aan te pakken zijn meerdere oplossingen ontwikkeld. Deze oplossingen zijn ingedeeld in drie categorieën: verbeteren en vergroten van bestaande natuurgebieden, het verbinden van natuurgebieden, en de toepassing van kennis in het beleid.
Verbeteren van bestaande natuurgebieden houdt in dat de kwaliteit van de natuur wordt versterkt, bijvoorbeeld door het verlagen van meststoffen, het herstel van natte gronden, of het verlagen van luchtverontreiniging. Vergroten van natuurgebieden kan worden bereikt door het vrijmaken van gebieden voor natuurontwikkeling of het integreren van natuur in de bebouwde omgeving.
Verbinden van natuurgebieden is centraal in het MJPO en betreft het opheffen van ecologische barrières. Dit kan worden gerealiseerd door het aanleggen van ecoducten, ecoduikers, faunatunnels en andere verbindingen. Ook wordt gekeken naar de aanpassing van bestaande infrastructuur, zoals bruggen en viaducten, om deze geschikt te maken voor dieren.
Een belangrijke stap in het herstel van de natuur is het omzetten van wetenschappelijke kennis in beleid. Het MJPO heeft scenario’s ontwikkeld om de effecten van mogelijke maatregelen in te schatten. Deze scenario’s zijn op landelijke, regionale en lokale schaal ontwikkeld en geven inzicht in hoe het herstel van de natuur zich kan ontwikkelen in de toekomst.
Een voorbeeld is het scenario voor de roerdomp, waarin wordt gekeken naar de effecten van het herstellen van ecologische verbindingen op landelijke schaal. Een ander voorbeeld is het scenario voor de das op regionale schaal, waarbij wordt ingezoomd op de ecologische behoeften van deze soort. Op landinrichtingsschaal is een scenario ontwikkeld voor de boomkikker en de blauwborst, waarbij de ecologische verbindingen op kleinere schaal worden bekeken.
De versnippering van natuurgebieden is een groot probleem voor het behoud van de biodiversiteit in Nederland. Door de aanleg van wegen, spoorwegen en andere infrastructuren zijn de leefgebieden van dieren en planten steeds geïsoleerder geworden. Deze isolatie heeft gevolgen voor de overleving van soorten, de ecologische functies van natuurgebieden en het ecologisch netwerk in het geheel.
Om de versnippering aan te pakken is het concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ontwikkeld, waarin natuurgebieden ecologisch met elkaar worden verbonden. Dit is concreet gerealiseerd in het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO), dat gericht is op het opheffen van ecologische barrières. Hoewel er voortgang is geboekt, is de voortgang traag en zijn er nog veel uitdagingen te overwinnen.
De toekomstige oplossingen voor de versnippering liggen in het verbeteren en vergroten van bestaande natuurgebieden, het verbinden van geïsoleerde stukken natuur en het omzetten van wetenschappelijke kennis in beleid. Al deze maatregelen zijn nodig om de biodiversiteit in Nederland te herstellen en te behouden.