Vlakke fietsroutes in Nederland: Ontdek de schilderachtige landschappen van ons kikkerlandje
juli 22, 2025
Het fenomeen dat steeds minder kinderen leren fietsen of zelfs helemaal geen fiets meer bezitten, zorgt voor ongerustheid bij diverse betrokken partijen, waaronder Veilig Verkeer Nederland (VVN), de Fietsersbond en de Nationale Fietsagenda. Ondanks het feit dat er geen duidelijke trend in cijfers van het CBS zichtbaar is, blijft de schaduw van een mogelijke verkeerscultuurverandering groeien. Het heeft gevolgen voor de verkeerssfeer, de leefomgeving rondom scholen, en de fysieke en mentale ontwikkeling van kinderen. In dit artikel nemen we een kritische blik op de huidige situatie, de oorzaken en mogelijke gevolgen, op basis van de informatie die voorhanden is.
Een van de meest voorkomende zinnen die in de bronnen terugkeren, is dat kinderen steeds vaker opgroeien zonder een fiets. José de Jong van Veilig Verkeer Nederland benadrukt dat dit gebeurt door de combinatie van verkeersdrukte, gezinsstructuur en het gebruik van de auto. De drukte bij scholen, gecreëerd door ouders die hun kinderen in auto's brengen, leidt tot een vicieuze cirkel waarin fietsen steeds onveiliger en minder aantrekkelijk wordt.
Tom Huyskens van BOVAG legt uit dat het gebruik van de auto vaak louter praktisch is. "Papa en mama werken allebei. Dan is het natuurlijk makkelijker om op weg naar je werk de kinderen naar school te brengen. Je stapt niet eerst op de fiets om naar school te gaan om vervolgens nog weer terug te moeten om de auto te halen." Dit zegt veel over de huidige levensstijl, waarin de tijd een kostbare waarheid is.
De verkoopcijfers van kinderfietsen zijn een duidelijke metertoestand van de fietscultuur. Tom Huyskens meldt dat de verkoop van nieuwe fietsen is gehalveerd sinds 2004. In 2004 waren er nog 227.000 nieuwe fietsen verkocht, tegen 116.000 in het afgelopen jaar. Dit getal betreft echter alleen nieuwe fietsen en niet tweedehands fietsen of elektrische fietsen.
Hugo van Steenhoven van de Nationale Fietsagenda benadrukt dat het fietsgedrag van kinderen in grote steden als Rotterdam en Amsterdam dramatisch gedaald is. In Rotterdam doen meer dan de helft van de scholen niet meer mee aan het Verkeersexamen van VVN, en in Utrecht en Den Haag is dat circa 30 procent. De reden? Veel kinderen kunnen niet fietsen of hebben geen fiets.
Deze trend is vooral zichtbaar in steden, waar de fietscultuur al jaren een belangrijk onderdeel van het stratenbeeld is. De oorzaak ligt ook gedeeltelijk in culturele verschillen. Niet in alle culturen is het fietsen normaal of eenvoudig toegankelijk. Daarnaast zijn fietsen soms te duur voor ouders die op zoek zijn naar een alternatief vervoermiddel.
Het gebruik van de auto is een belangrijke factor in het afnemende fietsgedrag. Ouders brengen hun kinderen naar school, naar vriendjes of sportclubs, wat op de lange termijn de fietscultuur verder verzwakt. Bram Tankink, die op sociale media melding maakt van de schaduwkant van deze ontwikkeling, stelt dat kinderen steeds meer afhankelijk worden van de auto, zelfs bij de kleuterschool.
José de Jong benadrukt dat ouders het fietsen voor hun kinderen als te gevaarlijk beschouwen. Maar juist die drukte, veroorzaakt door het gebruik van de auto, maakt fietsen op zichzelf gevaarlijker. Er is dus sprake van een vicieuze cirkel: door het gebruik van de auto neemt de drukte toe, waardoor fietsen minder aantrekkelijk wordt, en zo blijft het zichzelf in stand.
Hoewel VVN en andere organisaties het fenomeen beschrijven, zijn de cijfers die hierbij worden genoemd niet altijd eenduidig. Het CBS onderzoekt sinds 2011 hoe kinderen naar school gaan, en concludeert dat 46 procent fiets, 30 procent loopt en 20 procent met de auto komt. Volgens Tanja Traag van het CBS zijn er geen duidelijke trends in de cijfers. Dit betekent dat er op dit moment geen bewijs is voor een verandering in fietsgedrag van kinderen, maar wel dat de zorgen van VVN en de Fietsersbond er zijn.
De Nationale Fietsagenda doet onderzoek naar fietsgedrag in grote steden en stelt dat de cijfers "schokkend" zijn. In grote steden is het fietsgebruik bij kinderen zichtbaar gedaald. Dit is een indicatie dat het fenomeen in stedelijke gebieden het sterkst is.
Het afnemende fietsgedrag heeft gevolgen voor de veiligheid van kinderen in het verkeer. Bram Tankink benadrukt dat kinderen die weinig fietsen, ook weinig verkeersinzicht ontwikkelen. Voor jonge kinderen is het fietsen belangrijk om hun motoriek en verkeersinzicht te ontwikkelen. Kinderen die niet leren fietsen of te weinig ervaring hebben, lopen grotere risico's in het verkeer, zowel nu als later in hun leven.
In Wijk bij Duurstede is het landelijk verkeersexamen van VVN een jaarlijks gebeurtenis. De resultaten tonen aan dat niet alle kinderen het praktijkexamen slagen, en sommige fietsen zelfs worden afgekeurd. Dit geeft aan dat kinderen niet alleen minder vaak fietsen, maar ook niet altijd goed fietsen. Het verkeersexamen dient dan ook als een barometer voor de fietsvaardigheden van kinderen.
Over de vraag of kinderen een fietshelm moeten dragen, zijn de meningen verdeeld. Veilig Verkeer Nederland stelt dat het gebruik van een fietshelm voor kinderen tot tien jaar oud elk jaar honderd ziekenhuisopnames kan voorkomen. De Fietsersbond benadrukt echter dat het verplicht stellen van een fietshelm het fietsgebruik juist kan doen dalen, doordat het fietsen minder aantrekkelijk wordt.
Het is een persoonlijke keuze of een kind een helm draagt, maar zowel VVN als de Fietsersbond benadrukt dat veel fietservaring belangrijk is. Het dragen van een helm kan het risico op hoofdletsel met 60% verkleinen. Voor dodelijke letselvallen is het percentage zelfs 70%. Dit maakt duidelijk dat een fietshelm een waardevolle bescherming biedt, maar niet verplicht is in Nederland.
Om de fietscultuur bij kinderen weer te versterken, zijn er verschillende aanpakken mogelijk. Veilig Verkeer Nederland benadrukt het belang van verkeersopvoeding en -training, zoals het verkeersexamen. In Wijk bij Duurstede is dit een jaarlijks gebeurtenis, waarbij kinderen zowel een schriftelijk als praktijkexamen afleggen. Dit helpt bij het verbeteren van hun verkeersinzicht.
Daarnaast is het belangrijk om de drukte rondom scholen te verminderen, zodat ouders zich niet langer gedwongen voelen om hun kinderen met de auto te brengen. Dit zou het fietsen weer aantrekkelijker maken. In combinatie met educatieve programma’s en een sterke fietscultuur kan het fietsgedrag van kinderen weer groeien.
Het fenomeen dat steeds minder kinderen fietsen is zorgwekkend, niet alleen voor hun veiligheid in het verkeer, maar ook voor de fietscultuur in Nederland. Ondanks het feit dat er geen duidelijke cijfers zijn die een trend tonen, zijn er duidelijke signalen dat in steden het fietsgebruik afneemt. De drukte rondom scholen, het gebruik van de auto en de kosten van fietsen zijn belangrijke factoren. Het fietsen ontwikkelt verkeersinzicht en motorische vaardigheden, en is daarom belangrijk voor kinderen. Het is een verantwoordelijkheid van ouders, scholen en de overheid om de fietscultuur te ondersteunen en te versterken.