Verlaten en Griezelige Plekken in Nederland: Ontdekkingsreis Tegen het Verval
juli 22, 2025
In 1934 was Nederland een land dat langzaam veranderde onder invloed van economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Hoewel de Grote Depressie in Europa aan het aftakelen was, bleef de economische situatie voor veel gemeenschappen uitdagend. Op dat moment speelden figuren als Hub van Doorne en organisaties zoals de NSB een rol in de geschiedenis van het land. In deze tijd werden ook culturele, historische en maatschappelijke voorbereidingen gedaan voor toekomstige ontwikkelingen. De uitstapjes van die tijd, zowel culturele als historische, geven een interessant beeld van Nederland zoals het zich in de jaren ’30 ontwikkelde.
De jaren ’30 vormden een overgangsfase in de Nederlandse geschiedenis. De Grote Depressie had het land zwaar getroffen, en het herstel was langzaam. In die tijd was er een sterke focus op het opbouwen van infrastructuur en de versterking van nationale identiteit. De NSB, die in 1931 was opgericht, groeide langzaam aan als politieke kracht. In 1934 was de partij nog in haar vroege jaren, maar de ideologische basis was al duidelijk zichtbaar.
Tegelijkertijd begonnen industriële figuren zoals Hub van Doorne hun sporen in de Nederlandse economie te achterlaten. In 1928 had hij zijn bedrijf opgericht, en in 1932 was de naam veranderd in “Van Doorne’s Aanhangwagenfabriek NV”. Deze bedrijven groeiden in het midden van de jaren ’30, ondanks de economische druk.
De coöperatieve beweging was ook actief in die tijd. Zowel de Haagse afdeling van ‘Eigen Hulp’ als de Nederlandsche Coöperatieve Vrouwenbond speelden een rol in het leveren van levensmiddelen en goederen voor de bevolking. Deze organisaties waren een reactie op de economische onzekerheid en boden een alternatief voor traditionele winkels en markten.
Hub van Doorne was in 1934 een centrale figuur in de industriële wereld van Nederland. Zijn bedrijf, dat oorspronkelijk was opgericht als een reparatiewerkplaats, had inmiddels een vaste rol in de productie van aanhangwagens en andere voertuigen. Zijn visie en inzet waren belangrijk voor de toekomstige groei van DAF, die in de jaren daarna zou worden uitgebouwd tot een internationaal gerenommeerd merk.
Van Doorne had ook een sterke band met zijn gemeenschap. Hij was lid van de dorpselite in Deurne, waar hij tot 1937 leefde. Zijn betrokkenheid bij lokaal beleid en maatschappelijke zaken was zichtbaar in het maatschappelijke klimaat van die tijd. Zijn ideologie was echter niet fascistisch, zoals hij in de jaren van de nazi's zou blijken te zijn, maar in 1934 was hij vooral een industrieel met een toekomstvisie.
De uitstapjes in Nederland in 1934 konden dus ook worden gecombineerd met bezoeken aan industriële bedrijven of innovatieve productiecentra. Hoewel DAF in die tijd nog geen grote fabriek was, was het een interessant historisch punt om te bezoeken voor mensen die geïnteresseerd waren in industriële ontwikkelingen.
Doorn, een stad in de regio Utrecht, had in 1934 al een sterke historische aanwezigheid. Hoewel het landgoed Huis Doorn pas in de jaren daarna zou worden vermaakt tot museum, was het in die tijd al een bekende locatie vanwege zijn verbinding met de Duitse keizer Wilhelm II. De keizer had er wonen vanaf 1918 tot zijn dood in 1941, en dit gaf het landgoed een nationale en internationale aandacht.
In 1934 was het Von Gimborn Arboretum, een exotisch bomenpark dat in 1924 was opgericht, al een bekende attractie. Het park was het erfgoed van de Duitse inktfabrikant Max von Gimborn, en het bevatte al een grote collectie bomen uit verschillende delen van de wereld. Voor mensen die in 1934 een uitstapje zochten, kon een bezoek aan dit bomenpark een rustige, educatieve en visueel aantrekkelijke ervaring zijn.
De Maartenskerk in Doorn was ook een historisch interessant punt in die tijd. De kerk, die in de 12e eeuw was gebouwd, had al een rijke geschiedenis en was een belangrijke religieuze en culturele locatie. Het gebouw was in 1934 al een rijksmonument, wat aantoont dat het een waarde had die boven de maatschappelijke veranderingen uitging.
In 1934 was de NSB nog in een vroege fase van ontwikkeling. De partij was in 1931 opgericht door Anton Mussert en Kees van Geelkerken in Utrecht, en de eerste landelijke bijeenkomst had in januari 1933 plaatsgevonden. In Zuid-Holland was de NSB op dat moment nog een relatief kleine en onbekende partij. De groei was langzaam, en de partij had nog maar weinig leden. De financiële middelen waren beperkt, en de organisatie had nog niet veel invloed op het maatschappelijke klimaat.
Toch was er al sprake van een ideologische basis die zich geleidelijk zou ontwikkelen. De NSB had al een krant, Volk en Vaderland, en begon zich te profileren als een partij die zich richtte op nationale waarden en autoriteit. In 1934 was het een groep die nog niet de aandacht had van de bredere maatschappij, maar die in de komende jaren zou groeien tot een belangrijke politieke kracht in Nederland.
Voor mensen die in 1934 geïnteresseerd waren in politieke bewegingen, was het mogelijk om activiteiten van de NSB bij te wonen, zoals partijbijeenkomsten of demonstraties. Hoewel de NSB in die tijd nog geen grote rol speelde, was het een interessante historische context om te bestuderen.
In 1934 was kunst en literatuur ook een belangrijk onderdeel van de Nederlandse maatschappij. Schrijvers zoals Antoon Coolen speelden een rol in de culturele levens van hun gemeenschappen. Coolen was in 1934 nog actief in Deurne, en hij had al een reputatie als schrijver die zich niet liet breiden door politieke ideologieën. In die tijd had hij nog geen directe conflicten met de nazi’s, maar zijn ideologische tegenstrijdigheid zou in de jaren van de oorlog duidelijk worden.
Coolen was lid van de dorpselite in Deurne, net als Hub van Doorne. In 1934 was hij nog verbonden aan de lokale gemeenschap en had hij een betrekkelijke vrije hand in zijn schrijverschap. Voor iemand die in 1934 een literair of cultureel uitstapje wilde maken, was het mogelijk om literaire werken van Coolen of andere schrijvers van die tijd te bezoeken of te lezen.
In 1934 was de coöperatieve beweging ook een belangrijk onderdeel van de Nederlandse maatschappij. In Zuid-Holland en Noord-Holland waren er coöperatieve verenigingen die zich richtten op het leveren van levensmiddelen en andere goederen. De Haagse afdeling van ‘Eigen Hulp’ was de grootste in Nederland, en het doel was om levensbenodigdheden in eigen winkels te leveren. In Utrecht had Francesco Cristofoli al in 1930 een levensmiddelenhandel opgericht, die later zou groeien tot een groothandel in Italiaanse wijnen en delicatessen.
Voor iemand die in 1934 op zoek was naar een uitstapje dat te maken had met maatschappelijke ontwikkelingen en economische veranderingen, was een bezoek aan een coöperatieve winkel of markt een interessante optie. Het was een manier om te zien hoe mensen in die tijd probeerden om te overleven in een tijd van economische onzekerheid.
De jaren ’30 in Nederland waren een tijd van verandering. In 1934 speelden zowel industriële figuren als politieke bewegingen een rol in de maatschappij. Hub van Doorne, Anton Mussert en Antoon Coolen waren slechts een paar van de vele personen die in die tijd hun sporen nalaten. Voor mensen die in 1934 een uitstapje wilden maken, waren er veel historische, culturele en maatschappelijke punten van interesse. Van het Von Gimborn Arboretum in Doorn tot de NSB-activiteiten in Zuid-Holland, er was veel te ontdekken. Deze tijd biedt een rijke context voor het begrijpen van hoe Nederland zich ontwikkelde in de jaren die voorafgingen aan de Tweede Wereldoorlog.