Nederlandse jongeren: Trends, uitdagingen en kansen in een veranderende samenleving

Inleiding

De samenleving in Nederland verandert, en een van de duidelijkste spiegelingen van deze verandering is de demografische ontwikkeling bij jongeren. Het aantal jongeren onder de 25 jaar is de afgelopen twintig jaar afgenomen, en dit fenomeen heeft zich door de jaren heen versneld. In 2024 maakten jongeren nog 27,4 procent van de totale bevolking uit, terwijl dit percentage in 2004 al 30,5 procent was. Uit de data blijkt ook dat jongeren vroeger hun ouderlijk huis verlaten dan eerder, en dat er sprake is van zowel kansen als uitdagingen op het gebied van onderwijs, werk, mentale gezondheid en sociale participatie. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige trends bij jongeren in Nederland, de onderliggende factoren en mogelijke gevolgen voor de toekomstige samenleving.

Aandeel jongeren in de bevolking

Het aandeel jongeren in de Nederlandse bevolking is het afgelopen decennium gestaald. In 2024 was 27,4 procent van de bevolking jonger dan 25 jaar. Dit is een duidelijke daling ten opzichte van 2004, toen jongeren nog 30,5 procent van de bevolking uitmaakten. De afname is het gevolg van verschillende factoren, waaronder een afname in geboortecijfers en veranderde migratiestromen. In 2023 was het aantal geboortes in Nederland al het laagste sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. Dit heeft als gevolg dat de jonge generatie kleiner wordt ten opzichte van de oudere bevolking, wat impliceert dat jongeren een groter deel van de samenleving moeten dragen, terwijl er minder jongeren zijn om dat te doen.

Aandeel jongeren in de jaren

De tabel hieronder toont het aandeel jongeren in de Nederlandse bevolking vanaf 2004 tot 2030.

Jaartal Aandeel jongeren
2004 30,5
2005 30,4
2006 30,2
2007 30,1
2008 30,0
2009 29,9
2010 29,8
2011 29,7
2012 29,6
2013 29,4
2014 29,2
2015 29,0
2016 28,8
2017 28,6
2018 28,4
2019 28,2
2020 28,0
2021 27,8
2022 27,7
2023 27,6
2024 27,4
2025 27,1
2026 26,8
2027 26,6
2028 26,3
2029 26,1
2030 25,9

Deze data tonen een langzaam, maar zeker, afnemend aandeel jongeren in de bevolking. Hoewel er sprake is van een lichte toename in de inwoningstelling van jonge immigranten, is het aantal jongeren van Oekraïense nationaliteit bijvoorbeeld in 2023 lager dan in 2022. Dit betekent dat migratie op zich geen compensatie biedt voor het afnemende aantal inheemse jongeren.

Onderwijs en werk

Hoewel jongeren in Nederland relatief vaak werken en of studeren, is er een lichte daling in de aantallen werkende jongeren. In 2024 had 77,7 procent van de jongeren van 15 tot 27 jaar een betaalde baan. Dit is een kleine daling ten opzichte van 2023, waarin 77,9 procent werkte. Deze daling is de eerste sinds 2020, het jaar waarin de coronapandemie begon. In vergelijking met andere EU-landen is Nederland nog steeds een land waar jongeren vaak werken of studeren. In 2024 werkte 77 procent van de jongeren van 15 tot 24 jaar, wat het hoogste percentage in de EU is. Verder combineert 74 procent van de jongeren werk en onderwijs. Dit verschil is het grootst wanneer alleen studenten worden meegenomen, aangezien Nederlandse studenten vaker bijbaantjes met minder dan 20 uur per week doen dan studenten elders in Europa.

Arbeidsparticipatie

De arbeidsparticipatie van jongeren in Nederland is het afgelopen decennium gestegen. In 2014 had 69 procent van de jongeren een betaalde baan, terwijl dit percentage in 2024 al 77,7 procent was. De enige tijd dat het percentage daalde, was in 2020 tijdens de coronapandemie. Zowel onderwijsvolgende jongeren als niet-studerende jongeren zien een lichte daling in het aantal werkenden. Onder niet-studerende jongeren had 79,6 procent in 2024 een betaalde baan, terwijl dit percentage in 2023 iets hoger was. Onder onderwijsvolgende jongeren is de daling kleiner, maar er is wel sprake van een lichte afname.

Mentale gezondheid en sociale media

De mentale gezondheid van jongeren in Nederland is in de afgelopen jaren verslechterd, met name bij meisjes. Tussen 2017/18 en 2021/22 is het percentage meisjes dat psychosomatische klachten rapporteert, zoals hoofdpijn en zich ongelukkig voelen, toegenomen van 32 naar 50%. Dit is iets sterker dan de internationale trend, waar het percentage bij meisjes van 43 naar 56% steeg. Hoewel de mentale gezondheid in Nederland iets beter is dan in driekwart van de landen, is er toch een duidelijke achteruitgang.

Op het gebied van sociale media is het percentage jongeren met problematisch gebruik in Nederland twee keer zo laag als het internationale gemiddelde. Dit betekent dat Nederlandse jongeren relatief verstandiger omgaan met sociale media dan hun leeftijdgenoten in andere landen. Er is echter wel een lichte toename in het gebruik van cannabis, wat boven het gemiddelde ligt in vergelijking met andere landen.

Onderwijsprestaties en vaardigheden

De onderwijsprestaties van Nederlandse jongeren zijn de afgelopen jaren gestaald. Uit de PISA-scores blijkt dat jongeren in Nederland wederom lager scoren dan voorheen, vooral op het gebied van begrijpend lezen. In vergelijking met 14 EU-landen scoren alleen Griekse jongeren nog lager. Dit is zorgwekkend, aangezien begrijpend lezen essentieel is voor de participatie in de samenleving.

De burgerschapsvaardigheden van jongeren zijn ook ondermaats. Uit de International Civic and Citizenship Education Study blijkt dat Nederlandse jongeren minder weten over democratie dan jongeren in de omringende landen. 1 op de 7 jongeren scoort op of onder het laagste kennisniveau, terwijl minder jongeren zich in het hoogste kennisniveau bevinden dan in vergelijkbare landen. Deze trend is niet nieuw; er is een duidelijke dalende lijn ten opzichte van het vorige rapport.

Samenleving en gezin

Van de minderjarigen in Nederland woont 77 procent bij beide ouders en 17 procent bij één ouder. De leeftijd waarop jongeren het ouderlijk huis verlaten is in 2023 iets gedaald, wat suggereert dat jongeren steeds langer in hun gezin blijven wonen. Dit kan te maken hebben met de stijgende huurprijzen, de economische onzekerheid of veranderende sociale normen.

Het feit dat jongeren vroeger hun ouderlijk huis verlaten, heeft ook gevolgen voor de woningmarkt en het wonen in steden. Het betekent dat er meer jongeren zijn die in stadswooningcomplexen wonen of bij elkaar in appartementen wonen. Dit zorgt voor grotere druk op de huurmarkt en beïnvloedt de structuur van woonwijken en gemeenschappen.

Toekomstige uitdagingen

De afname in het aantal jongeren heeft verschillende gevolgen voor de toekomstige samenleving. Eén van de grootste uitdagingen is de afname in het aantal jongeren die de basisvaardigheden hebben om goed mee te draaien in de samenleving. Eén op de drie jongvolwassenen mist deze vaardigheden, wat een probleem is voor de toekomstige arbeidsmarkt en samenleving.

Daarnaast heeft de afname in geboortecijfers al een effect op de bevolkingsgroei. In 2023 werden er minder baby’s geboren in Nederland dan ooit tevoren sinds de jaren tachtig. Hoewel het totale aantal inwoners nog toeneemt, is dit hoofdzakelijk het gevolg van immigratie. De bevolkingsgroei is echter afgenomen ten opzichte van eerdere jaren, wat duidt op een veranderende demografie.

Conclusie

De trends bij jongeren in Nederland tonen een complex beeld van kansen en uitdagingen. Aan de ene kant werken jongeren relatief vaak en combineren ze vaak werk met onderwijs. Aan de andere kant is er sprake van een afname in het aantal jongeren in de bevolking, een dalende arbeidsparticipatie en een achteruitgang in onderwijsprestaties en mentale gezondheid. De demografische veranderingen vragen om een overtuigend beleid dat jongeren in staat stelt om zich goed te ontwikkelen en de samenleving te dienen. Het is duidelijk dat de toekomst van Nederland sterk afhankelijk is van de jongeren, en dat het van belang is om hun positie in de samenleving te versterken.

Bronnen

  1. De verwaarlozing van Nederlandse jongeren vraagt om drastische veranderingen
  2. Nederlandse jongeren lui? Het tegenovergestelde is waar
  3. Jongeren in Nederland
  4. Daling werkende jongeren in Nederland 2024
  5. Steeds minder kinderen geboren in Nederland, gevolgen
  6. Jongeren in Nederland blijven koplopers in sociale relaties

Related Posts