Nederlandse staatsschuld: ontwikkeling, risico's en toekomstige uitdagingen

De Nederlandse staatsschuld is in de afgelopen jaren gestegen, en ook in de toekomst is verder oplopen mogelijk. De coronacrisis, maatregelen ter ondersteuning van bedrijven en burgers, en de economische onzekerheden in de wereld hebben hieraan bijgedragen. In dit artikel geven we een overzicht van de huidige staatsschuld, de ontwikkeling in de komende jaren, de rentevoeten die Nederland betaalt, en de gevolgen die rentestijgingen kunnen hebben op de overheidsfinanciën. We baseren ons hierbij uitsluitend op feiten en analyses uit betrouwbare bronnen.

Huidige staatsschuld

Aan het einde van 2022 bedroeg de Nederlandse staatsschuld ongeveer 491 miljard euro, wat neerkomt op ruim 60 procent van het bruto binnenlands product (BBP). Dit percentage ligt iets boven de Europese norm van 60 procent, maar onder de 90 procent die als onwenselijk wordt aangemerkt door de Europese Commissie. In vergelijking met andere landen in de eurozone is de Nederlandse staatsschuld relatief laag. In 2023 is de schuld iets gedaald naar 49,5 procent van het BBP. In de komende jaren verwacht het CPB (College voor de Toekomst) dat de schuldquote zich tussen de 55 en 60 procent van het BBP zal bewegen.

De rente op de staatsschuld

Een belangrijk aspect van de Nederlandse staatsschuld is de rente die de overheid moet betalen. In de afgelopen jaren was deze rente extreem laag, waardoor het goedkoop was voor de overheid om te lenen. In 2023 stegen de rentevoeten echter aanzienlijk. Het CPB verwacht dat de rente op de staatsschuld in 2023 rond de 1,6 procent komt te liggen, wat leidt tot extra uitgaven van ongeveer 1,1 miljard euro per jaar. Als deze stijging zich doorzet naar latere jaren, kan dit in 2027 tot extra uitgaven van circa 3 miljard euro per jaar leiden.

Deze rentevoeten zijn structurele kosten die volgens de begrotingsregels in het uitgavenplafond moeten worden opgenomen. Dit betekent dat de overheid maatregelen zal moeten nemen om deze extra kosten te financieren, zonder dat het tot grotere schulden of minder investeringen in andere beleidslijnen moet leiden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het verlagen van andere uitgaven of het verhogen van inkomsten via belastingen.

Toekomstige schuldontwikkeling

Volgens analyses van het CPB is de staatsschuld in de komende jaren financieel houdbaar. In 2030 verwacht het college dat de staatsschuld zich tussen de 55 en 60 procent van het BBP zal bewegen. De kans dat de schuld boven de 60%-norm komt, is klein. De staatsschuld blijft dus binnen de Europese richtlijnen. Er is echter onzekerheid over de toekomstige ontwikkelingen van zowel de economie als de rentevoeten.

De schuld kan oplopen als het BBP afneemt, bijvoorbeeld door een economische recessie, of als de rente verder stijgt. Beide scenario’s zouden de schuldquote opdrijven. Aan de andere kant kan de schuld ook dalen als het BBP groeit, bijvoorbeeld door toegenomen werkgelegenheid of productiviteit. In de analyses van het CPB is rekening gehouden met de investeringsagenda van het kabinet en de gevolgen van vergrijzing. Deze ontwikkelingen kunnen zowel positieve als negatieve effecten hebben op de staatsschuld.

De rol van investeringen en belastingbeleid

Hoewel Nederland op dit moment een relatief gunstig financieel klimaat heeft, zijn er verschillende meningen over het beleid dat gevoerd wordt. Sommige economen vinden het verstandig dat de overheid in goede economische tijden overschotten creëert, zodat er in slechte tijden geen directe bezuinigingen of belastingverhogingen nodig zijn. Anderen vinden dat de overheid in moeilijke tijden meer moet investeren in bijvoorbeeld infrastructuur, onderwijs en zorg, in plaats van alleen bezuinigingen te doen.

In 2023 had Nederland bijvoorbeeld een begrotingsoverschot, maar de overheidsuitgaven stegen met 4,1 procent. Meer geld werd uitgegeven aan de zorg, aan ambtenaren en aan andere beleidsmaatregelen. Hoewel deze uitgaven positief zijn, roept het vragen op over of het verstandig is om in tijden van overschot extra uit te geven, of of het beter zou zijn om deze extra middelen aan te houden als buffer.

De rol van de Europese Unie

Nederland is een lid van de Europese Unie en moet zich houden aan de Europese richtlijnen voor overheidsfinanciën. De Europese Unie heeft gezamenlijk een overheidsschuld van bijna 13 biljoen euro, wat overeenkomt met 80 procent van het BBP van de EU. Nederland zit met een schuld van 52,4 procent van het BBP ruim onder het EU-gemiddelde en onder de 60%-norm. In de EU zijn er landen met zowel een begrotingsoverschot als een tekort. Nederland behoort momenteel tot de landen met een overschot.

De betrouwbaarheid van de Nederlandse staatsschuld

Hoewel de staatsschuld in de afgelopen jaren is gestegen, is Nederland nog steeds een land met een triple-A kredietrating. Dit betekent dat kredietbeoordelingsbureaus het land het hoogst mogelijke betrouwbaarheidsniveau toekennen. Nederland heeft volgens deze bureaus een zeer hoog vertrouwen dat het aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Dit is een belangrijke factor die beïnvloedt hoeveel de overheid moet betalen voor leningen.

Risico’s en uitdagingen

Hoewel de Nederlandse staatsschuld op de korte en middellange termijn financieel houdbaar is, zijn er wel risico’s. Het grootste risico is de stijging van rentevoeten. Als de rente verder toeneemt, stijgt ook de kosten die de overheid moet maken voor het aflossen van de staatsschuld. Dit kan leiden tot extra uitgaven die in het uitgavenplafond moeten worden opgenomen. Dit betekent dat de overheid moet kiezen tussen het verlagen van andere uitgaven of het verhogen van inkomsten via belastingen.

Daarnaast is er ook onzekerheid over de toekomstige economische ontwikkelingen. Als het BBP afneemt door bijvoorbeeld een economische recessie of een wereldwijde crisis, stijgt de schuldquote automatisch. Dit kan leiden tot hogere rentevoeten, omdat beleggers dan minder vertrouwen hebben in het vermogen van Nederland om zijn verplichtingen na te komen.

De rol van de kapitaalmarkt

De overheid leent voornamelijk via de kapitaalmarkt, waarbij staatsobligaties worden uitgegeven. Deze obligaties hebben looptijden van drie tot dertig jaar en vormen de belangrijkste pijler van de Nederlandse staatsschuld. In 2023 was ongeveer 315 miljard euro van de staatsschuld vastgelegd in obligaties. De uitgifte van deze obligaties gebeurt tweemaal per maand via veilingen aan zogenoemde Primary Dealers, grote banken die verantwoordelijk zijn voor de verhandeling van deze obligaties.

De laatste jaren neemt het belang van langetermijnleningen toe, omdat de overheid meer geld nodig heeft om bijvoorbeeld maatregelen voor de coronacrisis en investeringen in infrastructuur te financieren. Dit heeft ook invloed op de rentevoeten, omdat langetermijnleningen in de regel hogere rentevoeten hebben dan kortetermijnleningen.

Conclusie

De Nederlandse staatsschuld is in de afgelopen jaren gestegen, maar op de korte en middellange termijn is deze schuld financieel houdbaar. Nederland heeft een relatief gunstig financieel klimaat, met lage rentevoeten en een triple-A kredietrating. De schuld blijft binnen de Europese richtlijnen en is lager dan in andere landen in de eurozone.

Toch zijn er uitdagingen. De stijging van rentevoeten is een belangrijk risico, omdat dit leidt tot extra uitgaven die in het uitgavenplafond moeten worden opgenomen. Ook is er onzekerheid over de toekomstige economische ontwikkelingen, die de schuldquote verder kunnen opdrijven. De overheid moet daarom maatregelen nemen om de overheidsfinanciën beheersbaar te houden en zorgen dat er geen rekeningen worden doorgeschoven naar toekomstige generaties.

Tot slot is het belangrijk dat de overheid in goede economische tijden overschotten creëert, zodat er in moeilijke tijden geen directe bezuinigingen of belastingverhogingen nodig zijn. De manier waarop deze overschotten worden gebruikt en beheerd, bepaalt de financiële houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de toekomst.

Bronnen

  1. Staatsschuld loopt verder op, maar is dat erg? Dat en 4 andere vragen
  2. Miljoenennota 2023
  3. NOS - Nederland voldoet aan Europese normen
  4. Niemand weet wie onze staatsschuld bezit
  5. Europese meetlat 2019 - Overheidsfinanciën
  6. Miljoenennota 2023

Related Posts