Overzicht van het vaccineringsbeleid in Nederland

Het vaccineringsbeleid in Nederland is een essentieel onderdeel van het nationale gezondheidsbeleid en richt zich op het voorkomen van ziekten via preventieve immunisatie. In het kader van de coronapandemie is het beleid opnieuw onderzocht en uitgebreid, met het oog op zowel de bescherming van de individu als de maatschappelijke gezondheid. Dit artikel biedt een gedetailleerde en informatieve overweging van de huidige richtlijnen voor het vaccineren in Nederland, met aandacht voor de uitvoering, doelgroepen, veiligheid en specifieke situaties.

Vaccinbeheer en logistiek

Het vaccineren in Nederland vereist een zorgvuldig beheer van de voorraden en transportketens, omdat de beschikbare vaccins zeer gevoelig zijn voor verkeerde opslag- en transportvoorwaarden. Vaccinvervoer en -opslag vereisen dus extra aandacht om de werkzaamheid en veiligheid van de vaccins te waarborgen. In dit kader is een farmaceutisch logistiek dienstverlener ingezet die ervaring heeft met het distribueren van vaccins. Deze partij zorgt voor het reserveren van opslagcapaciteit voor verschillende temperatuurzones, waaronder ultra-low, vries-, koel- en kamertemperatuur. Dit is noodzakelijk gezien de verschillende opslagvereisten van de diverse vaccins.

De logistiek dienstverlener draagt ook verantwoordelijkheid voor het leveren van vaccins en bijbehorend materiaal naar vaccinatielocaties. Bovendien zijn er instructies opgesteld voor de uitvoerende organisaties en voor het transport en de opslag van vaccins op locatie. In het kader van het vaccineringsprogramma wordt er regelmatig gecontroleerd of aan de randvoorwaarden voor correct vaccinbeheer wordt voldaan, ook op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), waar het RIVM een adviserende rol speelt.

Doelgroepen en reikwijdte van het vaccinatieprogramma

Het vaccinatieprogramma in Nederland is gericht op personen die woonachtig zijn in Nederland en ingeschreven staan bij de gemeente, mits zij behoren tot één van de doelgroepen voor vaccinatie. Daarnaast zijn ook bepaalde niet-woonachtige personen toegankelijk voor het programma, zoals ongedocumenteerden, personen in detentiecentra, asielzoekers, en Nederlandse diplomaten en militairen in het buitenland, mits zij behoren tot de doelgroepen voor vaccinatie.

De reikwijdte van het programma houdt dus rekening met de situatie van de bevolking in Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het programma is opgesteld in samenwerking met het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en is onderdeel van het beleid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het RIVM heeft regie over het programma en zorgt voor de coördinatie, communicatie en monitoring van de uitvoering.

Vaccinatiebeleid voor bijzondere groepen

Personen afkomstig uit het buitenland

Personen afkomstig uit het buitenland kunnen ook in aanmerking komen voor vaccinatie in Nederland. Het vaccinatiebeleid is onafhankelijk van het type vaccin dat in het buitenland is gebruikt. Het is aannemelijk dat deze personen al immuniteit tegen SARS-CoV-2 hebben opgebouwd, ofwel door vaccinatie, ofwel door infectie, of door een combinatie van beide. Het RIVM geeft richtlijnen voor de uitvoering van de vaccinatie en legt uit hoe de status van deze personen wordt beoordeeld.

Deelnemers aan vaccinaties in het kader van studies

Er zijn ook situaties waarin personen in Nederland deelnemen aan een vaccinaties in het kader van wetenschappelijke studies. In dergelijke gevallen kunnen personen geëxposeerd worden aan (nog) ongeregistreerde vaccins of afwijkende doses van geregistreerde vaccins. De hoofdonderzoeker informeert de deelnemers over het verdere beleid en legt uit of aanvullende vaccinatie nodig is. Deelnemers kunnen contact opnemen met de GGD voor aanvullende vaccinatie met een mRNA-vaccin. De registratie van dergelijke vaccins vindt plaats via de GGD.

Bescherming en veiligheid van de coronavaccins

Het Nederlandse Vaccinstudie Corona (VASCO) onderzoekt de langetermijneffectiviteit van de coronavaccins onder de Nederlandse bevolking. In het kader van VASCO zijn er studies uitgevoerd die de effectiviteit van het XBB.1.5 vaccin tegen infecties met SARS-CoV-2 hebben beoordeeld. In deelnemers van 60 jaar en ouder was de effectiviteit tegen infectie 51%. In deelnemers van 18-59 jaar die tot een medische risicogroep behoorden was de effectiviteit lager, op 37%. Een eerdere infectie had een positief effect op de bescherming tegen herinfectie in beide leeftijdsgroepen.

De bescherming tegen ernstige ziekte was in beide leeftijdsgroepen aanzienlijk. In deelnemers van 60 jaar en ouder was de bescherming tegen ernstige ziekte hoger dan in deelnemers van 18-59 jaar, wat mogelijk te maken heeft met het hogere risico op zware ziekte bij oudere personen. De studie geeft aan dat vaccinatie een belangrijk onderdeel is van het beleid om het risico op ernstige ziekte en sterfte door corona te verlagen.

Veiligheid van de coronavaccins

Zeldzame bijwerkingen

Er zijn zeldzame bijwerkingen beschreven die kunnen optreden na de coronavaccinatie. Een voorbeeld is TTS (trombose met trombocytopeniesyndroom) of VITT (vaccine-induced immune thrombotic thrombocytopenia). Deze bijwerkingen zijn beschreven in verband met vaccins als Vaxzevria (AstraZeneca) en Jcovden (Janssen). Deze vaccins zijn niet langer beschikbaar in het vaccinatieprogramma, respectievelijk sinds 1 november 2021 en 31 juli 2023. Bij vaccinatie met een mRNA-vaccin is TTS (VITT) zeer zelden beschreven.

Overgevoeligheidsreacties bij fillers

Mensen die een cosmetische behandeling met fillers hebben ondergaan of ondergaan kunnen overgevoeligheidsreacties ervaren na de vaccinatie. De Nederlandse Vereniging Cosmetische Geneeskunde (NVCG) heeft geadviseerd om geen fillerbehandelingen uit te voeren in een periode van 2 weken vóór tot 2 weken ná de vaccinatie. De klachten die op de plaats van de fillers kunnen optreden zijn vooral jeuk, roodheid, zwelling en pijn. Deze reacties vormen doorgaans geen belemmering voor een eventuele vervolgvaccinatie.

Allergieën en desensibilisatietherapie

Er zijn ook situaties waarin personen met een allergie of die ondergaan aan subcutane immunotherapie (desensibilisatietherapie) in aanmerking komen voor vaccinatie. Het beleid voor deze groepen is uitgebreid onderzocht en wordt geregeld aangepast op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Het is belangrijk om te weten dat het vaccineren in dergelijke gevallen zorgvuldig moet worden afgehandeld, aangezien allergische reacties na vaccinatie zeldzaam maar mogelijk zijn.

Vervolgadvisering en aanpassingen in het vaccinatiebeleid

Het beleid van de Gezondheidsraad speelt een belangrijke rol in het bepalen en aanpassen van het vaccinatiebeleid. De Gezondheidsraad presenteert regelmatig overzichten van de inzet van vaccinaties in het buitenland en brengt eventuele verschillen tussen landen in beeld. Dit helpt bij het duidelijk maken van de overwegingen in Nederland en in buurlanden.

Er zijn redenen waarom een advies van de Gezondheidsraad kan worden heroverwogen, zoals veranderingen in het aantal ziektegevallen, de beschikbaarheid van nieuwe vaccins of nieuwe wetenschappelijke inzichten. De Gezondheidsraad informeert over welk advies het gaat, of en op welke termijn het advies wordt aangepast.

Adviezen van de Gezondheidsraad sinds 2007

De Gezondheidsraad heeft sinds 2007 meerdere adviezen uitgebracht die als basis hebben gediend voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). In 2007 adviseerde de Gezondheidsraad om de vaccinaties tegen bepaalde ziekten zoals difterie, kinkhoest, tetanus, polio, en hepatitis B te handhaven. Deze adviezen zijn in de loop der jaren aangepast en hebben geleid tot aanpassingen in het RVP. Het RVP is een dynamisch programma dat regelmatig wordt geëvalueerd en aangepast op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten en beleidsdoelen.

Conclusie

Het vaccineringsbeleid in Nederland is een essentieel onderdeel van het nationale gezondheidsbeleid en richt zich op de bescherming van de bevolking tegen ziekten via preventieve immunisatie. Het programma is gericht op diverse doelgroepen, inclusief personen afkomstig uit het buitenland en personen die deelnemen aan vaccinaties in het kader van wetenschappelijke studies. Het programma is uitgevoerd met zorgvuldige aandacht voor veiligheid, effectiviteit en logistiek. De bescherming en veiligheid van de coronavaccins zijn onderzocht in het kader van studies, en er zijn zeldzame bijwerkingen beschreven die regelmatig worden geëvalueerd. Het beleid van de Gezondheidsraad speelt een belangrijke rol in het aanpassen en verbeteren van het vaccinatiebeleid, en het RVP blijft regelmatig worden geëvalueerd op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Vaccinatie is een belangrijk instrument om ziekten te voorkomen en de maatschappelijke gezondheid te waarborgen.

Bronnen

  1. Richtlijnen voor het vaccineren van bijzondere groepen
  2. Uitvoering van het rijksvaccinatieprogramma

Related Posts