Roem en Romantiek: Mooie Liefdesgedichten in het Nederlands
juli 20, 2025
De politieke landschap van Nederland is in de afgelopen decennia sterk veranderd. Terwijl veel regio's een duidelijke rechtsse verschuiving doormaken, zijn er ook stukken van het land waar het electoraat behoudt of zelfs vergroot wordt. Deze artikelen richten zich op de regio’s die als rechtse dorpen of gemeenten worden gezien, met een nadruk op de onderliggende sociale en culturele patronen die hier duidelijk zijn. Het doel is om inzicht te geven in waar deze dorpen zich bevinden, wat hen uitmaakt en hoe ze zich verhouden tot de bredere trend van landelijke politieke verandering.
De term ‘rechtse dorpen’ is meestal geassocieerd met gemeenten of regio’s waar conservatieve of liberale partijen zoals de VVD, PVV of SGP een grote aanhang hebben. In Nederland zijn er tal van gemeenten waar de stemmers zich duidelijk afzetten tegen centristische of linkse partijen, terwijl ze juist voorstander zijn van politiek beleid dat gericht is op economische vrijheid, nationale identiteit en traditionele waarden.
Een voorbeeld van zo’n dorp is Sint-Willebrord, dat ooit bekend stond als een van de armste plekken in Nederland, maar in de afgelopen jaren is omgezet in een welvarend dorp van zelfstandige ondernemers en eigenaars van zelfbouwhuizen. Dit verschijnsel is typisch voor regio’s die in transitie zijn en waar de inwoners een sterke band met de overheid voelen — een band die vaak negatief is georiënteerd. Hier regelt men de zaken liever zelf, wat leidt tot een sterke voorkeur voor politieke partijen die zich bezighouden met vrijheid, lage belastingen en minder overheidsingrijp.
Een andere markante trend is de stijging van het aantal rechtsse stemmers in kleinere gemeenten in het zuiden en westen van Nederland. Deze dorpen staan vaak in schaduw van de grotere steden, maar hebben een eigen dynamiek. Een voorbeeld is Bergen, een dorpje in Noord-Holland dat niet ver van Alkmaar ligt. In Bergen is het gemiddelde vermogen per huishouden relatief hoog, en het dorp staat bekend om zijn oude bevolking en grote villa’s. Het dorp is een voorbeeld van hoe welvaart en een sterke identiteit kunnen leiden tot een rechtsse voorkeur bij de inwoners.
Nederland is een land van contrasten. Aan de ene kant zijn er de ‘groene oasen’ waar progressieve ideeën en een sterke voorkeur voor linkse partijen overheersen, zoals bij Utrecht, waar de gemeenten Bunnik, Zeist, De Bilt en Utrechtse Heuvelrug bekend staan om hun hoge mate van voorkeur voor GroenLinks en de PvdA. Deze regio’s vormen een soort ‘green belt’ die het land verdeelt in stukken met verschillende electorale trends.
Aan de andere kant zijn er regio’s waar de rechtsse voorkeur duidelijk is. Dit zijn vaak dorpen en steden in de periferie van de Randstad, waar mensen meer autonomie en minder overheidsingrijp willen. Een voorbeeld is Utrechtse Heuvelrug, een gemeente waar de trein en de bakfiets typische vervoersmiddelen zijn. Hier wonen hoogopgeleiden uit Amsterdam en Utrecht die vaak voor een linkse partij stemmen, maar er is ook een groep oudere inwoners die conservatiever is en traditionele waarden belangrijk vindt.
Electoraal geograaf Josse de Voogd beschrijft deze regio’s als een soort ‘institutioneel Nederland’, waarin wetenschappelijke instellingen, zorgorganisaties en natuurbeschermingsverenigingen sterk aanwezig zijn. In deze gemeenten is er een hoge mate van voorkeur voor politiek actief zijn, zoals het plaatsen van verkiezingsposters achter de ramen — een fenomeen dat vooral in deze regio’s te zien is.
De economische situatie van een gemeente kan een belangrijke invloed hebben op de politieke voorkeuren van de inwoners. De rijkste dorpen van Nederland, zoals Bloemendaal, Laren en Heemstede, tonen een duidelijke linkse voorkeur. In deze dorpen wonen mensen met hoge inkomens en hoogopgeleiden, die vaak voor progressieve partijen stemmen. De gemiddelde inkomens in deze dorpen liggen rond de €375.000 per huishouden, wat aanzet tot een bevolking die zich meer op sociale en milieubewegingen richt.
In tegenstelling tot deze dorpen zijn er ook gemeenten waar de inkomens lager liggen, maar waar de voorkeur voor rechtsse partijen groter is. Een voorbeeld is Sint Anthonis in Noord-Brabant, waar het gemiddelde vermogen per huishouden €227.000 bedraagt. Hoewel dit bedrag relatief hoog is in vergelijking met het landelijk gemiddelde, is de voorkeur voor rechtsse partijen hier sterker dan in de rijkere dorpen.
Een duidelijke verandering is te zien in gemeenten die van arme stadsranden zijn omgezet in welvarende dorpen van zelfstandige ondernemers. Deze dorpen hebben vaak een sterke voorkeur voor de VVD of PVV, omdat de inwoners hier meer waarde hechten aan economische vrijheid en minder overheidsingrijp.
Inkomens en opleidingsniveau zijn belangrijke factoren die een rol spelen in de politieke voorkeuren van inwoners. In dorpen zoals Bunnik en Utrechtse Heuvelrug is de bevolking vaak goed opgeleid, met een hoge mate van wetenschappelijke of universitaire opleidingen. Hier is de voorkeur voor linkse partijen sterker dan elders in het land.
Een voorbeeld is Driebergen-Zeist, waar 40 procent van de ouders gepromoveerd is en 80 procent wetenschappelijk opgeleid. Dit leidt tot een gemeenschap die zich meer op educatieve en sociale kwesties richt, en waar linkse partijen een sterke basis hebben.
In tegenstelling tot deze dorpen zijn er ook gemeenten waar de opleiding lager ligt, maar waar de voorkeur voor rechtsse partijen sterker is. Deze dorpen zijn vaak gelegen in de periferie van de Randstad en hebben een sterke identiteit die gericht is op autonomie en minder overheidsingrijp.
De voorkeuren van inwoners voor bepaalde politieke partijen kunnen een grote impact hebben op de dorpsgemeenschap. In dorpen met een sterke linkse voorkeur is er vaak een sterke voorkeur voor duurzame energie, deelauto’s en een sterke gemeenschapszin. In Utrechtse Heuvelrug bijvoorbeeld is het aantal deelauto’s per inwoner hoger dan elders in het land, en is het gebruik van zonnepanelen en elektrische voertuigen duidelijk.
In dorpen met een rechtsse voorkeur is het gebruik van deze technologieën minder duidelijk. Hier is er vaak een sterke voorkeur voor traditionele waarden en minder overheidsingrijp. In deze dorpen is het belang van de individuele vrijheid vaak groter dan dat van collectieve acties.
De keuze van inwoners voor bepaalde politieke partijen is vaak het resultaat van een combinatie van factoren, waaronder inkomen, opleiding, leeftijd en identiteit. In dorpen zoals Sint-Willebrord is de voorkeur voor rechtsse partijen groter dan elders, terwijl in dorpen zoals Bloemendaal de voorkeur voor linkse partijen duidelijk is.
De politieke landschap van Nederland is in de afgelopen jaren sterk veranderd. In veel regio’s is er een duidelijke rechtsse verschuiving te zien, terwijl andere dorpen en gemeenten hun linkse voorkeur behouden of zelfs uitbreiden. De voorkeuren van inwoners zijn vaak het resultaat van een combinatie van factoren, waaronder inkomen, opleiding, leeftijd en identiteit.
De rijkste dorpen van Nederland, zoals Bloemendaal en Laren, tonen een duidelijke voorkeur voor linkse partijen, terwijl dorpen zoals Sint-Willebrord en Bergen een sterkere voorkeur voor rechtsse partijen hebben. Deze trends zijn niet alleen te zien in de stemmen die worden uitgebracht, maar ook in het dagelijks leven van de inwoners, zoals de keuze voor duurzame energie, deelauto’s en het gebruik van elektrische voertuigen.
In de toekomst is het belangrijk om deze trends verder te monitoren, omdat ze een grote impact kunnen hebben op de politieke toekomst van Nederland. De rol van de dorpsgemeenschap en de voorkeuren van inwoners zullen blijven bepalen welke partijen het best aansluiten bij de behoeften van de bevolking.