Nederlandse Steden in 2025: Een Overzicht van de Grootste Steden en Hun Unieke Kenmerken
juli 19, 2025
Nederland is een land dat sterk met water verbonden is. Deels vanwege de rivieren, de kust, en de vele polders en droogmakerijen, maar ook vanwege de feite dat een aanzienlijk deel van het land onder het zeeniveau ligt. Dit betekent dat zonder de bescherming van dijken en andere waterbeheermaatregelen, dit deel van het land onder water zou staan. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de gebieden van Nederland die onder het zeeniveau liggen, waarom dit zo is, en welke maatregelen er genomen zijn om de overstromingsrisico’s te beheersen.
Een groot deel van Nederland is historisch gezien gewonnen uit water. Door middel van drooglegging en poldering zijn vele gebieden gemaakt die nu tekenen dragen van hun waterige oorsprong. Een aantal van deze gebieden ligt onder het zeeniveau, en dat maakt ze kwetsbaar voor overstromingen, zowel vanaf zee als vanaf de rivieren. De hoeveelheid land dat onder zeeniveau ligt is onderwerp van discussie in de bronnen, maar in het algemeen ligt het tussen 22% en 26% van het landoppervlak. Dit betekent dat ongeveer een kwart van Nederland gevoelig is voor overstromingen. Deze situatie heeft geleid tot de bouw van duizenden kilometers aan dijken en complexe waterbeheersystemen, zoals de Deltawerken.
De kustprovincies van Nederland – Noord- en Zuid-Holland, Zeeland en de regio’s in de zuidwestelijke delta – zijn het meest kwetsbare gebied. Deze gebieden zijn historisch ontstaan door drooglegging van veengebieden, en daardoor is de bodem inzakken. Hierdoor liggen grote stukken van deze regio’s onder het zeeniveau. De Zuidplaspolder in Zuid-Holland, bijvoorbeeld, ligt op -7 meter onder NAP, wat het laagste punt van Nederland is. Ook andere polders zoals Haarlemmermeer, Wieringermeer, en Flevoland liggen op -4 meter of lager. Deze polders zijn onderdeel van de zogenaamde droogmakerijen, gebieden die in de 17e tot 20e eeuw drooggelegd zijn om er landbouwgrond of stedelijke gebieden te creëren.
Laag Holland is een specifiek gebied in Noord-Holland dat onder zeeniveau ligt. Het omvat steden en dorpen zoals Volendam, Edam, de Zaanstreek en de Beemster. Dit gebied is bijzonder typisch Hollands, met vele molens, weilanden en stijlvolle dorpsgezichten. Een van de bekendste polders in Laag Holland is de Beemster, die in de 17e eeuw drooggelegd is. Het laagste punt van Noord-Holland ligt in de Beemster, op 6 meter onder zeeniveau. Omdat dit gebied zo laag ligt, is het sterk afhankelijk van de dijken en poldermolen die het water uit de polders pompen.
Het IJsselmeergebied is een groot gebied in het noordoosten van Nederland dat volledig onder zeeniveau ligt. Dit gebied bestond vroeger uit het IJsselmeer, een zee-arm die in de 20e eeuw door de Deltawerken afgesloten is. Daarna zijn polders aangelegd, zoals Flevoland, die nu onder zeeniveau liggen. Deze polders zijn ontwikkeld tot landbouw- en woningbouwgebieden, maar ze zijn nog steeds afhankelijk van waterbeheer om droog te blijven. Het IJsselmeergebied is een voorbeeld van hoe Nederland land heeft gewonnen uit water, maar ook hoe kwetsbaar dit land is.
Het feit dat ongeveer 26% van Nederland onder het zeeniveau ligt betekent dat deze gebieden sterk in het geding zijn bij overstromingen. Een derde van het land is zelfs in het risico van overstromingen vanwege zee of rivieren. Dit risico is gebleken bij historische watersnoodrampen zoals die van 1953, waarbij duizenden mensen het leven lieten. Na deze ramp werden plannen gemaakt om dit te voorkomen, wat uiteindelijk heeft geleid tot de bouw van de Deltawerken. Tegenwoordig is Nederland beter beschermd, maar de zeespiegelstijging en bodemdaling zorgen voor een toenemend gevaar. De dijken zijn dus niet alleen historische bouwwerken, maar ook essentiële maatregelen om het land droog te houden.
Een belangrijke reden waarom delen van Nederland onder het zeeniveau liggen is bodemdaling. Deze bodemdaling is het gevolg van drooglegging van veengebieden en het wegwerken van water uit polders. Door het wegwerken van water wordt de bodem droog, maar ook steeds zwakker. Hierdoor zakt de bodem in. In steden zoals Gouda en Amsterdam is het regelmatig dat na een hevige regenbui water in huizen stroomt, omdat de fundering verzwakt is. Dit maakt het duidelijk dat bodemdaling een ernstig probleem is in de laaggelegen delen van Nederland.
Omdat het waterpeil blijft stijgen en de bodemdaling voortduurt, is het duidelijk dat Nederland in de toekomst meer moet doen om deze risico’s te beheersen. De huidige dijken zijn weliswaar sterk, maar als het waterpeil verder stijgt, zullen ze mogelijk niet voldoende zijn. Daarom worden plannen gemaakt voor verbeteringen aan het watersysteem. Denk aan hogere dijken, groene bufferzones langs de kust, en innovatieve bouwmethoden die het land beter kunnen verdedigen. Daarnaast wordt er gekeken naar de mogelijkheid om delen van het land opnieuw te verwateren of om te bouwen in hoger gelegen gebieden.
Ondanks het feit dat delen van Nederland onder het zeeniveau liggen, zijn deze gebieden ook van grote toeristische betekenis. De droogmakerijen, polders en steden zoals Volendam en Edam trekken jaarlijks tienduizenden bezoekers. Deze gebieden zijn niet alleen mooi om te zien, maar ook een levend voorbeeld van het Nederlandse waterbeheer en landbouwvermogen. De Beemster en de Zaanstreek zijn UNESCO-werelderfgoed, en worden daarom bewaard als culturele en historische gebieden. Toeristen kunnen hier leren hoe Nederland land heeft gewonnen uit water en hoe dit land is gemaakt door polders en dijken.
Nederland is een land dat grotendeels onder het zeeniveau ligt. Ongewoon, maar ook een feit dat velen niet direct associëren met het land. Door drooglegging van veen- en moerasslagen is het land ontstaan, maar daardoor is het ook kwetsbaar. Ongeveer 26% van Nederland ligt onder het zeeniveau, en 59% van het land is in het risico van overstromingen. Deze situatie heeft geleid tot de bouw van complexe waterbeheermaatregelen, zoals de Deltawerken, en het opstellen van plannen voor de toekomst. De toeristische betekenis van deze gebieden is eveneens groot, en ze zijn een levend voorbeeld van het Nederlandse geheugen met water. Door verder te investeren in waterbeheer en innovatie, kan Nederland zich blijven verdedigen tegen de toekomstige risico’s van zeespiegelstijging en bodemdaling.