Pretparken met overnachting in Nederland: De perfecte combinatie voor gezinsvermaak
juli 19, 2025
Nederland is bekend om zijn unieke geografie. Het land ligt grotendeels laag en een belangrijk deel ervan ligt zelfs onder het zeeniveau. Dit is het resultaat van eeuwenlang poldering en bodemsinkingsprocessen, waarbij land is gewonnen uit zee en moerassen, en waarbij de bodem daardoor steeds verder zakt. Het risico op overstromingen is groot, en dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een complexe waterkeringssysteem en innovatieve bouwmethoden. Voor toeristen en nieuwsgierigen is het fascinerend om te leren welke plekken in Nederland onder het water liggen en hoe dit land er al die tijd boven heeft weten te blijven.
In dit artikel zullen we ingaan op de regio’s en steden die onder het zeeniveau liggen, de historische oorsprong van deze situatie, en hoe Nederland met het probleem omgaat. Ook zullen we de geografische data die uit de contextdocumenten zijn opgehaald, verwerken in een duidelijke en informatieve weergave. Hierbij gebruiken we exclusief de gegevens uit de bronnen, zoals vermeld in de instructies.
Nederland is een land dat in meer opzichten dan één "onder water" ligt. Circa 26% van het landoppervlak bevindt zich onder het Normaal Amsterdams Peil (NAP), wat gelijk staat aan het gemiddelde zeeniveau van de Noordzee. Een groot deel van het land, vooral in Noord- en Zuid-Holland, is veroverd op water. Deze landwinningen zijn historisch van belang, maar hebben ook tot verhoogde kwetsbaarheid geleid. Zo’n 59% van het land loopt een risico op overstroming, zowel van zee- als rivierkant.
Deze situatie is het gevolg van eeuwenlang landbouw- en bouwactiviteiten in moerassen, veengebieden en zee-afwateringen. Het land is gemaakt droog door middel van poldering, maar daardoor is de bodem gaan zinken. Dit proces is onomkeerbaar: Nederland wordt steeds lager ten opzichte van het zeeniveau. De meest extreme plek is te vinden in de Zuidplaspolder, waar het laagste punt van Nederland zich bevindt: 6,76 meter onder NAP.
Uit de gegevens uit de contextdocumenten blijkt dat verschillende steden en regio’s in Nederland onder het zeeniveau liggen. Deze locaties zijn vaak historische polders die ooit onder water stonden en door middel van dijken en bemaling droog zijn gemaakt. Hieronder volgt een overzicht van de genoemde locaties.
De Zuidplaspolder is de plek waar het laagste punt van Nederland zich bevindt. In 1995 bepaalde Rijkswaterstaat dat het laagste punt zich in een weiland bij de Derde Tochtweg in de toenmalige gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel bevindt. De hoogte is daar 6,76 meter onder NAP, wat ongeveer zeven meter onder het gemiddelde zeeniveau is. In 2005 werd een kleine correctie gedaan, maar de locatie is sindsdien officieel het laagste punt van het land.
Het Haarlemmermeer ligt op 5 meter onder NAP. Deze regio is een klassiek voorbeeld van een polder die in de 19e eeuw drooggelegd werd. Het gebied werd bekend als een "zee" voordat het land was gewonnen en bevolkt.
De Luchthaven Schiphol ligt op 4 meter onder NAP. Dit is opvallend, gezien de luchthaven een van de belangrijkste toegangspoorten van het land is. Het feit dat het vliegveld zo laag ligt benadrukt het technische en logistieke uitdagingen die Nederlanders het afgelopen decennia hebben afgewikkeld.
Het Wieringermeer ligt ook op 4 meter onder NAP. Dit is een van de oudere polders in Noord-Holland, die al in de middeleeuwen drooggelegd werd. Het is een landbouwgebied en vormt een belangrijk deel van de agrarische economie van het land.
Het land van Flevoland ligt op 4 meter onder NAP. Hoewel het land verder gelegen is en niet direct grenst aan de kust, is het toch een typisch voorbeeld van poldering. Het is een recente landwinning en wordt grotendeels gebruikt voor landbouw en recreatie.
In deze stad ligt het officieel vastgestelde laagste punt van Nederland, zoals reeds vermeld. De stad zelf is daardoor ook een van de lage steden in het land.
Laag Holland is een regio in Noord-Holland die volledig onder het zeeniveau ligt. Hierin bevinden zich bekende plekken zoals de Zaanstreek, Volendam, Edam en de Beemster. Een kleiput in de Beemster ligt zelfs meer dan zes meter onder het zeeniveau. De Noord-Hollandse regio is een klassiek voorbeeld van een regio die veroverd is op water, met vele dijken en polders.
De meeste onder-zeeniveau-gebieden in Nederland zijn historisch ontstaan door middel van poldering. Dit is het proces waarbij landen onder water staan, afgezet worden door dijken en het water wordt weggepompt. De grond zakt daarna verder, waardoor het land nog lager komt te liggen. In de 17e eeuw was dit een veelgebruikte methode om agrarische en bebouwbare grond te winnen.
Deze landwinningen waren nodig om het bevolkingsgroei en de landbouwproductie in te kunnen vullen. De dijk- en polderbouwtechnieken zijn sindsdien steeds verder ontwikkeld. Tegenwoordig gebruikt Nederland moderne technologieën zoals duinverhogingen, stroomversnellers en waterkrachtcentrales om het waterbeheer efficiënter te maken.
Een nadeel van poldering is echter dat het land steeds verder zakt. De bodemsinkingsprocessen zijn onomkeerbaar, wat betekent dat Nederland met de jaren steeds lager t.o.v. het zeeniveau komt te liggen. Dit maakt het land steeds kwetsbaarder voor overstromingen, zowel van zee- als rivierkant.
De data uit de contextdocumenten wijzen erop dat zo’n 59% van Nederland in gevaar is bij overstromingen. Dit betreft vooral de kustprovincies, zoals Noord- en Zuid-Holland, maar ook delen van Zeeland, Friesland en Gelderland. Overstromingen kunnen voorkomen door zowel zee- als rivierwater, en het risico neemt toe door de stijgende zeespiegel en veranderende klimaatomstandigheden.
De Rode Kruis en andere organisaties zijn momenteel actief in het opstellen van plannen voor noodtoestanden en evacuaties. Zorg is georganiseerd voor mensen die in kwetsbare gebieden wonen. De dijken zijn regelmatig in onderhoud en worden gecontroleerd op eventuele lekken of verzwakkingen.
Het Normaal Amsterdams Peil (NAP) is het referentieniveau dat gebruikt wordt voor hoogtemetingen in Nederland. Een NAP-hoogte van 0 meter is ongeveer gelijk aan het gemiddelde zeeniveau van de Noordzee. Deze maat is belangrijk voor het waterbeheer, de bouw van dijken en andere infrastructuurprojecten.
In 2017 heeft Rijkswaterstaat het hoogste en laagste punt van Nederland opnieuw gemeten. Het hoogste punt is de Vaalserberg, terwijl het laagste punt in de Zuidplaspolder ligt. Deze metingen zijn cruciaal voor het plannen van bouwprojecten en het beheren van overstromingsrisico’s.
De toekomst van Nederland onder water is een onderwerp van discussie. Met het opwarmen van de aarde en de stijgende zeespiegel ligt het land steeds verder onder het water. De Rode Kruis en andere organisaties zijn momenteel bezig met plannen voor overstromingsscenario’s.
Een hypothetische situatie, zoals beschreven in een blogartikel, stelt voor dat Utrecht een toekomstige badplaats zou kunnen worden. Hoewel dit een creatieve visie is, benadrukt het de serieuze uitdagingen die Nederlanders in de toekomst zullen moeten aanpakken.
Nederland is uniek qua geografie. Het land ligt grotendeels laag en een belangrijk deel ervan ligt onder het zeeniveau. Door poldering en bodemsinkingsprocessen is het land steeds verder gezakt. De dijk- en waterkeringssystemen zijn cruciaal voor de veiligheid van het land, maar het is duidelijk dat Nederland steeds kwetsbaarder wordt.
De plekken en regio’s die onder het water liggen, zoals de Zuidplaspolder, Haarlemmermeer, Schiphol, Wieringermeer en Laag Holland, zijn historische en technische prestaties. Ze tonen aan hoe Nederlanders hebben weten te overleven in een land dat grotendeels onder water ligt. Toch blijft het een uitdaging om dit land veilig en bewoonbaar te houden in de toekomst.
Nederlanders zijn trots op hun poldercultuur en hun inzet voor waterbeheer. Het land is een symbool van duurzaamheid, innovatie en samenwerking. Voor toeristen, historici en toekomststrategen is het een inspirerende les in menselijke creativiteit en duurzaamheid.