Overnachten in Frankrijk bij Nederlandse eigenaren: Echte vakantieplezier in een sfeervolle omgeving
juli 19, 2025
Het gebruik van water als verdedigingsmaatregel is een uniek fenomeen in de geschiedenis van Nederland. Door middel van inundatie – het gecontroleerd onder water zetten van gebieden – kon het land eeuwenlang verdedigd worden tegen vijandelijke invallen. Dit leidde tot het ontstaan van de Hollandse Waterlinies, een complex en vernuftig systeem van rivieren, dijken, sluizen en vestingsteden. In dit artikel worden de historische context, de werking van het watersysteem en enkele bekende steden beschreven die in het verleden onder water gelopen zijn.
In Nederland is water niet alleen een belemmering, maar ook een bondgenoot. Al eeuwenlang is het gebruikt als middel om vijanden tegen te houden. In de 16e en 17e eeuw, bijvoorbeeld, werd water actief ingezet om Spaanse troepen te stoppen. In 1672, tijdens het Rampjaar, werd het land tussen de Biesbosch en de Zuiderzee onder water gezet om een Frans leger van 120.000 soldaten tegen te houden. Dit stelsel kreeg de naam van de Oude Hollandse Waterlinie. In de 19e eeuw werd dit systeem uitgebreid met de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam.
Het waterverhaal van Nederland toont aan hoe techniek, vindingrijkheid en water samenwerken om verdedigingslinies te vormen. Deze systemen maakten gebruik van bestaande rivieren, dijken en sluizen, en werden uitgebreid met specifieke constructies om inundatie te realiseren. Deze maatregel was niet zonder gevolgen. Het onder water zetten van polders en steden veroorzaakte veel schade en ellende, vooral voor de boeren die op die landen leefden en werkten.
De vestingsteden zijn centrale elementen van de Hollandse Waterlinies. Deze steden zijn bekend om hun brede grachten, bastions en aarden wallen. Ze vormen een ketting van verdedigingswerken die strekt van de kust tot in het binnenland. De belangrijkste vestingsteden zijn Muiden, Weesp, Woerden, Oudewater, Schoonhoven, Nieuwpoort, Gorinchem en Woudrichem. Elk van deze steden beschikt over een unieke mix van militaire vesting en stedelijk karakter.
De vestingstad Muiden, bijvoorbeeld, is gelegen aan de voormalige Zuiderzee en bevat het Muiderslot. Deze vesting is een van de oudste en meest herkenbare elementen van de Oude Hollandse Waterlinie. Ook Gorinchem is een bekende vestingstad. Met een behoorlijk grote binnenstad is Gorinchem een interessante plek om te bezoeken. In tegenstelling tot Gorinchem is Nieuwpoort een veel kleiner stadje. Hier is de vesting zo klein dat het bijna volledig omringd wordt door het stadsgezag. De vesting in Nieuwpoort is goed bewaard en biedt een unieke kijk op het verdedigingssysteem van vroeger.
Het gecontroleerd onder water zetten van gebieden had grote gevolgen voor de lokale bevolking. In 1672, bij de invoering van de Oude Hollandse Waterlinie, werden veel boeren en hun landen getroffen. Hoewel de inundatie effectief was als verdedigingsmaatregel, was het ook erg pijnlijk voor de mensen die daar hun bestaan van hadden gemaakt. Dit fenomeen herhaalde zich in kleinere mate ook in latere oorlogen.
In de 18e eeuw werd Leerdam opgenomen in de plannen van de Oude Hollandse Waterlinie. Leerdam had al eerder veel te lijden gehad van oorlogen, zoals de Arkelse en Gelderse oorlogen in de 15e en 16e eeuw. De stad was strategisch gelegen in het machtsgebied van de heren van Arkel, tussen Holland en Gelre in. Ondanks de voordelen van de waterlinie was het ook voor Leerdam een zware last.
Naast de gecontroleerde inundaties voor verdedigingsdoeleinden, zijn er ook historische incidenten geweest waarbij steden onverwacht onder water geraakt zijn. De meest voornaamste is de watersnoodramp van 1953. In de nacht van 31 januari op 1 februari stroomde het water als gevolg van een noordwesterstorm en springtij de kust op en onderzwoeg veel delen van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Deze ramp kostte 1.836 mensen het leven en veroorzaakte enorme schade aan gebouwen, landbouwgrond en infrastructuur.
In reactie op deze ramp werd besloten om het waterbeheer te verbeteren. Daaruit ontstond het Deltaplan en de Deltawerken, waarmee de kustgebieden beter beschermd werden tegen toekomstige overstromingen. Deze maatregelen zijn een belangrijk onderdeel van de Nederlandse waterveiligheid en laten zien hoe belangrijk het is om zich goed te beschermen tegen hoogwater.
De geschiedenis van inundatie en verdedigingslinies heeft ook invloed op de huidige toepassing van waterbeheer in Nederland. Het concept van inundatie wordt bijvoorbeeld nog steeds gebruikt in klimaatlinies, waarbij gebieden opzettelijk onder water worden gezet om stromen hoogwater op te vangen. Deze strategie helpt om overstromingen in stedelijke gebieden te voorkomen.
Ook de verdedigingsstrategieën van vroeger hebben invloed op huidige watermanagementplannen. Het gebruik van sluizen, dijken en gemalen is nog steeds een essentieel onderdeel van het waterbeheer. In het verleden werden deze technieken gebruikt om verdedigingslinies te vormen; tegenwoordig worden ze gebruikt om het land te beschermen tegen natuurrampen.
Water is een cruciaal element in het verdedigingssysteem van Nederland. In de Hollandse Waterlinies werd het actief ingezet om vijandelijke invallen tegen te houden. Door middel van inundatie kon het land voor legermacht onbegaanbaar worden gemaakt. Dit was een slimme strategie, omdat het gebruik van water als verdediging niet alleen effectief was, maar ook relatief goedkoper was dan het bouwen van militaire steden of vestingen.
Een voorbeeld van deze strategie is de vesting Heukelum. In het Rampjaar 1672 werd het land van Heukelum en Asperen onder water gezet door het doorsteken van de dijken. Hierdoor was het onmogelijk voor Franse garnizoenen zich aan te sluiten bij andere legeronderdelen. Ook kasteel De Merckenburg speelde een rol in deze strategie. Hoewel het kasteel in brand gestoken en geplunderd werd, overleefde de middeleeuwse poorttoren de verwoesting en is deze later in oude glorie herbouwd.
Hoewel de Hollandse Waterlinies niet meer actief worden gebruikt voor militaire doeleinden, is het gebruik van water als verdediging nog steeds relevant in het huidige waterbeheer. Het Deltaplan en de Deltawerken zijn slechts twee voorbeelden van hoe waterbeheer zich heeft ontwikkeld sinds de 17e eeuw. Ook in de toekomst is het belang van waterveiligheid groot. Met het veranderende klimaat is het noodzakelijk om verder te werken aan maatregelen die het land beschermen tegen overstromingen.
De Nederlandse overheid werkt momenteel aan de klimaatlinies, waarbij water opzettelijk wordt gebruikt om hoogwater op te vangen. Deze strategie is een modernere versie van de inundatie die in het verleden werd gebruikt voor verdedigingsdoeleinden. Door middel van het gecontroleerd onder water zetten van bepaalde gebieden kan het land zich beter verdedigen tegen extreme weersomstandigheden.
De geschiedenis van onder water gelopen steden in Nederland toont aan hoe water niet alleen een belemmering is, maar ook een krachtig instrument in het verdedigingssysteem. De Hollandse Waterlinies zijn een uniek voorbeeld van hoe techniek, vindingrijkheid en water samenwerken om een land te beschermen. De vestingsteden, de inundatie en de invloed op lokale gemeenschappen vormen samen een rijke historie die nog steeds invloed heeft op huidige watermanagementstrategieën.
De watersnoodramp van 1953 en de daaropvolgende maatregelen zoals de Deltawerken tonen aan dat het belang van waterveiligheid nooit verdwijnt. In de toekomst zal het verder uitbouwen van klimaatlinies en het gebruik van innovatieve waterbeheerstrategieën van essentieel belang zijn voor de Nederlandse waterveiligheid.