Bijzondere Overnachting in een Nomadenhut in Nederland: Een Unieke Ervaring in de Natuur
juli 19, 2025
Nederland staat wereldwijd bekend als het fietsland van de wereld. In 2025 zijn er meer dan 22 miljoen fietsen in gebruik op 17 miljoen inwoners. Het land beschikt over een uitgebreid netwerk van fietspaden en de grootste fietsenstallingen ter wereld. Deze fietscultuur is niet op het eerste zicht ontstaan, maar heeft zich over eeuwen ontwikkeld tot wat het vandaag de dag is. Van de 19de eeuw tot de huidige tijd is de fiets in Nederland niet alleen een vervoermiddel, maar ook een cultuurfenomeen.
De historie van fietsen in Nederland is rijk en complex. In de 19de eeuw had Nederland zelfs moeite om de fiets als populaire mode te introduceren. Pas in de 20ste eeuw, gecombineerd met sociale, economische en politieke veranderingen, werd de fiets echt een onmisbaar onderdeel van het maatschappelijke landschap. Vandaag de dag is fietsen in Nederland niet alleen een vervoerwijze, maar ook een manier om deel te nemen aan een gezonde, duurzame en sociaal gerichte levensstijl.
In dit artikel belichten we de historische ontwikkeling van fietsen in Nederland, met een focus op oude fietsen, fietsverzamelaars en de rol van fietsen in de maatschappij. We onderzoeken hoe Nederland van een fietsverwekker in de 19de eeuw is geworden tot een land waar fietsen een centrale rol spelen. Daarnaast bespreken we de huidige fietscultuur en de toekomstperspectieven voor fietsen in Nederland.
Aan het einde van de 19de eeuw was de fiets in Nederland nog verre van populaire. In vergelijking met landen zoals Groot-Brittannië, België en Duitsland was de fiets in Nederland relatief onbekend. De eerste fietsen, ook wel loopfietsen genoemd, kwamen rond 1820 in Nederland aan, maar het bleef een excentrieke hobby voor rijke mensen. Pas in de jaren 1870 begon de fiets echt vorm te krijgen, met de zogenaamde "hoge bi" fietsen. Deze fietsen hadden een groot voorwiel en een klein achterwiel en werden vooral gebruikt door jongeren uit rijke gezinnen. Fietsen werd gezien als een activiteit voor waaghalzen en was niet beschikbaar voor het brede publiek.
In 1901 werd de "Fongers Damesrijwiel" geïntroduceerd. Dit model had even grote wielen en een lager zadel en maakte het mogelijk voor vrouwen om ook te fietsen. De Fongers Damesrijwiel was een belangrijke innovatie die de fiets als vervoermiddel voor iedereen maakte. Deze fiets zou vandaag de dag gemakkelijk onder het dagelijkse fietsverkeer kunnen varen, zo ver is de ontwikkeling gekomen.
In de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw begon Nederland zich te ontwikkelen als fietsland. In 1920 reden er al twee miljoen fietsen in Nederland. In 1936 speelde prinses Juliana een belangrijke rol in de fietscultuur van het land. Tijdens haar verloving met prins Bernhard fietste het stel op een tandem door de tuin van Paleis Noordeinde. De foto’s van deze gebeurtenis gingen de hele wereld rond, en prinses Juliana werd bekend als de "Biking Queen". Dit was een belangrijk moment in de geschiedenis van fietsen in Nederland, want het liet zien dat fietsen niet alleen een vervoermiddel was, maar ook een cultuurfenomeen.
De Tweede Wereldoorlog had ook een grote impact op de fietscultuur. Zowel het Nederlandse leger als de burgerbevolking maakten gebruik van fietsen, omdat brandstof schaars was en reizen met auto’s en bussen onmogelijk werd. Na de oorlog beleefde fietsen een opleving. Mede door brandstoftekorten en vernietiging van personenauto’s moest men de fiets kiezen. De fiets was niet alleen een vervoermiddel, maar ook een symbool van zelfsustaining en duurzaamheid.
In de jaren 50 en 60 kreeg de fiets serieuze concurrentie van de auto. Steeds meer Nederlanders konden zich een auto veroorloven, en het bezit van zo’n vierwieler werd gezien als een teken van welvaart. De fiets kreeg hierdoor moeite om haar positie in de maatschappij te behouden. Er kwamen plannen voor de verandering van Nederlandse steden, waarbij de auto een centrale rol moest spelen. Bijvoorbeeld in Amsterdam werd overwogen om de singelgracht gedempt te maken en er een snelweg overheen te leggen. Dit was een gevaar voor de fietscultuur.
Toch was de fiets niet volledig verdwenen. In 1954 startte de Tour de France voor de eerste keer buiten Frankrijk in Amsterdam, en de etappe werd gewonnen door Wout Wagtmans. Deze gebeurtenis benadrukte de populariteit van fietsen in Nederland. De fiets was nog steeds een belangrijk onderdeel van de Nederlandse identiteit, maar moest zich aanpassen aan de opkomst van de auto.
In 1975 werd de ENWB (Eerste Enige Echte Nederlandse Wielrijdersbond) opgericht, tegenwoordig bekend als de Fietsersbond. Deze organisatie was opgericht uit kritiek op de ANWB, die volgens de oprichters van de ENWB een lobby voor autoverkeer was geworden. De ENWB verkondigde de fiets als de milieuvriendelijke vervanger voor de auto. De oliecrisis van 1973 had twee jaar eerder tot autoloze zondagen geleid en bracht het besef van de gevolgen van autorijden voor het milieu. Het klimaat begon een steeds belangrijkere rol te spelen in de keuze tussen een twee- of vierwieler.
In de jaren 70 begonnen ook juristen en ambtenaren zich bezig te houden met de wensen van de burger om te fietsen. Het Nederlandse beleid om detailhandel in de stad te behouden, en zo leegloop naar grootschalige winkels buiten de bebouwde kom te voorkomen, was cruciaal in het fietsvriendelijk maken van de Nederlandse stad. Hierdoor kon men in Nederland niet met de auto de stad uit om in een grote alleenstaande winkel boodschappen te doen. De supermarkt bleef in de buurt, en was dus fietsbereikbaar.
In tegenstelling tot de oorsprong van fietsen in Nederland, waar fietsen vooral een excentrieke hobby was, is fietsen tegenwoordig een vaste schijf in het maatschappelijke landschap. Nederlanders hebben gemiddeld 2 of meer fietsen, en er zijn fietsmerken die al meer dan 120 jaar bestaan. Daarnaast is er een groeiende groep liefhebbers van klassieke, antieke en bijzondere fietsen.
Op de Fietsen Verzamel Beurs in Berlicum zien we jaarlijks ook Belgische en Duitse deelnemers. In zowel België als Duitsland is net als in Nederland een steeds groeiende groep liefhebbers van oude fietsen. In Nederland is er een vereniging genaamd "De Oude Fiets", en in België "Oude Gloriën". Voor rijwielen met hulpmotor is er in Nederland "De Rijwiel Hulpmotoren Club Nederland".
De Fietsen Verzamel Beurs vindt elk jaar plaats op zondag 13 april in Berlicum. In de manege aan Laar 6 zijn direct twee hallen gevuld met fietsen en onderdelen. De beurs is een gezellige en laagdrempelige gebeurtenis waar bezoekers voor 5 euro naar binnen kunnen. Het is de 24e keer dat deze beurs wordt georganiseerd, en het is een gebeurtenis waarbij al vele jaren een vaste schare deelnemers is.
De fiets is tegenwoordig niet alleen een vervoermiddel, maar ook een symbool van duurzaamheid, gezondheid en maatschappelijke cohesie. Nederlanders fietsen niet alleen voor het transport, maar ook voor de sport, recreatie en culturele activiteiten. De fiets is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse identiteit en speelt een centrale rol in de toekomstige ontwikkeling van het land.
De fietscultuur in Nederland is ook een onderdeel van de toeristische aantrekkingskracht van het land. Fietsen is een populaire manier om Nederland te ontdekken, en er zijn veel fietsroutes die bezoekers kunnen volgen. Fietsen is hier een manier om de natuur, cultuur en geschiedenis van het land te ervaren.
De fiets in Nederland heeft zich ontwikkeld van een excentrieke hobby in de 19de eeuw tot een centraal onderdeel van de maatschappij. Van de opkomst van de fiets in de 20ste eeuw tot de huidige fietscultuur is de fiets in Nederland niet alleen een vervoermiddel, maar ook een cultuurfenomeen. De fiets is een symbool van duurzaamheid, gezondheid en maatschappelijke cohesie. In de toekomst zal de fiets nog steeds een centrale rol spelen in de ontwikkeling van het land, zowel voor inwoners als voor toeristen.