Overnachten in Deurne: Diverse en Gastvrije Accommodaties in het Hart van Noord-Brabant
juli 19, 2025
Nederland heeft zich in de afgelopen jaren sterk ingezet voor een breed, systematisch en doelgericht vaccinatiebeleid. In het kader van de bestrijding van infectieziekten, inclusief de coronapandemie, is het land op meerdere vlakken actief gebleven. De focus op zowel kinder- als reisvaccinaties, de samenwerking met regionale en landelijke gezondheidsinstanties, en de aandacht voor het beheer van vaccins vormen centrale elementen van het Nederlandse vaccinatiesysteem. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste aspecten van het vaccinatiebeleid in Nederland, met aandacht voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), reisvaccinaties, het beheer van vaccins, en de beschermende effecten van vaccinatie op lange termijn.
Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) is een essentieel onderdeel van het Nederlandse vaccinatiebeleid. Het programma biedt vrije toegang tot vaccinaties die kinderen en zwangere vrouwen nodig hebben, om hen te beschermen tegen een aantal ernstige infectieziekten. Het RVP beschermt kinderen van 0 tot 18 jaar tegen 13 ziekten, zoals mazelen, kinkhoest en roodvonk.
De mazelenvaccinatie, onderdeel van de BMR-prik (bof, mazelen en rodehond), is sinds 1976 in het RVP opgenomen. Kinderen krijgen deze vaccinatie wanneer ze 14 maanden oud zijn en wanneer ze 9 jaar zijn. Vanaf 2026 wordt de tweede dosis verplaatst naar wanneer kinderen 3 jaar oud zijn, wat het doel is om vroege bescherming te bieden.
Zwangeren vallen ook onder het RVP. De 22-wekenprik tegen kinkhoest en de griepprik zijn belangrijke onderdelen van het programma voor zwangere vrouwen. Deze vaccinaties beschermen niet alleen de moeder, maar ook het kind, dat na de geboorte een zekere bescherming heeft tegen deze ziekten.
Vaccinaties uit het RVP kunnen worden afgehandeld via het Centrum Jeugd en Gezin Den Haag (CJG) voor inwoners van Den Haag, of via de Jeugdgezondheidszorg Zuid Holland West (JGZ ZHW) voor inwoners van andere gemeenten in Haaglanden, zoals Delft, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer.
Naast het RVP biedt Nederland ook een uitgebreid reisvaccinatieprogramma. Voor mensen die naar het buitenland reizen, is het belangrijk om vooraf advies in te winnen bij de GGD. In bepaalde landen loopt men het risico op ziektes zoals malaria, hepatitis A en B, of polio. In sommige gevallen is een vaccinatie zelfs verplicht. De GGD houdt per land actuele informatie over de vereisten bij en raadt reizigers aan om zich op tijd te laten vaccineren of andere beschermende maatregelen te nemen.
Reizigers kunnen online een land kiezen op de GGD Reisvaccinaties-website om specifieke adviezen te lezen. Voor een afspraak bij de afdeling Reizigerszorg van de GGD kunnen reizigers contact opnemen via de telefoonlijn 0800 – 7070.
Tijdens de coronapandemie en in de daaropvolgende jaren heeft Nederland een uitgebreid coronavaccinatieprogramma opgestart. In 2024 waren er bijvoorbeeld priklocaties in Haaglanden waar bepaalde doelgroepen een coronavaccinatie konden krijgen. Deze locaties waren toegankelijk op basis van een verwijzing van de behandelende arts. Zowel kinderen als volwassenen, inclusief zwangere vrouwen, konden hier coronavaccinaties ontvingen.
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) speelde een centrale rol in de uitvoering van het coronavaccinatieprogramma. Het instituut was verantwoordelijk voor het opstellen van richtlijnen, het beheer van het vaccintransport en het bepalen van de doelgroepen die prioriteit kregen. Ook op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), deel van het Caribisch deel van het Koninkrijk, werd het programma uitgevoerd, waarbij lokale instanties verantwoordelijk waren voor de opslag en distributie van de vaccins.
Het succesvolle uitvoeren van een vaccinatieprogramma vereist zorgvuldig beheer van de vaccins. Nederland heeft bijzondere aandacht besteed aan het transport en de opslag van vaccins, met name in het kader van de coronapandemie. Door de kwetsbaarheid van bepaalde vaccins, zoals die van Comirnaty (Pfizer/BioNTech), is er een strikt protocol opgesteld voor het transport en de opslag. Deze vaccins vereisen bijvoorbeeld opslag bij ultra-laag temperatuur (onder -70 °C) of bij kamertemperatuur na ontdooien.
De logistiek dienstverlener die verantwoordelijk is voor het transport van de vaccins in Nederland heeft ervaring met het distribueren van fijne partijen. Voor elke vaccinatiecampagne zijn specifieke instructies opgesteld, die beschrijven hoe vaccins correct worden opgeslagen en getransporteerd. De GGD en andere organisaties zijn verantwoordelijk voor het naleven van deze richtlijnen om ervoor te zorgen dat de effectiviteit van de vaccins niet wordt aangetast.
Het vaccinatiebeleid in Nederland is ook gericht op specifieke groepen, zoals personen afkomstig uit het buitenland of personen die in Nederland wonen, maar niet ingeschreven zijn bij de gemeente. Deze groepen kunnen ook in aanmerking komen voor vaccinaties indien ze behoren tot een doelgroep. Dit geldt zowel voor de coronavaccinatie als voor andere ziektes zoals kinkhoest of roodvonk.
Een bijzondere situatie treft zich onder studenten in Nederland die deelgenomen hebben aan een vaccinatiestudie met een ongeregistreerd of experimenteel coronavaccin. Deze personen worden geïnformeerd over eventuele aanvullende vaccinaties, bijvoorbeeld met een mRNA-vaccin, en kunnen contact opnemen met de GGD voor verdere stappen.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de coronavaccinaties een aanzienlijke bescherming bieden tegen zowel infecties als ernstige ziekte. De Nederlandse Vaccinstudie Corona (VASCO) heeft onderzocht hoe goed de coronavaccins werken op lange termijn. Volgens de studie is de effectiviteit van het XBB.1.5-vaccin tegen infectie bij mensen boven de 60 jaar gemiddeld 51%. In deze groep bleek het niet te maken uit of iemand eerder een coronabesmetting had doorgemaakt. Echter, mensen die binnen een jaar een infectie hadden doorstaan, hadden een hogere bescherming dan diegene die langer geleden of nooit geïnfecteerd waren.
Bij jongeren en risicogroepen was de effectiviteit iets lager, met een bescherming van 37%. Ook hier bleek dat eerdere coronabesmettingen, binnen een jaar, relatief goed beschermden tegen een nieuwe infectie. Deze resultaten tonen aan dat vaccinatie een belangrijk hulpmiddel is om zowel individuele ziektes te voorkomen als de druk op het zorgstelsel te verminderen.
Hoewel er geen directe vergelijking in de bronnen wordt gemaakt tussen Nederland en andere Europese landen, is duidelijk dat Nederland een systematisch en doelgericht vaccinatiebeleid heeft. Het land heeft zich gericht op zowel kinder- als reisvaccinaties, en is op de voet gevolgd door het RIVM en GGD. De nadruk op vaccinbeheer en -logistiek, samen met het uitbreiden van de doelgroepen, toont aan dat Nederland zich inzet voor een breed toegankelijk en efficiënt vaccinatiesysteem.
In vergelijking met andere landen, waarbij bijvoorbeeld vaccinaties vooral gericht zijn op bevolkingsdruk of politieke prioriteiten, kan Nederland een model zijn van samenwerking tussen regering, regionale gezondheidsinstanties en burgers. Het is belangrijk om te benadrukken dat het Nederlandse systeem niet alleen gericht is op het voorkomen van ziektes, maar ook op het informeren, educeren en betrekken van burgers in het vaccinatieproces.
Nederland heeft zich in de afgelopen jaren bewust gericht op het uitbreiden en versterken van het vaccinatiebeleid. Het Rijksvaccinatieprogramma beschermt kinderen en zwangere vrouwen tegen een aantal ernstige infectieziekten, terwijl reisvaccinaties zorgen voor extra bescherming bij internationale reizen. De coronavaccinatiecampagnes hebben een bredere doelgroep betrokken, inclusief zwangere vrouwen, ouderen en risicogroepen.
Het beheer van vaccins en de logistiek zijn zorgvuldig geregeld, zodat de effectiviteit van vaccins niet wordt aangetast. Onderzoek heeft uitgewezen dat vaccinaties effectief zijn tegen infecties en ernstige ziektes, wat het belang van vaccinatie benadrukt. In de Europese context is Nederland een voorbeeld van een goed opgezet en doelgericht vaccinatiesysteem dat zowel de gezondheid van individuen als de stabiliteit van het zorgsysteem ondersteunt.