Overnachten bij Nederlanders in de omgeving van Beaune: een warme welkom in de Bourgogne
juli 19, 2025
De Tweede Wereldoorlog heeft in de jaren 1940 een diepe indruk nagelaten op het landschap en de infrastructuur van Nederland. Veel steden en dorpen zijn zwaar beschadigd, met verwoeste woningen, vernielde infrastructuur en verloren economische middelen. Na de oorlog begon een gigantische wederopbouwperiode, waarin de schade werd hersteld en nieuwe stadsontwikkelingen werden gerealiseerd. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de oorlogsschade in Nederlandse steden, met aandacht voor de meest getroffen regio's, de schade op economisch en maatschappelijk vlak, en de herstelmaatregelen die werden genomen.
Een van de meest duidelijke conclusies uit de historische gegevens is dat Zuid-Nederland zwaar is getroffen door de oorlog. Zeeland, Brabant en Limburg staan hier vooraan. Deze regio’s werden zowel door Duitse acties als door geallieerde bombardementen sterk beschadigd. Zoals melding is gemaakt in de gegevens, was de totale oorlogsschade in het land geschat op 25 miljard gulden. Deze schade omvatte onder meer 825 miljoen gulden schade aan land-, tuin- en bosbouw door de aanleg van vliegvelden, 325 miljoen schade aan zeescheepvaart, 300 miljoen aan haveninstallaties en 100 miljoen aan wegen en bruggen.
Een van de zwaarst beschadigde gemeenten was Velsen in Noord-Holland, waar 3708 woningen verwoest of onherstelbaar beschadigd raakten. Dat is meer dan een kwart van het totale woningbestand. Velsen had een strategische ligging, waardoor het voor de Duitsers een belangrijke locatie was. De Atlantikwall werd hier dwars doorheen gebouwd, wat leidde tot de evacuatie van duizenden inwoners en de afbraak van hun woningen om plaats te maken voor de Duitse verdedigingslinie. Deze linie bestond uit vestigingen, kanonnen, luchtafweergeschut, prikkeldraad en mijnenvelden.
Nijmegen is een ander voorbeeld van een stad die zwaar is getroffen. In een document uit 1945 wordt melding gemaakt van de zware schade in deze stad. De wederopbouw begon direct na de bevrijding en was een van de kernpunten in de post-oorlogse ontwikkeling van Nederland. De stad moest niet alleen met oorlogsschade omgaan, maar ook met de verschuiving van de grens ten oosten van Nijmegen. De plannen voor annexatie van Duits grondgebied werden nooit volledig gerealiseerd, maar hadden wel invloed op de wederopbouwstrategieën. De geallieerde bezetters waren tegen een grote landuitbreiding en voorkeur gingen uit naar een "grensverschuiving", waarbij een klein deel van Duits grondgebied aan Nederland werd toegewezen.
De oorlogsschade had ook een grote impact op de economie en infrastructuur van het land. Zoals gemeld, verloren veertig procent van de productieve hulpbronnen in Nederland. Tientallen fabrieken raakten vernield of werden leeggeroofd. Duizenden machines werden naar Duitsland afgevoerd, en van de totale oppervlakte cultuurgrond was bijna 10% onder water gezet. Naar schatting was een op de twee auto's, die er voor de oorlog waren, na de capitulatie door Duitsland verdwenen.
Het spoorwegnet was voor tweederde onbruikbaar geworden, omdat de Duitsers veel wagons naar Duitsland hadden gebracht en rails en bovenleidingen hadden vernield. Ook de zeescheepvaart was hard getroffen: een kwart van alle schepen was gestolen of vernield. In totaal waren 3000 schepen volledig vernield, en bijna 13000 schepen hadden schade opgelopen.
De infrastructuur van de steden en dorpen was ook zwaar beschadigd. Zoals gemeld, zijn 900 kerken, 1500 scholen en 120.000 woningen verwoest of zwaar beschadigd. Van deze woningen moesten bijna 90.000 als onherstelbaar worden beschouwd, terwijl 390.000 woningen slechts licht beschadigd waren. Bovendien zijn meer dan 900 verkeersbruggen vernield, waarvan de Duitse Wehrmacht verantwoordelijk was voor de meeste. Slechts negen van de 50 belangrijkste verkeersbruggen zijn ongeschonden gebleven.
Naast de economische en infrastructuurlijke schade, heeft de oorlog ook een enorme impact gehad op het culturele en maatschappelijke vlak. Rond de 250 molens in Nederland raakten zwaar beschadigd door Duitse acties. Tien procent van het totale aantal molens is hierbij verloren gegaan. Daarnaast is tien procent van het bosoppervlak verdwenen, oftewel 22.000 hectare. Deze schade werd veroorzaakt door zowel directe vernieling als door inundaties, waarbij grote stukken land onder water raakten. 80.000 hectare grond werd hierdoor beschadigd, met Gelderland (52.000 ha), Zuid-Holland (47.000 ha), Zeeland (46.000 ha) en Noord-Holland (40.000 ha) als de zwaarst getroffen regio's.
Naast fysieke schade zijn ook materiële schattingen gemaakt. Een miljoen fietsen en 600.000 radio's zijn naar Duitsland afgevoerd. Dit maakte deel uit van de enorme schade aan huisraad, waarvan het bedrag werd geschat op 1 miljard gulden. In absolute bedragen was de directe schade 6 miljard gulden.
De wederopbouw begon direct na de oorlog en duurde jaren. Minister Tromp van Waterstaat en Wederopbouw waarschuwde al vroeg dat het herstellen van alles jaren zou duren. De wederopbouw omvatte niet alleen de reconstructie van steden en dorpen, maar ook de bouw van nieuwe stadsuitbreidingen en de schaalvergroting van ruilverkaveling. Deze maatregelen waren onderdeel van een grootschalige vernieuwing van stad en land.
Een duidelijk voorbeeld van deze wederopbouw is de stad Rotterdam, die zwaar is getroffen door geallieerde bommenwerpingen. De stad moest geheel worden herbouwd, wat leidde tot innovatieve stedenbouwprojecten. Ook Nijmegen en Rhenen zijn steden die in de wederopbouwperiode grotendeels zijn herbouwd. Deze steden ontwikkelden zich als modellen voor internationale stedenbouw.
De Atlas van de Wederopbouw, gepubliceerd door MUST, biedt een uitgebreid overzicht van deze grootschalige vernieuwing. In deze atlas zijn 97 kaarten opgenomen over de wederopbouwgebieden in Nederland. De Atlas toont aan dat wederopbouwwijken niet allemaal op een lege grond werden gebouwd, maar vaak op bestaande stadsstructuren. Deze benadering heeft geleid tot het ontstaan van wijkgezichten die uniek zijn in de geschiedenis van Nederlandse stedenbouw.
Hoewel de cijfers en schadebeschrijvingen duidelijk aangeven hoe zwaar de oorlog heeft getroffen, is het menselijk leed onbetaalbaar en niet te vergoeden. Tijdens de oorlog zijn er duizenden slachtoffers gevallen, en veel mensen hebben hun huizen en levens verloren. De impact van de oorlog op het individuele leven is hier niet in getallen te vatten, maar het is wel belangrijk om te erkennen dat deze impact een centrale rol speelt in de wederopbouw.
Een website zoals NIOD geeft een uitgebreid overzicht van de oorlogsschade, maar ook van het menselijk leed. Deze website benadrukt dat de oorlog niet alleen fysieke schade heeft nagelaten, maar ook psychologische en emotionele traumata. Deze aspecten zijn onderdeel van de wederopbouw, maar moeilijk te kwantificeren.
De Tweede Wereldoorlog heeft in de jaren 1940 een diepe indruk nagelaten op Nederland. Veel steden en dorpen zijn zwaar beschadigd, met verwoeste woningen, vernielde infrastructuur en verloren economische middelen. Zuid-Nederland, met Zeeland, Brabant en Limburg, was de meest getroffen regio. De oorlogsschade werd geschat op 25 miljard gulden, wat betekent dat bijna een vijfde van het totale woningbestand in Nederland verloren ging of onherstelbaar beschadigd raakte.
De wederopbouw begon direct na de oorlog en duurde jaren. Deze wederopbouw omvatte niet alleen de reconstructie van steden en dorpen, maar ook de bouw van nieuwe stadsuitbreidingen en de schaalvergroting van ruilverkaveling. Steden zoals Rotterdam, Nijmegen en Rhenen zijn voorbeelden van steden die in deze periode zijn herbouwd. De impact van de oorlog was niet alleen fysiek, maar ook psychologisch en cultureel. Het menselijk leed was onbetaalbaar en niet te vergoeden, maar het is wel een cruciale factor in de wederopbouw.
De oorlogsschade in Nederlandse steden is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse geschiedenis. Het toont aan hoe steden en dorpen zich na een tragedie kunnen herstellen en hoe de menselijke wil tot wederopbouw kan leiden tot innovatie en groei.