Overnachten aan het strand in Nederland: ultieme vakantiedroom aan zee
juli 19, 2025
Voor een ongehuwde Bulgarije-afkomstige moeder die met haar kind wil vestigen in Nederland, is het belangrijk om te begrijpen hoe de Nederlandse wetgeving werkt op het gebied van nationaliteit en verblijfsrecht. Deze kwestie is van groot belang, niet alleen voor juridische zekerheid, maar ook voor toegang tot onderwijs, zorg, en andere rechten binnen het Nederlandse maatschappelijke kader.
Aan de hand van voorbeelden en uitleg, gebaseerd op juridische documentatie en jurisprudentie, wordt in dit artikel uitgelegd hoe nationaliteit en verblijfsrecht binnen de Nederlandse wet worden bepaald voor een kind en zijn of haar wettelijke of biologische ouder. Bovendien worden aandachtspunten en praktische stappen opgenoemd die van belang zijn bij de vestiging in Nederland.
Volgens de Regeling van het Nederlanderschap (RWN) kan een kind Nederlandse nationaliteit verkrijgen op verschillende manieren. In het geval van een ongehuwde moeder, kan een kind reeds bij geboorte Nederlandse nationaliteit verkrijgen, mits de moeder of haar (biologische) grootmoeder een hoofdverblijf in Nederland had op het moment van de geboorte van het kind of van de moeder.
In voorbeeld 1 uit de bron, wordt duidelijk dat kind A, die in Marokko is geboren, in de praktijk als Nederlander wordt erkend, omdat zijn moeder, C, bij de geboorte van A hoofdverblijf had in Nederland. De geboorteplaats van het kind speelt geen rol, zolang het hoofdverblijf van de moeder in Nederland is gebleven.
Een belangrijke voorwaarde is dus dat de moeder bij de geboorte van het kind in Nederland woont of heeft gewoond. Ook kan nationaliteit via de moeder worden doorgegeven, mits de moeder zelf is geboren uit een moeder die bij haar geboorte hoofdverblijf had in Nederland. Dit geldt binnen de moederlijn, maar niet via de vaderlijn in het geval van een ongehuwde relatie.
Het begrip hoofdverblijf is een kernbegrip in de Nederlandse nationaliteitswet. Het betekent niet letterlijk dat iemand permanent in Nederland woont, maar het wijst op de belangrijkste en langdurige verblijfplaats van iemand.
In voorbeeld 2 uit de bron staat beschreven dat moeder C kortstondig in Marokko is geweest voor de geboorte van A, maar spoedig na de geboorte is teruggekeerd naar Nederland met het kind. In dit geval is er sprake van behandouderschap en dus het behoud van hoofdverblijf in Nederland.
Dit betekent dat ook korte afwezigheden, bijvoorbeeld voor medische redenen of voor de geboorte van het kind, niet automatisch leiden tot het verlies van het hoofdverblijf in Nederland, mits de persoon spoedig na die afwezigheid terugkeert.
Wanneer een kind nog geen 18 jaar oud is en wil meedelen in het Nederlanderschap van een ouder, is het noodzakelijk dat het kind wettelijk wordt vertegenwoordigd. Dit betreft doorgaans de wettelijke ouder met ouderlijk gezag, maar kan ook zijn een aangestelde curator of advocaat.
In voorbeeld 2 uit bron 2 is beschreven hoe verzoeker B, een zestienjarige jongen met Marokkaanse nationaliteit, een verzoek om naturalisatie indient. Omdat zijn ouders vier jaar eerder zijn genaturaliseerd maar hij zelf niet deelnam in die naturalisatie, moet hij zelf een verzoek indienen.
Het is mogelijk dat de wettelijke vertegenwoordiger (meestal de moeder in dit geval) niet akkoord gaat met de naturalisatie, maar in het voorbeeld wordt bepaald dat de motivatie van het kind en de voorganger in de familie (bijvoorbeeld de moeder) bepalend kan zijn voor het besluit.
Een andere relevante kwestie is die van het wettelijk vaderchap. Bij ongehuwde ouders is het belangrijk om te bepalen wie de juridische vader is, vooral als het gaat om nationaliteit en juridische rechten.
In voorbeeld 7 uit bron 1 wordt uitgelegd dat een erkende vader in Nederland, zelfs zonder huwelijk, kan worden aangemerkt als juridische vader, mits de wettiging door bijvoorbeeld een buitenlands verdrag (zoals het CIEC-verdrag van Rome) wordt erkend.
Wanneer het vaderschap biologisch moet worden vastgesteld, kan DNA-bewijs worden gebruikt. In het voorbeeld wordt beschreven dat een Ghanese vader, die in Nederland woont, via DNA-bewijs als biologische vader van kind K wordt erkend. Hierdoor is het kind op grond van artikel 3, derde lid RWN, Nederlander.
Nadat de nationaliteit is vastgesteld, moet ook worden gekeken naar het verblijfsrecht van de moeder en het kind in Nederland. Voor burgers van EU-landen zoals Bulgarije gelden bepaalde regels voor verblijf en arbeid in Nederland.
In de praktijk betekent dit dat een ongehuwde Bulgarije-afkomstige moeder, die een kind heeft, op basis van de EU-wetgeving het recht heeft om in Nederland te wonen en te werken. Dit geldt bijvoorbeeld voor het richtlijn 2004/38/EG over het recht op verblijf van Uniede burgers in een ander lidstaat.
Voor verblijfsrecht buiten de EU (bijvoorbeeld in het geval van een vader of een andere partner) gelden andere regels, zoals het indienen van een verblijfsvergunning of het aanvragen van naturalisatie.
Als de moeder of het kind nog geen Nederlanderschap heeft, is het mogelijk om een verzoek om naturalisatie in te dienen. Voor personen jonger dan 18 jaar kan het kind meedelen in de naturalisatie van een ouder, mits de wettelijke vertegenwoordiger instemt.
In een voorbeeld uit bron 2 wordt beschreven hoe verzoeker B, zestien jaar, samen met zijn vader naar het stadhuis gaat om een verzoek in te dienen. Het verzoek wordt echter afgewezen omdat de vader niet bevoegd is om voor het kind te optreden.
De conclusie is dat het verzoek om naturalisatie voor een minderjarige altijd moet worden ingediend door de wettelijke vertegenwoordiger. In het geval van een ongehuwde relatie is dit meestal de moeder, tenzij ouderlijk gezag bij de vader is gevestigd.
Voor een ongehuwde Bulgarije-afkomstige moeder die wil vestigen in Nederland met haar kind, zijn er een aantal praktische stappen die belangrijk zijn:
Aanmelden bij de gemeente: Elke verblijvende persoon moet zich registreren bij de gemeente (via de basisregistratie burgers).
Ingeschreven wonen: Het is verplicht om ingeschreven te wonen in Nederland voor toegang tot onderwijs, zorg en andere maatschappelijke diensten.
Nederlanderschap aanvragen (indien nodig): Als het kind of de moeder nog geen Nederlanderschap heeft, is het mogelijk om een verzoek in te dienen.
Werk en opleiding: Voor de moeder is het verstandig om werk of opleiding aan te vragen in Nederland om een stabiele vestiging te creëren.
Wettelijk vertegenwoordigen: Bij naturalisatie van een kind is het noodzakelijk om wettelijk vertegenwoordigd te worden, meestal door de moeder.
DNA-bewijs indienen (indien van toepassing): Als het vaderschap biologisch moet worden vastgesteld, kan DNA-bewijs worden overgelegd.
Voor een ongehuwde Bulgarije-afkomstige moeder die wil vestigen in Nederland met haar kind, zijn er verschillende juridische en praktische aspecten die in overweging moeten worden genomen. Het is mogelijk dat het kind reeds bij geboorte Nederlandse nationaliteit heeft, mits de moeder of haar moeder een hoofdverblijf had in Nederland op het juiste moment. Indien dat niet het geval is, is het mogelijk om via een verzoek om naturalisatie het Nederlanderschap te verkrijgen.
Voor verblijfsrecht geldt dat EU-burgers in principe het recht hebben om in Nederland te wonen en te werken. Het is belangrijk om bij de gemeente te registreren en eventueel wettelijk vertegenwoordigd te worden bij naturalisatie. Daarnaast kan DNA-bewijs dienen als bewijsmateriaal voor vaderschap, indien nodig.
Het vestigen in Nederland vraagt om een duidelijke aanpak en juridische kennis. Met de juiste stappen is het echter mogelijk om een stabiele en wettelijke vestiging te realiseren.