Rome: De Eeuwige Stad voor een Historische Stedentrip
november 2, 2025
In veel landen over de wereld wordt jaarlijks herdenkt dat duizenden soldaten hun leven gaven voor de vrijheid van hun volk. Een centraal symbool voor deze herdenking is het nationaal graf van de onbekende soldaat. Nederland is een uitzondering: het land heeft geen nationaal graf van de onbekende soldaat. Toch zijn er monumenten en initiatieven die proberen het geheugen te herstellen van deze verloren soldaten. Deze artikelen zullen de rol van het graf van de onbekende soldaat in Nederland verder toelichten, de huidige situatie beschrijven, en aandacht geven aan enkele bekende voorbeelden van monumenten en herkenning van soldaten die lang vergeten werden.
Het is een feit dat het Koninkrijk der Nederlanden momenteel geen nationaal graf van de onbekende soldaat heeft. Veel landen, zoals Frankrijk, België, Canada en het Verenigd Koninkrijk, beschikken wel over dergelijke monumenten. Deze graven vormen een centraal punt voor herdenkingsceremonies en symboliseren het respect voor soldaten die sneuvelden zonder dat hun identiteit of rustplaats bekend is.
In Nederland zijn er wel gemeentelijke en in enkele gevallen ook provinciale monumenten die deze functie op zich nemen. Zo is het enige provinciale graf van de onbekende soldaat te vinden in Waalre. Ook op het Militair Ereveld Grebbeberg zijn drie locaties waar een graf van de onbekende soldaat is ingericht. Dit laat zien dat er wel aandacht is voor het thema, maar dat deze aandacht verspreid is over verschillende locaties, in tegenstelling tot het nationale karakter dat in andere landen aanwezig is.
Deze situatie heeft geleid tot initiatieven waarbij wordt gestreefd naar de oprichting van een nationaal graf van de onbekende soldaat in Nederland. In 2021 stond zo’n initiatief in de vorm van een petitie, waarbij werd benadrukt dat Nederland onvoldoende aandacht schijnt te besteden aan de soldaten die sneuvelden zonder dat hun naam of rustplaats bekend is. Deze soldaten rusten in naamloze graven over de hele wereld, vaak ver van hun eigen land. Een nationaal graf zou volgens deze verdedigers een symbool kunnen worden van respect, dankbaarheid en herkenning voor deze verloren zonen en dochters van Nederland.
Hoewel Nederland geen nationaal graf heeft, zijn er wel concrete voorbeelden van monumenten en herkenning van soldaten die lang onbekend bleven. Eén van die gevallen is het monument voor de onbekende soldaat in Goirle. Dit monument bestaat uit een wit marmeren zuil met een brander waarin een vlam kan worden aangestoken. De zuil draagt de tekst “1939 – 1945” en herdenkt een geallieerde militair die sneuvelde tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het slachtoffer van dit monument is inmiddels geïdentificeerd als Georde Harvey Hancock, een Britse soldaat uit het Lincolnshire Regiment. Hij sneuvelde op 19-jarige leeftijd in de bossen nabij Goirle. Hoewel hij in eerste instantie als onbekende soldaat werd begraven, werd zijn identiteit in 1982 dankzij onderzoek van heer Hey uit Hengelo achterhaald.
Dit voorbeeld laat zien dat het identificeren van onbekende soldaten niet onmogelijk is, maar dat het wel een zorgvuldige en langdurige inspanning vereist. Het geval van Willem Franciscus Brummelhuis is hierin een ander, maar even zinvolle illustratie. Hij sneuvelde tijdens de meidagen van 1940 op de Grebbeberg. Zijn neef Vincent bracht jarenlang een zoektocht op touw om zijn oom te identificeren. Uiteindelijk, in 2011, werd bevestigd dat Brummelhuis wel degelijk onder de onbekende soldaten lag begraven op het militaire ereveld bij Rhenen.
Een ander voorbeeld is John Gordon Kavanagh, een Canadese luitenant die sneuvelde in april 1945 tijdens gevechten in het buurtschap Rha. Zijn graf lag jarenlang zonder naam, totdat historisch onderzoek van Karel Lusink uit de Achterhoek uiteindelijk leidde tot zijn herkenning. Deze gevallen tonen aan dat het identificeren van soldaten mogelijk is, maar dat het vaak jaren duurt en intensieve onderzoeksspanningen vereist.
De Nederlandse Oorlogsgravendienst speelt een cruciale rol bij de registratie en zorg voor de graven van militairen die sneuvelden in oorlogstijd. De dienst is verantwoordelijk voor het onderhoud van oorlogsgroeven in het buitenland en in Nederland. De dienst heeft ook een rol bij de identificatie van onbekende soldaten, zoals in het geval van Brummelhuis en Kavanagh.
Toch zijn er ook kritische stemmen over de huidige werkwijze. In sommige gevallen is het lastig voor nabestaanden om te achterhalen wat er met hun verwanten is gebeurd. Dit geldt vooral voor gesneuvelden aan de Duitse zijde van de Tweede Wereldoorlog, die vaak in onbekende graven rusten. De Duitse Oorlogsgravendienst probeert al sinds de val van de Muur de graven op het Oostfront te hergroeperen, maar Nederland heeft tot op heden geen centraal orgaan voor dergelijke zaken.
Ook wordt er gewezen op de moeilijkheden van het identificeren van soldaten in het huidige tijdsgewricht. Door bebouwing en het verdwijnen van oorlogsvelden is het steeds lastiger om sporen te vinden. Amateurgravers en identificatieambtenaren hebben hierbij een belangrijke rol, maar zonder een duidelijke regelgeving of centrale inzet lijkt het proces chaotisch en ondoordacht.
De vraag of Nederland een nationaal graf van de onbekende soldaat zou moeten oprichten is een gevoelige en complexe kwestie. Voorstanders van een dergelijke inrichting stellen dat het een centraal herdenkingspunt zou bieden en dat het de wens zou vervullen om een plek te hebben waar soldaten die verloren gingen kunnen worden herdacht. Een nationaal graf zou ook kunnen dienen als symbool voor de verenigde kracht van het land in tijden van oorlog.
Critici stellen echter dat het oprichten van een nationaal graf niet voldoende is als het niet gepaard gaat met een betere organisatie rond oorlogsslachtoffers. Volgens hen is het belangrijker om eerst orde te stellen in de huidige herdenkingspraktijk, waaronder de ondersteuning van nabestaanden, het identificeren van soldaten en het onderhoud van graven. Een nationaal graf zou dan een logische uitbreiding kunnen zijn, maar alleen als het onderdeel is van een groter herdenkingsbeleid.
Hoewel er geen consensus is over de noodzaak van een nationaal graf, is er wel steeds meer aandacht voor het thema. In 2021 was er een petitie ter ondersteuning van het initiatief, en er zijn ook artikelen verschenen in tijdschriften en media die het belang van het thema benadrukken. Het feit dat er inmiddels voorbeelden zijn van soldaten die na jaren vergeten zijn worden opnieuw geïdentificeerd, laat zien dat er wel interesse en inspanning zijn om dit thema levend te houden.
De toekomst van het graf van de onbekende soldaat in Nederland is onzeker, maar er zijn wel duidelijke richtlijnen en ideeën die uit de huidige situatie voortkomen. Eén van de belangrijkste vraagtekens is of er in de toekomst een nationaal graf zal worden gecreëerd. Aangezien er in 2021 al een petitie was ter ondersteuning van een dergelijke inrichting, is het mogelijk dat er binnen de komende jaren meer initiatieven zullen volgen.
Bovendien is er een groeiende beweging om verder onderzoek te doen naar oorlogsslachtoffers, zowel in Nederland als in het buitenland. De rol van amateurgravers en historici blijkt steeds belangrijker te worden, en hun werk kan een waardevolle bijdrage leveren aan het herstellen van het geheugen van verloren soldaten.
Ten slotte is het belangrijk om te erkennen dat het thema van de onbekende soldaat niet alleen een historisch, maar ook een emotioneel en maatschappelijk aspect heeft. Het herdenken van soldaten die sneuvelden voor de vrijheid van hun land is niet alleen een eerbetoon, maar ook een manier om de verantwoordelijkheid van het huidige Nederland te erkennen. Door verder onderzoek en bewustwording te stimuleren, kan Nederland zich meer bewust worden van zijn historische verleden en van de plicht om dat verleden niet te vergeten.
Het thema van de onbekende soldaat in Nederland is complex en emotief. Het land heeft geen nationaal graf van de onbekende soldaat, maar er zijn wel gemeentelijke en provinciale monumenten die deze functie op zich nemen. De identificatie van soldaten die lang vergeten zijn, zoals Georde Harvey Hancock, Willem Franciscus Brummelhuis en John Gordon Kavanagh, toont aan dat herkenning mogelijk is, maar vaak jaren en intensieve inspanningen vereist.
De discussie over de oprichting van een nationaal graf van de onbekende soldaat is nog niet afgerond, maar er zijn duidelijke voor- en tegenargumenten. Het is belangrijk om te erkennen dat een nationaal graf alleen zinvol kan zijn als het onderdeel is van een groter herdenkingsbeleid dat ook aandacht besteedt aan de identificatie van soldaten, de ondersteuning van nabestaanden en het onderhoud van graven.
Tegen de achtergrond van de toenemende inspanningen van amateurgravers, historici en organisaties zoals de Nederlandse Oorlogsgravendienst, lijkt er wel steeds meer bewustwording te zijn over het belang van het herdenken van verloren soldaten. Door verder onderzoek, samenwerking en bewustwording te stimuleren, kan Nederland een sterke rol spelen in het herstellen van het geheugen van zijn verloren zonen en dochters.