De Verzameling, Inlevering en Herrijzen van Oude Radio’s in de Tweede Wereldoorlog in Deever

In de Tweede Wereldoorlog raakte Nederland volledig in bezet territorium, en met die bezetting kwamen tal van maatregelen die het leven van de inwoners beïnvloedden. Radio’s, die vroeger als populaire bron van informatie en entertainment werden gebruikt, vielen plotsklaps onder een verbod. In de gemeente Deever, net als in andere delen van het land, moesten burgers hun radio-ontvangers inleveren. Dit artikel onderzoekt de historische context van deze inlevering, de praktische organisatie ervan in Deever, en de bredere betekenis van deze maatregel in het kader van de Duitse bezetting en de informatieregulering van de tijd.

We baseren ons hierbij uitsluitend op gegevens uit het historisch archief van Deever, die beschikbaar zijn via www.dieversarchief.nl. Deze bronnen geven een duidelijk beeld van hoe het inleveren van radio’s in Deever verliep, en tonen aan hoe de gemeenschap hierop reageerde.


Inlevering van Radio’s in de Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog was de radio een krachtige bron van informatie. In de jaren voor de oorlog werd de radio breed gebruikt door de Nederlandse bevolking, zowel voor muziek als voor het volgen van actualiteiten. Echter, na de Duitse bezetting in mei 1940 veranderde deze situatie radicaal. De Duitsers zagen de radio als een potentieel gevaarlijk medium, dat niet onder controle was door de bezettingsmacht. Daarom werd besloten om alle radio-ontvangers in het bezette Nederland te confisqueren.

In het historisch archief van Deever bevindt zich een document waarin burgemeester Jan Cornelis Meiboom maakt bekend dat hij uitvoering geeft aan een beschikking van Hanns Albin Rauter, die op 13 mei 1943 werd genomen. Deze beschikking verklaarde alle radio-ontvangers, inclusief hun accessoires en eventuele onderdelen, verbeurd verklaard. In praktische termen betekende dit dat de inwoners van Nederland, en specifiek van Deever, gedwongen werden om deze apparaten in te leveren.

Praktische Uitvoering in Deever

De inlevering van radio’s in Deever was een zorgvuldig georganiseerd proces. Burgemeester Meiboom gaf aan dat de inlevering zou plaatsvinden in het Schultehuis van Deever gedurende de week van 7 tot en met 12 juni 1943. De inlevering was niet willekeurig, maar volgde een duidelijke planning met tijdstippen en locaties.

De week van inlevering was als volgt georganiseerd:

  • Maandag 7 juni

    • 8–10 uur: Oldendiever
    • 10–11 uur: Kalteren
    • 11–12 uur: Deel van Diever (Groningerweg, Bosweg, Noordes, Berkenheuvel)
    • 13–14 uur: Dieverbrug (huisnummers 1 t/m 30)
    • 14–15 uur: Dieverbrug (huisnummers 31 t/m 65)
    • 15–16 uur: Geeuwenbrug
    • 16–18 uur: Wittelte en Het Moer
  • Dinsdag 8 juni

    • 8–10 uur: Deel van Diever (Brink, Brinkstraat)
    • 10–12 uur: Deel van Diever (Moleneinde, Kruisstraat)
    • 13–14 uur: Deel van Diever (Hoofdstraat, huisnummers 1 t/m 20)
    • 14–15 uur: Deel van Diever (Hoofdstraat, huisnummers 21 t/m 40)
    • 15–16 uur: Deel van Diever (Hoofdstraat, huisnummers 41 t/m 61)
    • 16–17 uur: Deel van Diever (Peperstraat, Achterstraat)
    • 17–18 uur: Deel van Diever (Burgemeester van Oslaan)

Deze planning toont aan dat de gemeente Deever het proces van inleveren goed organiseerde, en dat het niet lukraak of chaotisch verliep. De inwoners kregen duidelijke tijdstippen en instructies, wat suggereert dat er ook enige mate van samenwerking was tussen burger en gemeentelijke autoriteiten, hoewel deze samenwerking natuurlijk gedwongen was.

De locatie van de inlevering, namelijk het Schultehuis, was een bekende en centrale plek in Deever. Het Schultehuis was destijds een symbool van het lokale bestuur en het centrum van administratieve activiteiten. Het gebruik van dit gebouw voor de inlevering van radio’s duidt op een poging om het proces van inlevering te verankeren in de lokale structuur, wat ook betekende dat inwoners zich genoodzaakt voelden om het proces serieus te nemen.


Historische Betekenis en Context

De inlevering van radio’s in Deever maakt deel uit van een bredere historische context van informatieregulering en controle door de Duitse bezettingsmacht. De radio was niet alleen een bron van informatie, maar ook een middel om de bevolking te informeren over gebeurtenissen buiten het bereik van de Duitse propaganda. Daarom werd het verbod op radio’s niet alleen een technische maatregel, maar ook een politieke en ideologische daad.

In het archiefmateriaal van Deever is te lezen dat de inlevering van radio’s was ingevoerd door de Duitse autoriteiten, maar uitgevoerd door de Nederlandse burgermeester. Dit laat zien dat de Nederlandse autoriteiten, ook al waren zij technisch gezien nog in functie, in werkelijkheid onderhevig waren aan de Duitse bezettingspolitiek. Burgemeester Meiboom was dus verplicht om de beschikking van Rauter uit te voeren, maar dat betekende ook dat hij betrokken was bij de vermeende oorlogsjaren.

De inlevering van radio’s in Deever was dus niet alleen een lokale aangelegenheid, maar ook een reflectie van de bredere politieke situatie in het bezette Nederland. Het betekende dat de inwoners van Deever hun toegang tot onafhankelijke informatie verloren, en dat de Duitse autoriteiten controle hadden over wat de bevolking wel en niet mocht weten.


De Herrijzen van Radio’s en de Opstand van Informatie

Na de oorlog, met het herstel van de Nederlandse democratie, nam het gebruik van de radio weer toe. Het was een belangrijk medium om de inwoners te informeren over de gebeurtenissen van de oorlog, de vermeende oorlogverdrieten, en de herstelmaatregelen die werden genomen. De inlevering van radio’s in 1943 werd daarmee een historisch moment dat niet alleen een technische verandering betekende, maar ook een symbolische omslag in de toegang tot informatie.

In het archiefmateriaal van Deever is te lezen dat na de oorlog veel van de inleverde radio’s verder werden gebruikt of vernietigd, maar dat de herinnering aan de inlevering gebleven is. De gemeente Deever, zoals ook andere gemeenten in het land, heeft documenten bewaard over deze periode, waaronder ook het document waarin burgemeester Meiboom de inlevering organiseerde.


De Rol van Radio’s in de Oorlog

Hoewel de inlevering van radio’s in 1943 een maatregel was om informatiefreedom te beperken, bleek de radio toch een krachtig instrument te worden tijdens de oorlog. In het geheim werden illegale radiozenders opgericht die informatie verspreidden over de oorlog, de Duitse bezetting, en de vermeende oorlogverdrieten. Deze zenders speelden een cruciale rol in de oorlogshistorie van Nederland en maakten duidelijk dat informatie niet gemakkelijk te onderdrukken was.

In Deever was de aanwezigheid van radio’s dus ook een symbool van verzet, ook al moesten deze apparaten eerst inleveren worden. De inwoners van Deever hadden blijkbaar een sterke behoefte aan onafhankelijke informatie, en dat was duidelijk een factor die de Duitsers probeerden te onderdrukken.


De Vermeende Oorlogverdrietige Context

De inlevering van radio’s in Deever was niet alleen een technische maatregel, maar ook een vermeende oorlogverdrietige actie. In de oorlog was het gebruik van informatie en media van groot belang voor het verzet en de vermeende oorlogverdriet. De Duitse autoriteiten begrepen dat, en daarom probeerden ze controle te houden over wat de inwoners konden horen en zien.

In Deever was de radio een belangrijk medium voor de inwoners, en de inlevering was een poging om die controle te verkrijgen. Echter, zoals in andere delen van het land, bleek het gebruik van radio’s toch te blijven bestaan, ook al moesten de apparaten eerst inleveren worden. De inwoners van Deever hadden duidelijk een sterke behoefte aan informatie, en die behoefte kon niet volledig worden onderdrukt.


De Herrijzen van Historisch Bewustzijn

Het archiefmateriaal van Deever laat zien dat de inlevering van radio’s in 1943 nog steeds een onderwerp is van historisch onderzoek en herinnering. Het feit dat de gemeente Deever het document van burgemeester Meiboom bewaard heeft, duidt op een bewustzijn van historische waarde. Het betekent dat de inlevering van radio’s niet alleen een technische maatregel was, maar ook een moment dat een deel van de lokale geschiedenis vormde.

De inlevering van radio’s in Deever is dus een onderwerp dat niet alleen belangrijk is voor de oorlogsgeschiedenis van Nederland, maar ook voor de lokale geschiedenis van Deever. Het toont aan hoe de gemeenschap reageerde op de maatregelen van de bezettingsmacht, en hoe deze maatregelen beïnvloedden wat de inwoners konden horen en weten.


Conclusie

De inlevering van radio’s in Deever in juni 1943 was een maatregel die door de Duitse bezettingsmacht werd genomen om de toegang tot informatie te beperken. Burgemeester Jan Cornelis Meiboom organiseerde de inlevering in het Schultehuis, en gaf duidelijke instructies over waar en wanneer de inwoners hun radio-ontvangers moesten brengen. De inlevering was een georganiseerd proces, maar ook een symbolisch moment in de oorlogsgeschiedenis van Deever.

De inlevering van radio’s had een bredere betekenis, niet alleen in Deever, maar ook in het bezette Nederland. Het toont aan dat de Duitse autoriteiten controle probeerden te houden over wat de inwoners konden horen en weten, maar dat de behoefte aan informatie toch niet volledig kon worden onderdrukt. De inlevering van radio’s in Deever is dus een historisch moment dat zowel technisch als politiek van betekenis was.

Het archiefmateriaal van Deever laat zien dat deze historische gebeurtenis nog steeds relevant is. Het betekent dat de inlevering van radio’s niet alleen een technische maatregel was, maar ook een onderdeel van de lokale geschiedenis van Deever. Het toont aan hoe de gemeenschap reageerde op de maatregelen van de bezettingsmacht, en hoe deze maatregelen beïnvloedden wat de inwoners konden horen en weten.


Bronnen

  1. www.dieversarchief.nl

Related Posts