Le Thillot: een culturele en historische parel in de Vogezen
augustus 23, 2025
De geschiedenis van Nederland is rijk aan culturele en civiele invloeden, en de Romeinse tijd speelde hierin een centrale rol. Tijdens hun overheersing van Europa, inclusief het huidige Nederland, stichtten de Romeinen een reeks steden en nederzettingen, vaak met eigen namen. Deze steden groeiden uit tot belangrijke centra voor handel, militaire bevoorrading en bestuur. Hoewel de Romeinse periode eindigt met de val van het Romeinse Rijk, blijft haar impact zichtbaar in het landschap, archeologische vondsten en historische documenten.
In dit artikel wordt ingegaan op de Romeinse namen die in Nederlandse steden zijn gebruikt, op basis van bronnen en archeologische gegevens. De nadruk ligt op de steden die met zekerheid of vermoedelijk een Romeinse naam droegen, evenals de historische en archeologische context waarin deze namen zijn opgevat. De discussie omvat ook de mate van betrouwbaarheid van deze naamgevingen, gezien de vaak ambigue of verschillende interpretaties door historici.
De Romeinen stichtten en namen diverse steden in het huidige Nederland, vaak met eigen namen die verschillen van hun hedendaagse benamingen. Deze namen zijn grotendeels afgeleid van historische bronnen zoals de Peutingerkaart, de teksten van Ptolemaeus en archeologische vondsten. Toch blijkt uit de bronnen dat de exacte toewijzing van deze namen vaak niet eenduidig is, en dat historici vaak verschillende locaties aan een enkele Romeinse naam toekennen of vice versa.
Een aantal steden in Nederland is met zekerheid gekoppeld aan een Romeinse naam. Zo heette Utrecht vroeger Albiobola, Vechten Fectio, Roomburg Macilo, Cuijk Ceudiacum en Herwen Carvium ad Molem. Deze namen zijn afgeleid uit historische bronnen en archeologische vondsten. Andere steden, zoals Nijmegen, zijn onderwerp van discussie. Nijmegen droeg ooit de namen Noviomagus of Batavodorum, maar de precieze toewijzing van deze namen is niet duidelijk, gezien de archeologische vondsten zich op verschillende locaties in de stad bevinden.
De Romeinse stad Noviomagus, die zich op meerdere locaties in Nijmegen bevindt, is een voorbeeld van hoe Romeinse namen vaak niet eenduidig zijn toegewezen. In de historische bronnen worden verschillende locaties binnen de huidige stad aangeduid als Noviomagus, wat suggereert dat de naam niet op één enkele locatie was beperkt, maar mogelijk op meerdere centra. Dit is een typisch voorbeeld van de complexiteit bij het toewijzen van Romeinse namen aan hedendaagse steden.
Een andere Romeinse stad die in de bronnen voorkomt, is Lugdunum Batavorum, een centrum van de Bataven, een Germaanse stam die sterk betrokken was bij de Romeinse verovering. Deze stad wordt soms gelinkt aan het huidige Katwijk, maar ook hier zijn historici niet volledig overeen. Andere steden die mogelijk Romeinse namen droegen zijn Traiectum (het huidige Utrecht), Flevum (Velsen), en Praetorium Agrippinae, die mogelijk verwijst naar een warme badplaats.
De Romeinse namen zijn niet alleen belangrijk vanuit historisch perspectief, maar ook omdat ze vaak in de hedendaagse cultuur en historie worden gebruikt. Zo is Noviomagus, de Romeinse naam voor Nijmegen, vaak gebruikt in historische contexten en archeologische verklaringen. Bovendien is de naam Lugdunum soms gebruikt in literaire en educatieve contexten om verwijzingen te maken naar Romeinse activiteiten in het huidige Nederland.
Een belangrijke bron voor de Romeinse naamgeving in Nederland is de Peutingerkaart, een Romeinse wegenkaart uit de 4e eeuw. Deze kaart bevat namen van steden en wegen in het Romeinse Rijk, waaronder ook een aantal locaties in het huidige Nederland. Echter, zoals aangegeven in de bronnen, zijn de namen op deze kaart niet altijd eenduidig toegewezen aan hedendaagse steden.
Zo worden bijvoorbeeld Flenio, Tablis, Caspingio en Ad Duodecimum genoemd op de Peutingerkaart, maar deze locaties zijn niet in Nederland te lokaliseren. Verder zijn er twaalf andere locaties in Nederland die naamgevingen uit de Peutingerkaart toegewezen krijgen, zonder dat hierbij bewijs wordt gegeven voor deze toewijzing. Dit leidt tot de conclusie dat historici deze namen vaak aan hedendaagse steden toewijzen zonder voldoende bewijs, wat de betrouwbaarheid van deze naamgevingen in twijfel trekt.
De discussie over de toewijzing van Romeinse namen is dus niet alleen academisch, maar ook relevant voor toeristen en historisch geïnteresseerden die deze namen gebruiken om Romeinse geschiedenis te plaatsen in het huidige landschap. Het is daarom belangrijk om te beseffen dat de Romeinse naamgeving vaak gebaseerd is op vermoedens en interpretaties van historische bronnen, eerder dan op bewijs uit archeologische vondsten.
Hoewel de Romeinse namen van steden in Nederland vaak historisch zijn, is hun betekenis niet beperkt tot het verleden. Deze namen worden vaak gebruikt in educatieve contexten, zoals schoolprojecten of museumtentoonstellingen, om het publiek bewust te maken van de Romeinse invloed op het huidige land. Bovendien worden ze soms gebruikt in toeristische contexten, zoals in de naamgeving van historische routes of themaparks.
Bijvoorbeeld, Nijmegen, die vaak wordt aangeduid als de oudste stad van Nederland, is een populair bestemming voor historisch geïnteresseerde toeristen. In het Valkhofpark zijn ruïnes te zien van een Romeins paleis en een burcht, en de stad heeft een rijke Romeinse geschiedenis die wordt benut in educatieve en culturele activiteiten. Op vergelijkbare manier is Maastricht een stad met duidelijke Romeinse wortels, waar ondergrondse mergelgrotten en Romeinse overblijfselen bezoeken zijn.
De Romeinse invloed op steden zoals Utrecht en Leiden is ook duidelijk zichtbaar. Utrecht, bekend als Traiectum in Romeinse tijd, heeft een middeleeuwse historie die sterk wordt beïnvloed door de Romeinse bouwkunde en stadsmaken. Leiden, dat ook Romeinse wortels heeft, is een belangrijk historisch centrum met tal van historische gebouwen en archeologische vondsten.
Hoewel de Romeinse namen van deze steden niet altijd eenduidig zijn, blijft hun historische betekenis zichtbaar in het huidige landschap. Deze namen worden gebruikt om het verleden van Nederland te verbinden met het heden, en om toeristen en historisch geïnteresseerden een beter begrip te geven van de Romeinse invloed op de vorming van de hedendaagse steden en regio’s.
Een belangrijk aspect bij het toewijzen van Romeinse namen aan steden is de rol van archeologische vondsten. Deze vondsten, zoals muren, muntjes, scherven en andere overblijfselen, kunnen bewijs leveren voor de aanwezigheid van Romeinse nederzettingen in een bepaalde regio. Echter, zoals aangegeven in de bronnen, zijn er ook gevallen waarbij historische locaties geen duidelijke Romeinse overblijfselen hebben opgeleverd.
Bijvoorbeeld, van steden zoals Katwijk, Alphen, Woerden, Wijk bij Duurstede, Kesteren, Voorburg, Herwen en Rossum is nooit vastgesteld of er wel ooit een castellum (een Romeins fort) gelegen heeft. In sommige gevallen zijn locaties door rivierwater compleet weggespoeld, waardoor archeologische vondsten onmogelijk zijn. Dit maakt het voor historici lastig om Romeinse naamgevingen op deze locaties te verifiëren, en leidt tot het gebruik van vermoedens of speculaties bij de toewijzing van namen.
Een ander voorbeeld is Castra Herculis, een Romeinse naam die op 24 verschillende locaties in Nederland is gebruikt. Deze locaties worden allemaal even "overtuigend" bewezen door de respectievelijke historicus, wat aangeeft dat er geen eenduidige locatie is waar deze naam met zekerheid is gebruikt. Dit benadrukt de complexiteit van Romeinse naamgeving en de moeilijkheid om deze namen met zekerheid aan hedendaagse steden te koppelen.
Tevens is er discussie over de betrouwbaarheid van Romeinse naamgevingen in het algemeen. Historici zoals Dr. A.W. Byvanck, Dr. W.A. van Es en Tilmann Bechert stellen dat er ruim 30 grotere plaatsen in Nederland zijn waar meer Romeins gevonden is dan enkele munten of scherven, maar dat deze plaatsen geen Romeinse naam hebben gekregen. Dit suggereert dat de toewijzing van Romeinse namen vaak gebaseerd is op vermoedens en interpretaties van historische bronnen, eerder dan op archeologische bewijs.
De Romeinse namen van steden in Nederland zijn niet alleen van historisch belang, maar ook van betekenis voor het toerisme. Deze namen worden vaak gebruikt in het toeristische aanbod om historisch geïnteresseerde bezoekers een beeld te geven van de Romeinse invloed op het land. Bovendien worden ze gebruikt in educatieve en culturele activiteiten, zoals musea, historische routes en themaparks.
Bijvoorbeeld, in Nijmegen is de Romeinse geschiedenis centraal in het Valkhofmuseum, waar bezoekers kunnen leren over de Romeinse invloed op de stad en het land. Op vergelijkbare manier zijn er in Maastricht musea en wandelingen die Romeinse historie en culturele activiteiten belichten. Deze activiteiten zijn vaak gericht op toeristen en historisch geïnteresseerden, en gebruiken Romeinse namen om het verleden van de stad te verbinden met het heden.
In Utrecht is de Romeinse invloed zichtbaar in de historische structuur van de stad, met een middeleeuwse grachtencultuur die mogelijk is beïnvloed door Romeinse bouwkundige principes. Hoewel er geen directe Romeinse overblijfselen zijn in het huidige Utrecht, is er sprake van een Romeinse nederzetting, die deel uitmaakte van de Romeinse expansie in het noordwesten van Europa.
In het algemeen kunnen Romeinse namen dus dienen als een brug tussen verleden en heden, en worden ze gebruikt om toeristen en historisch geïnteresseerden een beter begrip te geven van de Romeinse invloed op Nederland. Bovendien helpen ze bij het versterken van de identiteit van steden en regio’s, door hun historische wortels te benadrukken.
De Romeinse tijd in Nederland heeft een diepe invloed gehad op de vorming van steden, infrastructuur en cultuur. Tijdens deze periode werden steden gesticht, handelsroutes uitgebreid, en bouwkundige principes ingevoerd die tot op de dag van vandaag invloed hebben op de stedelijke structuur. Deze steden droegen vaak Romeinse namen, die vandaag de dag nog worden gebruikt in historische en educatieve contexten.
De Romeinse namen van steden in Nederland zijn echter niet altijd eenduidig of verifieerbaar. Historische bronnen zoals de Peutingerkaart, teksten van Ptolemaeus en archeologische vondsten worden vaak gebruikt om deze namen te koppelen aan hedendaagse steden, maar dit leidt vaak tot discussies en verschillende interpretaties. Bovendien zijn er gevallen waarin historische locaties geen duidelijke Romeinse overblijfselen hebben opgeleverd, wat maakt dat de toewijzing van namen vaak gebaseerd is op vermoedens en interpretaties.
Toch blijft de Romeinse invloed op Nederland zichtbaar in het huidige landschap, archeologische vondsten en historische activiteiten. Deze invloed wordt vaak benut in toeristische en educatieve contexten, waardoor Romeinse namen een belangrijke rol spelen in het begrip van de geschiedenis van Nederland. Het gebruik van deze namen helpt bij het verbinden van verleden en heden, en bij het versterken van de historische identiteit van steden en regio’s.