Bezienswaardigheden en activiteiten in Palma de Mallorca: een gids voor toeristen
september 11, 2025
De geschiedenis van prostitutie in Nederland is complex en varieert aanzienlijk per stad. Vanaf de 16e eeuw tot de jaren 2000 was raamprostitutie een bekende aanwezigheid in verschillende steden. Deze activiteit vormde niet alleen een bron van overlast, maar ook een gevoelige kwestie voor stadsbeheer en burgermaatschappij. In dit artikel wordt ingegaan op de historische en huidige situatie van raamprostitutie in verschillende Nederlandse steden, gebaseerd op beschikbare bronnen. Het artikel biedt een overzicht van steden zoals Den Haag, Leiden, Nijmegen, Deventer en Rotterdam, met aandacht voor beleidsmaatregelen, sociale context en geografische ontwikkelingen.
Raamprostitutie betreft de praktijk waarbij prostituees via ramen of open vensters signalen geven dat zij seksuele diensten aanbieden. In Nederland is deze vorm van prostitutie historisch vaak verbonden gegaan met stadsontwikkeling, armoede en veranderende maatschappelijke normen. Vanaf de jaren 1980 begon de overheid regelgeving en beleid te ontwikkelen om de overlast te verminderen, waardoor de activiteiten steeds vaker werden verlegd naar officiële tippelzones.
Den Haag was al in de 16e eeuw een kleine stad met prostitutieactiviteiten. In die tijd was prostitutie gecentraliseerd in de buurt van het Spui, een havenbuurt waar ook gokken en verdachte logementen voorkwamen. In de 20e eeuw werd raamprostitutie in Den Haag steeds zichtbaarder, vooral rond 1960. De gemeente probeerde de overlast aan te pakken en maakte in 1964 een afspraak met buurtbewoners om prostitutie in de woonwijken te beperken. Deze afspraak had als doel om prostitutie te verleggen en de woonkwaliteit te verbeteren.
De jaren 1980 brachten een nieuwe fase in het beleid rondom prostitutie. In 1983 opende Den Haag de eerste tippelzone in Nederland, een officiële zone waar prostitutie in de openbare ruimte gereguleerd werd. Dit model werd snel gevolgd door andere steden zoals Rotterdam en Utrecht. De tippelzones werden ingevoerd om overlast in de binnensteden te verminderen.
In Leiden was prostitutie in de 19de en 20e eeuw aanwezig, maar het was niet zo prominent als in andere steden. In 1904 werd er een bordeelverbod ingevoerd, wat betekende dat illegale prostitutie toenam. In de jaren 2000 begon Leiden zoals andere steden ook te kijken naar de regelgeving rondom prostitutie. In die tijd werden verschillende debatten georganiseerd om de situatie te bespreken, waaronder een debat door de politieke partij LWG/De Groenen. In dit kader werd ook de vraag gesteld of prostitutie een rol moest spelen in de stadsontwikkeling en hoe het beleid hierop kon worden afgestemd.
Leiden heeft in het verleden ook te maken gehad met raamprostitutie, vooral in de jaren 1970 tot 2000. Het aantal prostituées en souteneurs was echter relatief laag. In 1904 telde de stad naast enkele clandestiene etablissementen slechts één geregistreerd bordeel. Er werkten slechts vijf zelfstandige prostituees, en er werd niet één souteneur gesignaleerd. Dit toont aan dat prostitutie in Leiden in die tijd minder commercieel was vergeleken met steden zoals Amsterdam of Den Haag.
Nijmegen heeft ook een historische band met prostitutie. Tot het afbreken van de stadsmuren in 1870 woonden armen en rijken door elkaar in de Benedenstad. Na 1870 trokken de rijke burgers echter weg, waardoor de wijk verpauperde en een slechte reputatie kreeg. In de 19e eeuw begon prostitutie hier een rol te spelen. In de jaren 2000 werden er pogingen gedaan om prostitutie te regulen en de overlast te beperken. De stadsbestuur probeerde samen met buurtbewoners en politie om prostitutie in de woonwijken te beperken. In 2008 vroeg de gemeente Deventer De Rode Draad om een inventarisatie van prostitutieactiviteiten in het stadje, wat ook relevant is voor de situatie in Nijmegen.
In 2008 deed Deventer een inventarisatie van prostitutieactiviteiten om de overlast aan te pakken. Deze inventarisatie was onderdeel van uitstapprogramma's voor sekswerkers. De gemeente wilde een beter beeld krijgen van de prostitutie in het stadje, inclusief de locaties, de omvang en de gevolgen voor de maatschappij. Het verslag dat hieruit voortkwam gaf een beeld van de prostitutie in Deventer en stelde aanbevelingen voor beleid. In Deventer was prostitutie in de 20e eeuw aanwezig, maar het was minder prominent dan in andere steden. De inventarisatie uit 2008 toonde aan dat prostitutie activiteiten in de 21e eeuw wel aanwezig waren, maar niet zo intens als in steden met tippelzones.
Rotterdam had in de 18e en 19e eeuw een sterke groei in prostitutieactiviteiten, vooral in de Zandstraatbuurt. Deze buurt ontwikkelde zich van kleinschalige prostitutie tot een echte rosse buurt, vooral door de groei van de haven. In de 20e eeuw begon de gemeente beleid te ontwikkelen om de overlast te verminderen. In de jaren 1980 kreeg Rotterdam, net als Den Haag en Utrecht, een tippelzone. De gemeente probeerde prostitutie te verleggen naar officiële zones om de overlast in de woonwijken te verminderen. In de 21e eeuw bleef prostitutie een onderwerp van discussie in Rotterdam, met regelgeving en beleidsmaatregelen om de activiteiten te regulen en de overlast te beperken.
Naast de genoemde steden was prostitutie ook aanwezig in andere steden zoals Haarlem, Utrecht en Leeuwarden. In Haarlem was er enige raamprostitutie, met een paar Thaise salons en een enkele club en privéhuis. In Utrecht waren er historische prostitutiegebieden zoals Zandpad en Hardebollenstraat, die in de 20e eeuw verdwenen. Leeuwarden had ook prostitutieactiviteiten, maar deze waren minder prominent dan in andere steden.
De ontwikkeling van prostitutie in Nederland is sterk beïnvloed door maatschappelijke en politieke veranderingen. Vanaf de jaren 1970 begonnen gemeenten zich meer bezig te houden met prostitutie als een onderdeel van stadsontwikkeling. In de jaren 1980 kreeg prostitutie een nieuwe dimensie door de opkomst van heroïne, wat leidde tot verslaving en overlast. Dit zorgde voor druk op de overheid om beleid te ontwikkelen, wat resulteerde in de inrichting van tippelzones in verschillende steden.
De inrichting van tippelzones was bedoeld om prostitutie te verleggen naar officiële zones en zo de overlast in de woonwijken te verminderen. Deze zones waren vaak gelegen op periferiegebieden van steden, zodat de overlast minder invloed had op de woonwijken. De tippelzones waren ook bedoeld om prostitutie te regulen en de veiligheid voor zowel sekswerkers als klanten te verbeteren.
De regulering van prostitutie in Nederland is een complexe kwestie. In de jaren 1980 begon de overheid beleid te ontwikkelen om prostitutie te regulen en de overlast te verminderen. De tippelzones waren een belangrijk onderdeel van dit beleid. In deze zones was prostitutie officieel toegestaan, maar er waren regels voor de activiteiten, zoals de verplichting om zich te registreren en bepaalde veiligheidmaatregelen te nemen.
Naast de tippelzones werden er ook beleidsmaatregelen genomen om prostitutie in de woonwijken te beperken. Dit betrof het verbannen van raamprostitutie, het verleggen van prostitutieactiviteiten naar officiële zones en het aanpakken van overlast. In sommige steden werd er ook aandacht besteed aan de sociale situatie van prostituees, met maatregelen voor ondersteuning en hulpverlening.
De geschiedenis van prostitutie in Nederlandse steden is een complexe en veelzijdige kwestie. Vanaf de 16e eeuw tot de jaren 2000 was prostitutie een onderdeel van de maatschappij, met verschillende vormen van activiteiten zoals raamprostitutie, straatprostitutie en tippelzones. De regulering en beleid rondom prostitutie is sterk beïnvloed door maatschappelijke en politieke veranderingen. In de jaren 1980 begon de overheid actief beleid te ontwikkelen om prostitutie te regulen en de overlast te verminderen. De inrichting van tippelzones was een belangrijk onderdeel van dit beleid, met als doel prostitutie te verleggen naar officiële zones en de overlast in de woonwijken te verminderen. Deze maatregelen hebben geleid tot veranderingen in de prostitutie in Nederlandse steden, met een verlegging van activiteiten naar officiële zones en een verminderde overlast in de woonwijken. De situatie van prostitutie blijft echter een gevoelige kwestie, met discussies over het beleid, de regulering en de maatschappelijke gevolgen.