Leesvaardigheid van Nederlandse tieners in dalende spiraal
juli 18, 2025
De Nederlandse sportwereld is bekend om haar sterke positie in internationale sport, met voetbal, atletiek en wielrennen als de meest prominente vertegenwoordigers. Toch spelen ook minder populaire sporten een rol in het land. Deze sporten, vaak gespeeld door amateurs of in minder traditionele sporttakken, vormen een aparte wereld die minder in de schijnwerpers staat. De laatste jaren zijn er echter ook aandachtspunten geweest, bijvoorbeeld rondom dopingcontrollen, die zelfs amateurs niet ongemoeid laten. Dit artikel biedt een overzicht van zowel de sporten als de context waarin Nederlandse sporters – zowel amateurs als professionals – deze sporten beoefenen.
In het voorjaar van 2018 maakte Hinke Schokker haar naam bekend door te winnen op de Run van Winschoten, een ultraloopwedstrijd over 100 kilometer. Haar prestatie was indrukwekkend: na 8,5 uur had ze 100 kilometer afgelegd. Ze had geen topsportstatus, maar haar inzet en resultaat trokken wel aandacht. Eén jaar later, in 2019, stond ze weer op het podium, maar deze keer werd het een andere ervaring. Na afloop werd ze op doping getest, en het resultaat was positief. Dit gebeurde niet in de context van een Olympische sport, maar op een ultraloopevenement dat niet onder de Nederlandse sportbonden viel.
Deze gebeurtenis viel binnen een bredere trend: in 2019 werd een groot deel van de dopinggevallen geregistreerd bij sporters die geen deel uitmaakten van olympische sporttakken. Zo kwamen de meeste betrapte sporters uit takken zoals autosport, cricket, darts, karate, krachtsport, onderwatersport, rugby, waterskiën en wakeboarden. Slechts een paar van de betrokken sporters hadden een NOC*NSF-licentie of topsportstatus.
Deze gebeurtenissen stelden vragen op over de toegankelijkheid van dopingcontrollen voor amateuratleten. Schokker zelf had niet verwacht dat ze na afloop van een wedstrijd een test zou ondergaan. Zij zag zichzelf als recreatieve sporter en had geen voorbereiding op dopingcontrole of het gebruik van geneesmiddelen die op de dopinglijst stonden. Dit leidde tot discussies over de transparantie en het bereik van de dopingwetgeving in Nederland, en hoe goed sporters op de hoogte zijn van de regels.
In het kader van antidopingbeleid in Nederland is het gebruik van geneesmiddelen die op de dopinglijst staan, soms toegestaan mits het medisch noodzakelijk is. Dit is een proces waarbij sporters een medisch attest moeten aanvragen bij het antidopingbureau. In 2019 kregen 118 atleten zo’n dispensatie, waarvan de helft betrekking had op het ADHD-medicijn methylfenidaat, ook wel bekend als Ritalin. Dit medicijn valt in dezelfde categorie als modafinil, een stof die prestaties kan bevorderen.
Hoewel het gebruik van medische dispensaties toegestaan is, stelt het ook vragen op. Volgens een onderzoek van het Mulier Instituut in 2019 is het aantal dispensaties toegenomen. Trainers, sportartsen en zelfs sporters zelf hebben er waarnemingen over gedaan. Zo is er sprake geweest van sporters met een "heel boekje vol" dispensaties en zelfs van een kast vol medicatie. Deze observaties wekken zorgen op, omdat ze suggereerden dat het aantal verstreken dispensaties groeit en dat het niet altijd duidelijk is of dit medisch nodig is of juist gebruikt wordt om sportprestaties te verbeteren.
Deze ontwikkeling roept ook vragen op over het beleid rondom doping. Volgens een rapport van het Mulier Instituut is het vertrouwen in schone sport in Nederland de laatste jaren sterk toegenomen. In 2015 gaf nog 18% van de sporters aan te denken dat doping de uitslagen van evenementen beïnvloedde; in 2019 was dit percentage gedaald tot 6%. Dit suggereert dat er bewustwording is geweest en dat sporters en sportorganisaties bewustheid toelaten van de gevolgen van doping. Toch blijft de discussie over medische dispensaties actueel, omdat het niet altijd duidelijk is of het om een medisch noodzakelijk gebruik gaat of om een strategisch gebruik om prestaties te verbeteren.
Nederland is ook een land van diversiteit in sport. Naast bekende sporten zoals voetbal en basketbal zijn er ook sporten die minder in de media voorkomen, maar toch een eigen gemeenschap en toezichthouders hebben. Een paar van deze sporten zijn:
Onderwaterhockey, ook wel bekend als Octopush, is een sport die gespeeld wordt onder water. De sport werd in 1954 uitgevonden in Engeland door Alan Blake. In Nederland zijn er diverse clubs die deze sport beoefenen, en het is een sport die zich richt op uithoudingsvermogen, strategie en teamwerk. De spelers gebruiken kleine stokken om een puck in het doel van de tegenstander te duwen.
Zwerkbal is een sport die is geïnspireerd op de Harry Potter-boeken. De eerste officiële wedstrijden werden in 2005 gespeeld in de Verenigde Staten. In Nederland is de sport in opmars. Zwerkbal wordt gespeeld met zes spelers per team, die op een bezemsteel rijden. De spelers gooien een bal door drie ringen van de tegenstander om punten te maken. Het is een sport die fysiek veel eisen stelt, maar ook veel plezier oplevert zowel voor spelers als toeschouwers.
Pickleball is een sport die in 1965 in de Verenigde Staten werd uitgevonden door drie vaders die een leuke activiteit voor hun kinderen zochten. Het is een mix van tennis, badminton en tafeltennis, gespeeld op een kleiner veld met een harde, geperforeerde bal en paddles. In Nederland groeit de populariteit van pickleball snel, en er zijn steeds meer clubs die deze sport aanbieden.
Jai Alai is een sport die oorspronkelijk uit het Baskenland in Spanje komt. Het is vaak beschreven als de snelste balsport ter wereld. Spelers gebruiken een cesta, een lange gebogen mand, om een kleine bal tegen een muur te gooien en deze weer op te vangen. In Nederland is de sport minder bekend, maar er zijn initiatieven om de sport onder de aandacht te brengen.
Teqball is een innovatieve sport die in 2012 in Hongarije werd ontwikkeld. Het combineert voetbal en tafeltennis. Spelers gebruiken een gebogen tafel en een voetbal om de bal over een net te slaan. In Nederland wint de sport aan populariteit, vooral bij voetballers die hun techniek willen verbeteren.
Amateursporters zoals Hinke Schokker spelen een belangrijke rol in de Nederlandse sportgemeenschap. Zij zijn vaak de onzichtbare motor achter sportevenementen en lokale wedstrijden. Hun inzet en prestaties worden soms overrompeld door onverwachte gebeurtenissen zoals dopingcontrollen, die niet altijd voorzien zijn in de context van amateurbeoefening.
In het geval van Schokker was de dopingcontrole een onverwachte wending. Zij had zich niet voorbereid op een test, en het middel dat positief bleek te zijn, was voorgeschreven door een arts. Dit bracht vragen op over de toegankelijkheid van dopingcontrollen voor amateurs en de vraag of de regels duidelijk genoeg worden gecommuniceerd.
Deze gebeurtenis illustreert ook de brede toepassing van de antidopingwetgeving in Nederland. Niet alleen professionele sporters zijn onderworpen aan controles, maar ook amateurs die in de context van wedstrijden testen ondergaan. Dit brengt de discussie met zich mee over hoe verantwoordelijk sporters zijn voor hun medicatiegebruik en hoe duidelijk de regels op dit vlak worden gecommuniceerd.
Nederland is niet alleen een land met sterke posities in traditionele sporttakken, maar ook een land waar minder bekende sporten hun eigen ruimte vinden. Sporters die deze sporten beoefenen, vaak amateurs, spelen een belangrijke rol in de sportgemeenschap. Toch zijn ze niet ongemoeid gelaten door de discussies over doping en medische dispensaties.
De gebeurtenis rond Hinke Schokker illustreert dat zelfs amateurs in de ban van antidopingbeleid kunnen komen, en dat de regels en procedures voor dopingcontrole niet altijd voorzien zijn in hun sportcontext. Het gebruik van medische dispensaties blijft een discussiepunt, omdat het niet altijd duidelijk is of het om medisch noodzakelijke toepassingen gaat of om strategisch gebruik om prestaties te verbeteren.
De Nederlandse sportwereld is in evolutie, en de rol van amateurs en minder bekende sporten blijft belangrijk. Het is noodzakelijk dat sporters – zowel amateurs als professionals – duidelijk zijn over de regels, procedures en verantwoordelijkheden rondom medicatiegebruik en dopingcontrollen. Ook is het belangrijk dat sportorganisaties bewust zijn van de diversiteit in sport en het belang van minder traditionele sporttakken in de Nederlandse sportgemeenschap.