Grensoverschrijdende wandeltochten in Nederland en België: van Pieterpad tot smokkelroutes
juli 19, 2025
Het veenlandschap is een karakteristiek onderdeel van het Nederlandse landschap en heeft een diepe invloed gehad op de vorming van dorpen, economieën en culturele tradities. Veel dorpen in het noorden, oosten en westen van het land zijn ontstaan of veranderd door de aanwezigheid van veen. In dit artikel worden een aantal van die dorpen besproken, met aandacht voor hun historische ontwikkeling, hun verband met veen en turf, en hun huidige betekenis in het toeristische en culturele landschap.
Het veenlandschap is verspreid over verschillende regio’s in Nederland. Het merendeel van het veen ligt in West- en Noord-Nederland, zoals in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Overijssel, Friesland en Groningen. Daarnaast zijn er ook hoogveengebieden, zoals in Oost-Groningen, Drenthe, Noord-Brabant en Noord-Limburg. Deze gebieden zijn historisch sterk beïnvloed door de ontginning en turfwinning. Het ontgonnen veen vormt nu een landschap van open weilanden, sloten en soms ook restanten van oorspronkelijke moerassen, zoals in de Weerribben in de Kop van Overijssel of bij de Loosdrechtse Plassen.
De ontginning van het veen begon in de tweede helft van de negentiende eeuw en leidde tot de ontwikking van veenkoloniën. Deze koloniën waren vaak ontworpen voor landbouw en industrie en groeiden uit tot volwaardige dorpen. Soms overvleugelden deze nieuwe dorpen zelfs de oude dorpen die de basis vormden voor de ontginning.
Een bekend voorbeeld van dorpen met een sterk verband met het veen is het Drentse Veenland. Hier zijn 13 dorpen en buurtschappen opgenomen in de Belevingskaart Verhalen uit het Veen. Deze dorpen hebben elk hun eigen karakteristieke geschiedenis en een gemeenschappelijk verleden met het veen. Zo is het Veenpark in Barger-Compascuum een centrale plek om de geschiedenis van het veen te ontdekken. Hier wordt de laatste turf in Nederland gestoken, en is het plaggenhuttendorp Aole Compas een getuige van het pioniersleven in het veenland. Het Veenpark biedt activiteiten voor jong en oud, zoals educatieve programma’s, wandelingen en tentoonstellingen.
Het dorp Veen in de gemeente Altena in Noord-Brabant is een voorbeeld van een dorp dat historisch verband houdt met het veenlandschap. Veen ligt aan de Afgedamde Maas en is een benedendorp in het Land van Heusden. Tot 1973 was Veen een zelfstandige gemeente; daarna werd het bij Aalburg gevoegd. De naam Veen is echter niet afkomstig van een venige bodem zoals men zou kunnen denken, maar is in verband gebracht met kleigrond (rivierklei).
De geschiedenis van Veen is gekenmerkt door veranderingen in economie en nederzetting. Het dorp is verbonden met Aalst via een veerpont over de Afgedamde Maas. In 2023 telde het dorp 3.165 inwoners.
In Zuidoost-Drenthe vonden de veenkoloniën een grote bloei, met de oudste ontginningen in de jaren 1860 en de laatste in de jaren 1910. De kwaliteit van de turf varieerde afhankelijk van de locatie; het zuiden van de regio had dikker bolsterlaag, wat geschikter was voor het maken van turfstrooisel. De ontginning leidde tot de opkomst van nieuwe dorpen, zoals Klazienaveen, die ontstonden door de inspanningen van individuen zoals Willem Albert Scholten.
De veenarbeiders die in deze regio werkten, kwamen vaak uit andere regio’s van Nederland, zoals Friesland en Overijssel. Ze werkten vaak met hun hele gezin en waren gekenmerkt door een houding van vrijheid en onafhankelijkheid. Deze pioniers vormden de basis van de dorpen die zich rond de veenkoloniën ontwikkelden.
De dorpen Mijdrecht en Wilnis vormen een dubbelnederzetting in de Ronde Venen, die samen ongeveer 21.000 inwoners tellen. Deze dorpen ontwikkelden zich historisch als agrarische nederzettingen en werden later beïnvloed door industriële groei. Mijdrecht was het bestuurscentrum van het gebied en had tot in de achttiende eeuw een proostenhuis. Wilnis is minder uitgesproken in omvang gebleven.
De komst van de N201 en de Haarlemmermeerspoorlijn richting Aalsmeer en Loenen zorgde voor industriële vestigingen in beide dorpen. Na de jaren 1950 veranderde het landschap van lintnederzettingen naar dorpen met duidelijke dorpskernen. Een belangrijk bedrijventerrein tussen Mijdrecht en Wilnis trok bedrijven aan, vooral vanwege de nabijheid van Schiphol.
De dorpskernen van Kockengen, Kamerik en Nieuwer ter Aa zijn beschermd dorpsgezicht. Deze dorpen liggen in de Ronde Venen en zijn historisch agrarisch van aard geweest. Kockengen was het bestuurscentrum van het gebied, van waaruit de Proosdij van Sint Jan het gebied leidde. Er stond tot in de achttiende eeuw een proostenhuis. Nieuwer ter Aa is een kleinere nederzetting geweest in vergelijking met Kockengen.
In de twintigste eeuw ontstonden nieuwe wijkontwikkelingen, zoals Proostdijland, Twistvlied, Veenzijde en Hofland. Deze wijkontwikkelingen liggen in de polders Groot Mijdrecht en Tweede Bedijking. Ze zijn een gevolg van de industriële en woningbouwgroei in de regio.
Turf speelde een centrale rol in de economie van veel dorpen in het veengebied. Het was een belangrijke brandstof voor zowel huishoudens als nijverheid. Het winnen van turf begon in de Middeleeuwen en bereikte zijn hoogtepunt in de Gouden Eeuw. Veel dorpen en straatnamen herinneren aan deze geschiedenis, zoals de namen Veendam en Veenendaal. Ook straatnamen zoals Turfmarkt en Turfsingel zijn duidelijke verwijzingen naar het verleden van turf.
De ontginning van veen en het winnen van turf leidden tot de ontwikking van open, drooggelegde landschappen met rechte vaarten. Deze vorm van landbouw was essentieel voor de vroege industrialisatie in Nederland.
De veendorpen vormen niet alleen een historisch belangrijk deel van het landschap, maar zijn ook een rijke bron van culturele en toeristische activiteiten. In dorpen zoals Barger-Compascuum is het Veenpark een centrale trekkersplek waar het veenverleden tot leven wordt gebracht. In andere regio’s, zoals Zuidoost-Drenthe en de Ronde Venen, zijn er wandelingen, tentoonstellingen en educatieve programma’s die toeristen en inwoners helpen de geschiedenis van het veen te ontdekken.
De dorpsontwikkeling in veenkoloniën en de aanwezigheid van restanten van het oorspronkelijke veenlandschap maken deze dorpen uniek. Ze zijn niet alleen geschiedenis, maar ook een leefbaar en levendig deel van het huidige Nederland.
Nederlandse dorpen met veen spelen een belangrijke rol in het landschap, de geschiedenis en de culturele erfenis van het land. Dorpen zoals Barger-Compascuum, Veen, Mijdrecht, Kockengen en Klazienaveen tonen elk hun eigen verhaal over het veenverleden en de ontwikkeling van nederzettingen, economieën en sociale structuren. Het veenlandschap is niet alleen een natuurlijke vorming, maar ook een resultaat van menselijke inmenging, met veenarbeiders, pioniers en industriële groei als centrale thema’s.
Deze dorpen zijn nu ook een waardevolle bron voor toerisme en educatie, waarbij het verleden van het veen een essentieel onderdeel is van de huidige identiteit. Door de ontginning, de turfproductie en de industriële groei zijn deze dorpen tot wat ze tegenwoordig zijn geworden: levendige en historisch rijke plekken in het Nederlandse landschap.