Nederlandse gids voor HISTORY Channel: een overzicht van historische en populaire programma’s
juli 17, 2025
Het fenomeen van nederlands sprekende dorpen in België is een unieke aspect van de grensregio tussen Nederland en België. In deze gebieden leven mensen die Nederlands als moedertaal spreken, terwijl ze zich fysiek bevinden in het Belgische grondgebied. Deze dorpen vormen een brug tussen twee landen, waarbij taal, cultuur en gemeenschapszin zich over de grens uitstrekken. Doorheen de geschiedenis zijn deze dorpen ontstaan als gevolg van erfopvolging, feodalisme of historische afspraken. Tegenwoordig is dit fenomeen niet alleen van historisch belang, maar ook van cultureel en sociaal belang, aangezien het leidt tot een vermenging van tradities, taalgebruik en gemeenschapsdynamiek.
In dit artikel wordt ingegaan op enkele van deze dorpen en hun historische achtergrond. Verder worden de huidige realiteiten besproken, zoals taalbeleid, migratiepatronen en de rol van Nederlanders in de Belgische dorpsgemeenschappen. Op basis van de voorliggende bronnen wordt een overzicht gegeven van de situatie in deze unieke dorpen, met aandacht voor zowel historische feiten als huidige ontwikquenten.
In Zeeuws-Vlaanderen is het fenomeen van grensoverschrijdende dorpen al jaren aanwezig. Een bekend voorbeeld is Westdorpe, een dorp waarin Belgen wonen maar zich op voortdurende manier betrokken houden bij de lokale dorpsgemeenschap. Het dorp werd zelfs tijdelijk omgedoopt tot "het warmste dorp van Nederland" als een creatieve manier om aandacht te geven aan de gemeenschap.
Joos en Lottin, die in Westdorpe wonen, zijn een voorbeeld van Belgen die bewust kiezen om deel te nemen aan de dorpsleven in Nederland. Ze zijn actief in de dorpsraad en organiseren evenementen om de dorpsgemeenschap te versterken. Ze hebben zelfs een Facebook-pagina opgericht om positief nieuws uit de regio te delen. Deze actieve betrokkenheid is geen uitzondering, maar een bewuste keuze om te integreren in de Nederlandse dorpscultuur, ondanks hun Belgische herkomst.
Zeven jaar na hun aankomst geven Joos en Lottin nog steeds commentaar op de rol van Belgen in het dorp: “De Belgen doen alles over de grens, zegt men, maar zo zwart-wit is het gewoon niet.” Ze benadrukken dat er ook Belgen zijn die bewust kiezen voor de lokale supermarkt of de dorpsactiviteiten, in plaats van uitsluitend in België te blijven.
Inmiddels is het koppel ook verder geïntegreerd: ze nemen verlof op Koningsdag, gebruiken Nederlandse aannemers voor verbouwingen en zijn zelfs genomineerd als "Westdorpenaar van het jaar". Dit laat zien dat integratie niet alleen op sociaal vlak plaatsvindt, maar ook op praktisch en cultureel vlak.
Niet alleen in Zeeuws-Vlaanderen, ook elders in Nederland zijn er dorpen waar Belgen wonen, maar zich bewust vasthouden aan hun taal en identiteit. In de regio Nederwalen, bijvoorbeeld, zijn er Vlamingen en Nederlanders die zich steeds meer zichtbaar maken in Wallonië. Het aantal Nederlanders in België is in de afgelopen vijftien jaar verdubbeld, en hun aanwezigheid is gevoeliger dan die van Vlamingen, doordat ze vaak assertiever zijn in hun optreden.
Ren de Vree, een gepensioneerde Nederlander die in Roy, Wallonië woont, is een voorbeeld van deze assertieve aanpak. Hij heeft een website opgericht waarop hij Waals nieuws verzamelt en vertaalt naar Nederlands. Daarnaast is hij betrokken bij de Orde van den Prince, een organisatie die zich inzet voor de bevordering van de taal en cultuur van de Nederlanden. Zijn actieve betrokkenheid maakt hem tot een uitzondering, maar ook een spiegelbeeld van een grotere trend: Nederlanders die bewust taal en cultuur behouden, ook al wonen ze in België.
De Vlamingen, in tegenstelling tot de Nederlanders, zijn volgens De Vree minder actief in de lokale politiek. Nederlanders zijn, aldus hij, vaak assertiever en nemen meer initiatieven om hun taal en cultuur te behouden of te bevorderen. In het voorbeeld van Voeren, waar Franstaligen altijd de meerderheid vormden in de gemeenteraad, leidde de actieve betrokkenheid van Nederlanders in 2000 tot een historische verkiezingswissel: voor het eerst haalde het Vlaamse Voerbelangen de meerderheid in de gemeenteraad.
Niet alleen in Nederland en België, maar ook in Noord-Frankrijk blijft een vorm van het Nederlands of Vlaams te horen. In de noordelijke hoek van Frankrijk, grenzend aan Vlaanderen, zijn er gemeenten zoals Wormhout, Ravensberg en Steenvoorde waar een variatie van het Vlaams wordt gesproken. Hoewel het aantal sprekers sterk is afgenomen, zijn er nog steeds oudere inwoners die deze dialecten gebruiken.
Het is belangrijk om op te merken dat het niet gaat om standaardnederlands, maar om West-Vlaamse dialecten. Deze dialecten zijn historisch ontstaan en zijn in de loop van de tijd grotendeels vervangen door het Frans. Toch blijft het gebruik van Vlaams in sommige delen van Noord-Frankrijk bestaan, vooral bij oudere inwoners.
In sommige gemeenten zijn er zelfs tweetalige of drietalige scholen, waar kinderen zowel Frans, Nederlands als Engels leren. Deze scholen spelen een belangrijke rol in de grensregio, omdat ze ervoor zorgen dat kinderen in staat zijn om over de grens te communiceren. Toch blijft het een uitzondering: de meeste inwoners zijn in de loop van de tijd overgestapt op Frans.
Een vraag die zich stelt is: wat is de toekomst van deze dialecten? Volgens enkele experts is de verwachting dat deze dialecten zullen verdwijnen, aangezien jonge generaties het Frans steeds meer kiezen als hun moedertaal. De reden hiervoor ligt gedeeltelijk aan de globalisering en aan de educatieve stelsel waarin Frans de dominante taal is.
Een van de meest bijzondere dorpen in de grensregio is Baarle-Nassau. Dit dorp bestaat uit ruim 30 stukjes Nederland en België die in elkaar verweven zijn. De officiële grens tussen Nederland en België loopt hier dwars door huizen, straten en tuinen. Als je door Baarle-Nassau wandelt, steek je meerdere keren per minuut de grens over, vaak zonder het te merken.
Het Nederlandse deel heet Baarle-Nassau en het Belgische deel heet Baarle-Hertog. Deze situatie is ontstaan tijdens de Middeleeuwen, toen Hertog Hendrik I van Brabant delen van Baarle in leen gaf aan Godfried II van Schoten. De vruchtbare stukken hield hij voor zichzelf, wat leidde tot de vorming van twee delen: "Baarle onder de hertog" en "Baarle onder Nassau". Deze namen zijn in de loop van de geschiedenis verder ontwikkeld.
De complexe grens werd nog verder verwarrend na de Vrede van Münster in de 17e eeuw. Deze vrede had als gevolg dat het gebied in meerdere delen opgesplitst werd. In de 20e eeuw werd de huidige grens vastgesteld, wat leidde tot de huidige situatie waarin het dorp zich over twee landen uitstrekt.
Baarle-Nassau is niet alleen uniek vanwege de complexe grens, maar ook vanwege de praktische gevolgen. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende postcodes, kiesgerechtigden kunnen stemmen op verschillende locaties en er zijn verschillende regelgevingen voor belastingen en eigendom. De verwarrendheid van de situatie maakt het dorp een interessant onderwerp voor reizigers en historici.
In het Brabantse dorp Putte is het fenomeen van grensoverschrijdende woningbouw duidelijk zichtbaar. Hier wonen steeds meer Belgen in het Nederlandse deel van het dorp, maar hun sociale leven speelt zich vooral af in België. Uit cijfers van de gemeente Woensdrecht blijkt dat een derde van de inwoners van het Nederlandse Putte de Belgische nationaliteit heeft.
Hoewel ze in Nederland wonen, blijven deze Belgen hun leven in België leiden. Volgens Nederlandse bewoners brengt dit sociale spanningen met zich mee. Ze zien hun eigen dorpsgemeenschappen leeglopen, terwijl de Belgen zich vooral actief houden in hun moederland. Een inwoner uit Putte zegt: "We hebben geen hekel aan Belgen, maar ze doen nergens aan mee. Hun sociale leven speelt zich volledig af in hun moederland een paar honderd meter verderop."
Een van de redenen waarom Belgen steeds vaker een huis kopen in het Nederlandse Putte is de makkelijkheid van het afsluiten van een hypotheek in Nederland. In Nederland is het percentage eigen bijdrage bij aankoop van een woning lager (ongeveer 5 procent) dan in België (tot 20 procent). Daarnaast is de hypotheekrente in Nederland aftrekbaar voor de belasting, terwijl dat in België niet het geval is.
Een makelaar in de regio, Jan-Kees Vader, spreekt zelfs van een "tsunami van Belgen", omdat 80 procent van de woningen onder de vier ton wordt verkocht aan Belgen. Hoewel deze trend economisch gezien gunstig is, brengt het ook sociale uitdagingen met zich mee, zoals leegstand in dorpsverenigingen en een afname van de lokale betrokkenheid.
Het fenomeen van grensoverschrijdende dorpen heeft verschillende sociale en culturele implicaties. Ten eerste leidt het tot een vermenging van cultuur en tradities. In dorpen zoals Westdorpe en Baarle-Nassau zien we dat mensen van beide kanten van de grens bijdragen aan de dorpsgemeenschap. In sommige gevallen is dit actief, zoals bij Joos en Lottin, die bewust kiezen voor integratie in de Nederlandse dorpscultuur. In andere gevallen is de betrokkenheid minder, zoals in Putte, waar Belgen hun leven voornamelijk in België leiden.
Ten tweede is er een duidelijke impact op taalgebruik. In dorpen zoals Westdorpe en Baarle-Nassau is het Nederlands een dominante taal, ook al is het dorp formeel gelegen in België. In Noord-Frankrijk is het gebruik van Vlaams dialecten echter op het afnemen, aangezien jonge generaties het Frans steeds meer kiezen als hun moedertaal.
Ten derde leidt het fenomeen tot juridische en administratieve complexiteit. In dorpen als Baarle-Nassau zijn er meerdere regelgevingen voor eigendom, belastingen en verkiezingen. Dit maakt het dorp een uniek en interessant onderzoeksveld, maar ook een praktische uitdaging voor inwoners en overheidsinstanties.
De grens tussen Nederland en België is niet alleen een geografische afscheiding, maar ook een culturele en sociale grens. Dorpen waarin Nederlands gesproken wordt in België zijn een spiegelbeeld van deze vermenging. In dorpen als Westdorpe, Baarle-Nassau en Putte zien we hoe mensen van beide kanten van de grens samenleven, soms in harmonie, soms met uitdagingen.
De huidige realiteit laat zien dat integratie en coöperatie mogelijk zijn, maar dat het ook afhankelijk is van individuele keuzes en maatschappelijke omstandigheden. De toekomst van deze dorpen hangt af van factoren zoals taalbeleid, migratiepatronen en het vermogen van gemeenschappen om te verenigen in plaats van te scheiden.
Voor toeristen, historici en culturele爱好者 zijn deze dorpen een unieke plek om te bezoeken, waar de geschiedenis, taal en cultuur van beide landen samenkomen. Het is een levendig voorbeeld van hoe grenzen niet altijd barrières zijn, maar ook bruggen kunnen zijn.