Nederlandse dorpen in Brazilië: een reis door tijd en traditie

Eind jaren 40 en begin jaren 50 emigreerden tienduizenden Nederlanders naar Brazilië, in opzocht van betere levensomstandigheden. Deze groepen, vooral bestaande uit boeren en tuinders, vestigden zich in verschillende regio’s van het land, waar ze Nederlandse dorpen oprichtten. Deze kolonies, zoals Holambra, Carambeí, Arapoti en Castrolanda, zijn nog steeds levendige getuigen van het culturele erfdeel van Nederlandse emigranten. Ze combineren het Nederlandse verleden met het huidige Braziliaanse heden, en vormen een unieke attractie voor toeristen en historisch geïnteresseerden. Dit artikel biedt een overzicht van de geschiedenis, de huidige toestand en de toekomstperspectieven van deze dorpjes, en levert inzichten in hun culturele, economische en sociale betekenis.

De oorsprong van Nederlandse kolonies in Brazilië

De Nederlandse emigratie naar Brazilië begon eind jaren 40 van de twintigste eeuw, in een periode waarin de landbouw in Nederland onder druk stond. Ouders zagen weinig toekomst voor hun zonen in de landbouw, terwijl fabriekswerk in stedelijke gebieden een onbekende, en soms ongewenste, toekomst bood. Daarom besloten tienduizenden Nederlanders, vooral van boerenachtergrond, om op zoek te gaan naar een beter bestaan. Brazilie bood in die tijd vruchtbare grond en ruimte voor groei, en werd daardoor een aantrekkelijke bestemming.

De eerste Nederlandse kolonie in Brazilië was Carambeí, gesticht in 1948. Deze kolonie werd opgericht door gezinnen uit Zuid-Holland, Groningen en Friesland. In de jaren 50 volgden andere kolonies zoals Holambra (1948), Castrolanda (1950) en Arapoti (1960). Deze dorpen werden vaak gesticht door groepen boeren die samen een coöperatie vormden, zoals Batavo, die een belangrijke rol speelde in de economische ontwikkeling van Carambeí.

Hoewel de Nederlanders in hun dorpjes probeerden hun culturele traditie te behouden, werd de kolonisatie niet zonder problemen. In de beginjaren stierven veel Nederlandse koeien aan ziektes, en de boeren worstelden met armoede. Toch bleven ze volharden en bouwden uiteindelijk succesvolle agrarische bedrijven op. Deze ervaring is verwerkt in de geschiedenis van deze dorpen en vormt een deel van hun identiteit.

Castrolanda: een dorp met Nederlandse wortels

Castrolanda, gevestigd in 1950 in de staat Paraná, is een van de bekendste Nederlandse kolonies in Brazilië. Het dorp werd gesticht door 50 boeren uit Drenthe. Reinder en Janny Barkema, kinderen van pioniers, zijn voorbeelden van gezinnen die in het dorp zijn opgegroeid en er hun kinderen Nederlands mogelijk zo Nederlands mogelijk hebben opgevoed.

Hoewel het dorp zijn Nederlandse wortels behoudt, is het in de jaren sinds de oprichting sterk veranderd. De economie is gericht op landbouw en zuivelproductie, maar ook op culturele toerisme. Castrolanda is bekend om zijn klompendansen, koningsdagvieringen en andere tradities die uit Nederland zijn overgenomen. Echter, zoals in veel andere kolonies, is de toekomst van deze tradities onzeker. De jongere generatie spreekt meer Portugees en is minder betrokken bij Nederlandse gebruiken.

Holambra: van boerenkolonie tot bloemenhoofdstad

Holambra, een andere bekende kolonie, werd in 1948 gesticht door katholieke tuinders uit Nederland. In tegenstelling tot Castrolanda, is Holambra snel gegroeid en is het tegenwoordig een stad met ongeveer 12.000 inwoners, waarvan 4.000 Nederlandse wortels hebben. Het dorp is nu de bloemenhoofdstad van Brazilië en een belangrijke toeristische trekpleister.

Het beeld van Holambra is sterk beïnvloed door de Nederlandse kolonisten. Het dorp is vol met nagemaakte Hollandse huisjes, een molen en een fanatiek klompendansscene. De jaarlijkse Expoflora-tentoonstelling trekt miljoenen Braziliaanse toeristen en is een van de grootste bloemtentoonstellingen in het land. Restaurants in Holambra serveren typische Nederlandse gerechten zoals pannenkoeken, poffertjes en kroketten. Het dorp is een levendig voorbeeld van hoe Nederlandse emigranten hun culturele identiteit in een nieuw land hebben kunnen behouden.

Een bijzonder project is de Fanfarra Amigos de Holambra, een klompendansgroep van jongeren uit arme gezinnen. Via een speciaal programma krijgen deze jongeren de kans om ervaring op te doen met optredens in binnen- en buitenland. Het doel van het project is om jongeren minder in aanraking te laten komen met drugs, prostitutie en criminaliteit. De jongeren treden op in Volendamse klederdracht en zijn zelfs eerder op tournee geweest in Nederland.

Carambeí: een historisch dorp met toekomst

Carambeí, de eerste Nederlandse kolonie in Brazilië, is een dorp dat ook nog steeds een sterke band heeft met het Nederlandse verleden. In het dorp is een themapark opgezet dat een levensechte kopie van de oorspronkelijke nederzetting bevat. De eenvoudige houten huisjes en het kerkje zijn gebouwd door pioniers uit Zuid-Holland, Groningen en Friesland. Deze groepen zochten een beter bestaan in Brazilië en vormden samen een gemeenschap die zich richtte op landbouw en tuinderschap.

De coöperatie Batavo, die in Carambeí is opgericht, speelde een centrale rol in de economische en sociale ontwikkeling van het dorp. Batavo was niet alleen een agrarische samenwerking, maar ook een organisatie die infrastructuur ontwikkelde, sportvoorzieningen organiseerde en zelfs stroom leverde aan het dorp. Tegenwoordig wonen er nog ongeveer 4.000 inwoners in Carambeí met Nederlandse wortels, op een totaal van 18.000 inwoners. Hoewel het Portugees de gangbare taal is geworden, is er nog steeds een Nederlandse kerk waar diensten worden gehouden in het Nederlands. Ook is het mogelijk om Nederlandse les te volgen op de basisschool.

De ABC-kolonies: Arapoti, Batavo en Castrolanda

De landbouwcoöperaties Arapoti, Batavo (in Carambeí) en Castrolanda vormen samen de ABC-kolonies in de staat Paraná. Deze grotendeels protestantse gemeenschappen zijn, na moeilijke beginjaren, uiteindelijk zeer succesvol geworden. De agrarische gemeenschappen richten zich op de productie van melk en andere zuivelproducten, en ook op akkerbouwproducten zoals soja, rijst, mais, bonen en aardappels.

Deze kolonies zijn niet alleen belangrijk vanwege hun economische bijdrage aan Brazilië, maar ook vanwege hun culturele waarde. Ze tonen hoe Nederlandse emigranten hun tradities in een nieuw land hebben kunnen behouden, en hoe ze tegelijkertijd zijn geïntegreerd in de Braziliaanse maatschappij. Een bezoek aan één van deze kolonies is een unieke ervaring die toeristen en historisch geïnteresseerden niet mogen missen.

De invloed van Nederland op de vroege geschiedenis van Brazilië

Hoewel de Nederlandse kolonies uit de twintigste eeuw bekend staan, hebben Nederlanders ook een rol gespeeld in de vroege geschiedenis van Brazilië. In de zeventiende eeuw had Johan Maurits van Nassau, gouverneur van de Nederlandse kolonie in het Noordoosten van Brazilië, een grote invloed. Hij versloeg de Portugezen, stichtte een stad en voerde een soort Parlement in. Zijn beleid werd bepaald door zijn grote liefde voor het land, de mensen, de cultuur, de flora en fauna. Zijn invloed duurde echter niet lang; in 1654 werden de Nederlanders uit Brazilië verdreven door de Portugezen.

Toch is de invloed van Nederland op Brazilië niet vergeten. Brazilianen spreken nog steeds vol bewondering over Johan Maurits van Nassau en zijn humanitaire aanpak. De herontdekking in de jaren 70 van een groep vergeten Nederlanders afkomstig uit Zeeland, die in de jaren 1858-1862 naar Brazilië emigreerden, toont aan dat de band tussen Nederland en Brazilië dieper is dan de kolonies van de twintigste eeuw.

Toekomst en toekomstperspectieven

Hoewel de Nederlandse dorpen in Brazilië nog steeds een sterke band hebben met hun oorsprong, zijn er ook zorgen over hun toekomst. De jongere generatie spreekt meer Portugees en is minder betrokken bij Nederlandse gebruiken. De vraag rijst of de Nederlandse tradities in deze dorpen zullen overleven of dat ze uiteindelijk zullen verdwijnen.

In Castrolanda, bijvoorbeeld, is de toekomst van de Nederlandse traditie onzeker. Hoewel het dorp nog steeds koningsdag vier en klompendansen organiseert, is de betrokkenheid van de jongere generatie beperkt. In Holambra, daarentegen, is er meer bewustwording van de Nederlandse wortels, vooral door initiatieven zoals de klompendansgroep Fanfarra Amigos de Holambra.

De toekomst van deze dorpen hangt af van de mate waarin de Nederlandse traditie wordt onderhouden en doorgegeven aan de volgende generatie. Initiatieven die jongeren betrekken bij de culturele activiteiten van het dorp, zoals muziek, dans en taal, kunnen een belangrijke rol spelen in het behoud van de identiteit van deze dorpen.

Conclusie

De Nederlandse dorpen in Brazilië zijn levendige getuigen van de emigratiegolf van de twintigste eeuw en tonen hoe Nederlandse emigranten hun wortels in een nieuw land hebben weten te behouden. Dorpen zoals Carambeí, Holambra, Castrolanda en Arapoti zijn niet alleen economisch succesvol, maar ook cultureel belangrijk. Ze bieden een unieke mix van Nederlandse en Braziliaanse elementen en vormen een interessante bestemming voor toeristen en historisch geïnteresseerden.

De toekomst van deze dorpen is echter niet zonder uitdagingen. De jongere generatie is minder betrokken bij Nederlandse tradities, en de vraag rijst of deze dorpen hun identiteit zullen behouden. Initiatieven die jongeren betrekken bij culturele activiteiten en die hun Nederlandse wortels onderhouden, zullen hierin een belangrijke rol spelen. Voor nu zijn deze dorpen echter nog steeds levendige getuigen van de geschiedenis van Nederlandse emigranten in Brazilië.

Bronnen

  1. Castrolanda: een oer-Hollands dorp in Brazilië
  2. Hollanders, Friezen en Groningers in Brazilië
  3. Vaarwel Nederland: Brazilië
  4. Nederlandse kolonies in Brazilië

Related Posts