Nederlandse gids in Krakau: Ontdek de stad met een persoonlijke begeleider
juli 17, 2025
In de afgelopen jaren is de term "huftergedrag" regelmatig in het nieuws geweest. Het woord wordt gebruikt om zich te richten op gedrag dat als onaangenaam, onbeschoft of inbreukend wordt ervaren. In de context van het Nederlandse maatschappelijke debat is het beeld ontstaan dat Nederlanders steeds "hufteriger" worden. Maar is dat beeld feit of perceptie? En waar zijn de meeste bekeuringen voor dit soort gedrag te vinden? Met behulp van recente onderzoeken, bekeuringstatistieken en analyses van verkeer en sociale gedragingen wordt in dit artikel gekeken naar het fenomeen huftergedrag in Nederland, met een focus op gemeenten die vaak genoemd worden in dergelijke lijsten.
Een van de bekendste representaties van het onderwerp is de zogenaamde "Hufterkaart van Nederland", een jaarlijks verschenen kaart die maakt gebruik van data over verkeersboetes, ongeregeldheden en andere soortgelijke bekeuringen om gemeenten te rankeren op het niveau van huftergedrag. Volgens deze kaart scoort Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, het hoogst in huftergedrag. Behandelingen zoals verkeersboetes, asociaal parkeren, ongerijpt gedrag in het openbaar en onhygiënisch gedrag worden meegenomen in de berekening.
De kaart is geen officieel onderzoek van de overheid, maar een creatie van een mediapartner, RTL Nieuws, en is gebaseerd op gegevens van het Centraal Justitiële Incassobureau (CJIB). In 2021 werden 52 boetes per 1000 inwoners in Schiedam uitgedeeld voor huftergedrag, wat landelijk een vierde plek opleverde in de lijst. Amsterdam scoorde 75 boetes per 1000 inwoners, terwijl gemeenten zoals Vlaardingen (19) en Dordrecht (26,5) sterk lager op de lijst stonden.
De kaart is een illustratie van hoe huftergedrag in bepaalde regio’s relatief vaak voorkomt. Het is echter belangrijk om te beseffen dat het niet alleen om gedrag in het openbaar gaat, maar ook om de mate van handhaving. Gemeenten met strengere controle, zoals tijdens de coronapanden, kunnen hogere bekeuringcijfers laten zien, niet omdat het gedrag daadwerkelijk verergerd is, maar omdat er meer aandacht is voor het handhaven van regels.
Een van de gemeenten die regelmatig in dergelijke lijsten voorkomt, is Schiedam. In 2021 scoorde deze gemeente op de vierde plek in de hufterlijst. Maar waarom scoort Schiedam zo hoog? Volgens het artikel op de website van Schiedam is de reden voor de hoge score te vinden in de ligging van de gemeente, die grenst aan twee belangrijke snelwegen, de A4 en de A20. Deze wegen worden vaak gebruikt voor verkeerstekorten, incidenten en bekeuringen. Zowel bekeuringen als verkeersongelukken op of langs de snelweg worden meegenomen in de gemeentecijfers.
De analyse toont aan dat van de 761 vermelde ongelukken in Schiedam slechts 369 op gemeentelijke wegen plaatsvonden. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de bekeuringen en incidenten die Schiedam in lijsten negatief maken, te maken hebben met de intensieve verkeersstroom op en rondom de snelwegen. De hoge bekeuringscijfers worden ook beïnvloed door de focus van bepaalde gemeenten op het handhaven van verkeersregels, zoals het parkeren op de busbaan of het rijden zonder rijbewijs.
Daarnaast zijn bekeuringen voor asociaal parkeren en andere verkeersvergrijpen een belangrijk onderdeel van de cijfers. Het verkeersbeleid van gemeenten speelt dus een rol in de manier waarop huftergedrag wordt gemeten. Gemeenten die actiever zijn in het handhaven van verkeersregels, zoals tijdens de coronapanden, tonen hogere bekeuringscijfers, niet per se omdat het gedrag erger is, maar omdat er meer aandacht is voor het handhaven van regels.
Het gebruik van het woord "hufter" als een maatschappelijke categorie dateert al een tijd terug. Volgens academische analyses, zoals die van Fennema, is het begrip hufter niet alleen gerelateerd aan overtredingen in het openbaar, maar ook aan sociaal-culturele spanningen. Fennema stelt dat het woord hufter vaak wordt gebruikt door bepaalde elites om minder goed georganiseerd gedrag aan te wijzen, terwijl zelfde gedrag in andere sociale contexten vaak niet zo negatief wordt beoordeeld.
Het opmars van het woord hufter is volgens hem ook een bijproduct van de democratisering van de samenleving, waarbij er minder duidelijke elitegroepen zijn om tegenop te kijken. In dit kader is het huftergedrag een zichtbaar teken van een algemene ontevredenheid met bepaalde maatschappelijke normen en waarden.
Een ander aspect dat vaak in verband wordt gebracht met het beeld van huftergedrag is de toekomst van statushouders in Nederland. Het kabinet heeft in een recente brief aangekondigd dat statushouders in de toekomst tijdelijke verblijfsvergunningen zullen krijgen, met een duur van drie jaar. Daarna wordt bepaald of ze terug kunnen naar hun land of blijven mogen. Deze verblijfsvergunningen zijn bedoeld om integratie en de integratie van asielzoekers te stimuleren, maar er zijn ook vragen over de praktische uitvoering van dit beleid.
Statushouders zullen in de toekomst ondergebracht worden in sobere voorzieningen of in doorstroomlocaties, wat betekent dat ze minder toegang zullen hebben tot normale woningen en faciliteiten. Dit heeft gevolgen voor hun mogelijkheden tot integratie in de samenleving, aangezien ze minder motieven zullen hebben om zich in te zetten voor langdurige verblijf of aanpassing.
Het beleid kan ook leiden tot sociale spanningen, aangezien de tijdelijkheid van de verblijfsvergunningen een zeker gevoel van onzekerheid met zich meebrengt. Het is niet duidelijk of dit beleid leidt tot meer sociale cohesie of juist meer spanningen in de samenleving. Het is een complexe kwestie die niet alleen gerelateerd is aan huftergedrag, maar ook aan het bredere beeld van integratie en maatschappelijke cohesie.
Hoewel het beeld ontstaat dat Nederlanders steeds hufteriger worden, is het belangrijk om de statistieken in perspectief te plaatsen. De bekeuringscijfers variëren sterk per gemeente en worden beïnvloed door factoren zoals het verkeersbeleid, de mate van handhaving en de demografische samenstelling van de regio. Gemeenten met een grote verkeersdruk, zoals Schiedam, treden vaker op in lijsten over huftergedrag, niet omdat de mensen erger gedrag vertonen, maar omdat er meer bekeuringen zijn door de intensieve verkeersstroom.
In 2020 stond Schiedam in de top 5 van gemeenten in Zuid-Holland met de meeste verkeersongelukken. De meeste bekeuringen zijn echter gerelateerd aan verkeersregels en niet aan gedrag in het openbaar. Dit suggereert dat het beeld van huftergedrag in Nederland niet alleen gerelateerd is aan gedrag in het openbaar, maar ook aan verkeersincidenten en bekeuringen.
Het beeld dat Nederlanders steeds hufteriger worden is een complexe kwestie die niet alleen gerelateerd is aan individueel gedrag, maar ook aan maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. De hufterkaart van Nederland is een illustratie van hoe huftergedrag in bepaalde regio’s relatief vaak voorkomt, maar het is belangrijk om te beseffen dat dit niet per se betekent dat het gedrag daadwerkelijk verergerd is. De statistieken worden beïnvloed door factoren zoals het verkeersbeleid, de mate van handhaving en de demografische samenstelling van de regio.
In gemeenten zoals Schiedam, die regelmatig op lijsten voorkomen met hoge bekeuringscijfers, is het belangrijk om te kijken naar de context van het gedrag en de redenen waarom bepaalde gemeenten hoger scoren dan andere. Het is een dynamische situatie die zowel maatschappelijke als politieke aspecten bevat. In het licht van de huidige ontwikkelingen is het belangrijk om het fenomeen huftergedrag in een bredere context te plaatsen en te begrijpen hoe het beeld van huftergedrag in Nederland ontstaat en verandert.