Nederlanders fietsen: trends, waardering en toekomst van fietsen in 2024
juli 17, 2025
Het aantal geboortes in Nederland is de afgelopen jaren behoorlijk gedaald. Nederlandse vrouwen kregen in 2023 gemiddeld 1,43 kinderen, wat lager is dan tien jaar eerder, toen het vruchtbaarheidscijfer nog op 1,68 stond. Deze trend heeft tal van gevolgen voor de bevolkingsgroei, de samenstelling van de bevolking en de toekomstige maatschappij. In dit artikel wordt ingegaan op de oorzaken van het dalende geboortecijfer, de impact op regio’s en bevolkingsontwikkeling, en de rol van migratie in de bevolkingsgroei.
In 2024 werden er in Nederland 165.404 kinderen levend geboren. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2023, waarin het aantal geboortes op 164.487 stond. Echter, ten opzichte van 2022, waarin 167.504 kinderen geboren werden, is er een duidelijke daling zichtbaar. De trend van het geboortecijfer sinds 2010 is behoorlijk duidelijk: het aantal kinderen per vrouw is afgenomen van 1,68 in 2014 tot 1,43 in 2023.
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen in Nederland voor het eerst moeder worden, is in 2024 gestegen tot 30,4 jaar. In 2023 was dit 30,3 jaar. Deze stijging is niet nieuw; sinds 1970 is de leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen geleidelijk toegenomen. In 1970 was dat nog 24,3 jaar; in 2000 was dit 29,1 jaar. Deze verandering heeft gevolgen voor sociale en economische planningsaspecten, zoals de inzet van zorg en onderwijs.
Het dalende geboortecijfer is niet uniform over het land verspreid. In regio’s met een verhitte woningmarkt, zoals Groot-Amsterdam, is de daling van het aantal kinderen sterker dan in regio’s met een betaalbaardere woningmarkt, zoals Zuid-Limburg. In 2010 lag het gemiddelde aantal kinderen per vrouw in Groot-Amsterdam op 1,64, wat in 2022 is gedaald tot 1,23. In Zuid-Limburg daalde het aantal van 1,53 in 2010 naar 1,34 in 2022. Hoewel het verband tussen de woningmarkt en het geboortecijfer niet eenduidig is, suggereert het onderzoek dat de stijging van huizenprijzen een rol speelt in de beslissingen van jonge koppels om minder kinderen te krijgen of hun kinderwens uit te stellen.
Andere factoren die een rol spelen, zijn de onzekere ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en minder stabiele partnerrelaties bij jongvolwassenen. Deze ontwikkelingen kunnen invloed hebben op de financiële en emotionele voorbereiding op het krijgen van kinderen.
Hoewel het geboortecijfer daalt, blijft de Nederlandse bevolking groeien. In 2024 groeide het aantal inwoners met 39.000 naar 17,98 miljoen mensen. Echter, deze groei is niet het gevolg van een overschot aan geboortes, maar volledig het gevolg van het migratiesaldo. Meer mensen verhuizen naar Nederland dan ervan vertrekken. Sinds 2015 is deze trend structureel.
In het eerste kwartaal van 2024 waren er 7.000 minder levendgeborenen dan overledenen. De groei van de bevolking kwam volledig uit migratie. Dit betekent dat de demografische toekomst van Nederland sterk afhankelijk is van migratiebewegingen. Volgens het CBS is de bevolking van Nederland verwacht om te groeien tot 18 miljoen in 2025 en mogelijk tot 19 miljoen in 2037. In 2060 wordt geschat dat Nederland rond de 20 miljoen mensen telt, hoewel dit getal kan variëren afhankelijk van migratieontwikkelingen.
Nederland ligt midden in Europa qua vruchtbaarheidscijfers. In 2022 had Nederland een vruchtbaarheidscijfer van 1,49 kinderen per vrouw. Dit is iets lager dan in België (1,53), maar hoger dan in Duitsland (1,46). Frankrijk had in 2022 met 1,79 het hoogste vruchtbaarheidscijfer in de EU, terwijl Malta met 1,08 het laagste cijfer had.
Om de bevolking stabiel te houden, is een vruchtbaarheidscijfer van iets boven 2 nodig, de zogenoemde vervangingsratio. Het huidige cijfer van 1,43 betekent dat de bevolking zonder migratie zou krimpen. Migratie is dus essentieel om de bevolkingsgroei te onderhouden.
Het dalende geboortecijfer heeft tal van gevolgen voor de Nederlandse maatschappij. De oudere bevolking wordt groter, terwijl het aantal jonge mensen relatief afneemt. Op 1 januari 2025 was ruim 27 procent van de bevolking jonger dan 25 jaar. In de jaren zestig was dit aandeel nog rond de 45 procent. Dit betekent dat er een groter aandeel van de bevolking ouder is en een kleiner aandeel jong is. Deze verandering heeft gevolgen voor de werknemersmarkt, de zorg, het onderwijs en de sociale structuur.
Demograaf Jan Latten wijst erop dat het dalende geboortecijfer op lange termijn kan leiden tot een tekort aan jonge werknemers om ouderen op te volgen in verschillende beroepen, zoals huisartsen, onderwijzers of ambtenaren. Het probleem is echter niet direct, maar zich langzaam opbouwend. Als er nu weinig kinderen geboren worden, kan dat in twintig jaar leiden tot een tekort aan werknemers om oude beroepen op te vullen.
Daarnaast verandert ook de verdeling van jongeren over verschillende leeftijdsgroepen. In 2025 was bijna 18 procent van de jongeren in de leeftijd van 0 tot 5 jaar, ruim 18 procent in de leeftijd van 5 tot 10 jaar, ruim 19 procent in de leeftijd van 10 tot 15 jaar, bijna 21 procent in de leeftijd van 15 tot 20 jaar en 24 procent in de leeftijd van 20 tot 25 jaar. Deze verdeling heeft invloed op de vraag naar onderwijs, kinderopvang en sportfaciliteiten.
De dalende trend van het geboortecijfer is waarschijnlijk door de jaren heen door te zetten. Het CBS verwacht dat de bevolking van Nederland de komende jaren minder snel zal groeien dan eerder was voorspeld. Aan het eind van 2024 is het aantal inwoners 17,98 miljoen, en in 2037 wordt geschat dat dit rond 19 miljoen zal zijn. In 2060 is er sprake van een bevolking van ongeveer 20 miljoen, afhankelijk van migratieontwikkelingen.
De veranderingen in de bevolkingsstructuur zullen ook invloed hebben op de regio’s. Enkele regio’s zullen blijven groeien, terwijl andere regio’s krimpen. Dit heeft gevolgen voor de inzet van infrastructuur, zorg en onderwijs. Het is belangrijk dat beleid hier rekening mee houdt om mogelijke tekorten in bijvoorbeeld zorg of onderwijs te voorkomen.
Het dalende geboortecijfer in Nederland is een complex fenomeen met verschillende oorzaken, zoals veranderde leefstijlen, economische onzekerheid en woningmarktproblemen. De gevolgen voor de bevolkingsgroei zijn duidelijk: zonder migratie zou Nederland krimpen. De rol van migratie is dus essentieel voor de toekomstige groei van de bevolking. Buiten de bevolkingsgroei heeft het dalende geboortecijfer ook invloed op de samenstelling van de bevolking, met een relatief groter aandeel ouderen en een kleiner aandeel jongeren. Deze veranderingen hebben gevolgen voor het onderwijs, de zorg, de werknemersmarkt en de sociale structuur. Het is belangrijk dat beleid hier rekening mee houdt om mogelijke tekorten in de toekomst te voorkomen.