Mooiste dorpjes in Sicilië: een ontdekkingsreis door het sfeervolle binnenland
juli 17, 2025
Sinds 2019 is Griekenland herhaaldelijk opgeroepen tot solidariteit door lidstaten van de Europese Unie om hulp te bieden aan alleenstaande vluchtelingenkinderen die vastzitten in overvolle vluchtelingenkampen. De oproep luidde tot de opname van circa 2.500 van deze kwetsbare kinderen, waarbij Nederland als land een rol zou kunnen spelen. Hoewel honderden gemeenten in Nederland zich uitdrukkelijk voor de opvang hebben uitgesproken, heeft de Nederlandse regering tot nu toe geen concrete stappen ondernomen om deze kinderen op te nemen. In dit artikel wordt ingegaan op de achtergrond van de situatie, de huidige stand van zaken en de betrokkenheid van Nederland en de Europese Unie in de opvang van deze kinderen.
De Griekse vluchtelingenkampen, met name op eilanden zoals Lesbos, zijn al jaren bekend om hun overvolle toestand en ongeschikte leefomstandigheden. In kamp Moria op Lesbos, bijvoorbeeld, woonden in december 2020 22.500 mensen op een locatie die bedoeld was voor maximaal 3.000. Deze drukte leidt tot ernstige problemen met hygiëne, ziektebeheersing en mentale gezondheid. De situatie werd nog verder verslechterd tijdens de coronapandemie, waarin mensen gedwongen werden dicht op elkaar te leven, waardoor het risico op besmetting sterk toeneemde.
In deze kampen leven ook duizenden alleenstaande vluchtelingenkinderen, jongeren zonder familie of voogdij. Deze kinderen zijn extreem kwetsbaar voor seksuele uitsluiting, misbruik en zelfs zelfmoordpogingen. Volgens psychologen die in het kamp werken, is er een duidelijke toename van zelfverwondende gedragingen en trauma’s bij deze groep. De opvang in Griekenland is niet geschikt om deze kinderen adequaat te ondersteunen, en dus is het noodzakelijk dat lidstaten van de EU zich solidair tonen en deze kinderen opnemen.
Tijdens de oproep van Griekenland om hulp te bieden, heeft Nederland geen deel genomen aan de coalitie van landen die zich bereid hebben uitgesproken tot de opvang van deze kinderen. De zogenaamde "coalition of the willing" bestaat uit 13 EU-landen, waaronder Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Zwitserland, Ierland, Portugal, Finland, Kroatië, Bulgarië, Servië, het Verenigd Koninkrijk, Litouwen en Noorwegen. Deze landen hebben al een deel van de kinderen opgenomen of uitdrukkelijk aangegeven bereid te zijn om te helpen.
Hoewel 167 gemeenten in Nederland en 5 provincies het kabinet hebben opgeroepen om 500 van deze kinderen op te nemen, is er tot nu toe geen beweging in de richting van opvang in Nederland. Deze 500 kinderen zouden slechts een klein deel vormen van de groep van 2.500 die door Griekenland is aangewezen voor herverdeling. De kritiek op het huidige beleid richt zich op het feit dat Nederland, ondanks de bereidheid van gemeenten, niet wil meewerken aan een solidarische oplossing binnen Europa.
De huidige Nederlandse regering heeft gekozen voor een financiële oplossing in plaats van fysieke opvang. Staatssecretaris Broekers-Knol kondigde in 2020 een compromis aan waarbij Nederland financiële steun zou bieden aan Griekenland om opvanginstellingen voor de kinderen te realiseren. Deze steun bedraagt circa 3 tot 4 miljoen euro over een periode van drie jaar, waarmee 500 kinderen zouden kunnen worden geholpen. Echter, veel kritici zien deze benadering als een schijnoplossing die niet echt helpt bij het oplossen van de problemen die de kinderen in Griekenland ondervinden.
Volgens Abdeluheb Choho van VluchtelingenWerk Nederland is het huidige beleid een manier om verantwoordelijkheid te ontkennen. Nederland koestert zich achter het feit dat andere landen ook niet volledig meewerken, maar dat betekent niet dat het geen eigen verantwoordelijkheid kan nemen. De oproep tot solidariteit is niet alleen ethisch verantwoord, maar ook noodzakelijk als men wil dat de rechten van deze kinderen worden gerespecteerd.
Een belangrijke reden voor de huidige situatie in Griekenland is de EU-Turkijedeal van 2016. Deze deal was bedoeld om de toestroom van vluchtelingen naar Europa te beheersen, maar heeft in de praktijk geleid tot structurele mensenrechtenschendingen. Nederland speelde een sleutelrol bij de totstandkoming en uitvoering van deze deal, en is daarom volgens organisaties als Amnesty International en Defence for Children aansprakelijk voor de gevolgen.
De deal zorgde ervoor dat tienduizenden vluchtelingen vast kwamen te zitten op Griekse eilanden, waar ze onder erbarmelijke omstandigheden moesten leven. De EU-Turkijedeal is nooit een duurzame oplossing geweest en heeft juist geleid tot verdere verarming van de situatie in de kampen. Hoewel Nederland zich nu afstand neemt van de verantwoordelijkheid, blijven de gevolgen van deze deal voelen in de huidige crisis.
Hoewel de regering geen stappen heeft ondernomen, zijn er binnen Nederland honderden gemeenten die bereid zijn om vluchtelingenkinderen op te nemen. Deze gemeenten voelen zich verantwoordelijk voor de situatie in Griekenland en willen een actieve rol spelen in de solidariteit binnen Europa. De samenwerking tussen gemeenten en organisaties als VluchtelingenWerk Nederland, Defence for Children en Stichting Vluchteling is een duidelijke uiting van deze wens tot betrokkenheid.
Joël Voordewind van ChristenUnie stelde in 2020 een motie in de Tweede Kamer voor de herplaatsing van vluchtelingenkinderen in Moria. Deze motie kreeg de steun van de Kamer, wat aantoont dat er binnen Nederland een brede consensus is over de noodzaak van solidariteit. Echter, het kabinet bleef bij de eis om eerst te wachten tot alle EU-lidstaten meewerkten, terwijl het duidelijk is dat dit in de praktijk niet haalbaar is.
De huidige situatie blijft problematisch, en er is dringend behoefte aan actie. De meest kwetsbare kinderen blijven in Griekenland achter, terwijl andere EU-landen wel bereid zijn om te helpen. Nederland kan niet blijven weigeren om in te grijpen, zeker gezien de bereidheid van gemeenten en de steun van de Tweede Kamer.
Een mogelijke oplossing zou zijn dat Nederland zich aansluit bij de coalitie van landen die bereid zijn om deze kinderen op te nemen. Hoewel het niet de enige oplossing is, is het wel een concrete stap in de richting van solidariteit en verantwoordelijkheid. Bovendien zou het een voorbeeldfunctie kunnen hebben voor andere landen die aarzelen.
De opvang van vluchtelingenkinderen in Griekenland is een kwestie van menselijke waardigheid en verantwoordelijkheid. Hoewel Nederland een belangrijke rol heeft gespeeld in de totstandkoming van de EU-Turkijedeal, is het land sindsdien niet actief betrokken geweest bij de oplossing van de gevolgen van deze deal. De oproep tot solidariteit is niet alleen ethisch verantwoord, maar ook noodzakelijk als men wil dat de rechten van deze kinderen worden gerespecteerd.
Nederland heeft nu de kans om te tonen dat het bereid is om verantwoordelijkheid te nemen en deze kinderen op te nemen. Met de steun van honderden gemeenten en organisaties is het duidelijk dat er binnen Nederland wel bereidheid is. Het is nu aan het kabinet om deze bereidheid om te zetten in daadwerkelijke actie.