Jongeren en ouderen blijven steeds langer thuis wonen: trends, uitdagingen en toekomst
juli 17, 2025
In Nederland wordt een actief beleid gevoerd om de rechten van kinderen te beschermen. Deze rechten zijn vastgelegd in internationale verdragen, zoals het VN-Kinderrechtenverdrag, en worden ook verwerkt in nationale wetgeving en beleidsmaatregelen. Toch blijkt dat niet alle kinderen in Nederland deze rechten volledig genieten. In dit artikel bespreken we hoe Nederland omgaat met de rechten van kinderen, welke maatregelen er zijn genomen, en welke uitdagingen er nog zijn.
Een van de kernrechten van kinderen is het recht op onderwijs. In Nederland is de leerplicht een wettelijk kader dat ervoor zorgt dat alle kinderen onderwijs ontvangen. Dit is ook verankerd in artikel 28 van het VN-Kinderrechtenverdrag. De leerplicht is in de eerste plaats gericht op ouders, die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs van hun kind. De leerplichtambtenaren controleren of ouders en kinderen zich aan deze verplichting houden. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer een kind vaak zonder reden niet op school verschijnt, of als ouders het kind bewust thuis houden om te voorkomen dat het naar school gaat.
Nederland voert actief beleid om vroegtijdig schooluitval te voorkomen. Scholen, ouders en leerlingen worden ondersteund om ervoor te zorgen dat kinderen doorstromen tot het behalen van hun diploma. Daarnaast moet de overheid ervoor zorgen dat kinderen niet gedwongen worden thuis te zitten vanwege het ontbreken van passend onderwijs. Dit is vooral relevant voor kinderen met een beperking of die afkomstig zijn uit een ander land en daarom bijvoorbeeld moeilijk toegang krijgen tot regulier onderwijs.
Niet alle kinderen in Nederland groeien op in een stabiel en veilig gezin. Daarom zijn er maatregelen in het kader van kinderbescherming. Een voorbeeld daarvan is de ondertoezichtstelling (OTS), een maatregel die door de kinderrechter kan worden opgelegd. Bij deze maatregel behouden ouders hun gezag, maar het kind en de ouders krijgen toezicht en begeleiding van een gezinsvoogd. De gezinsvoogd werkt bij een gecertificeerde instelling en helpt ouders en kinderen om de situatie te verbeteren.
Bij belangrijke beslissingen over het kind moet de gezinsvoogd betrokken worden. Het doel is om ervoor te zorgen dat het kind op groeiende manier wordt opgevoed en verzorgd. Dit is vooral relevant voor kinderen die in kwetsbare situaties leven, zoals kinderen uit gezinnen met problemen, of kinderen die in pleegzorg verblijven. Ook pleegzorg kan van een deeltijdvariant zijn, zoals vakantiepleegzorg of weekendpleegzorg, waarbij de pleegouders slechts gedeeltelijk de verantwoordelijkheid dragen.
Alle kinderen onder de achttien in Nederland hebben recht op jeugdhulp. Dit geldt ook voor kinderen zonder legale verblijfsstatus. Jeugdhulp omvat zorg, begeleiding en ondersteuning van kinderen en hun ouders. Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kind, maar de overheid moet passende bijstand verlenen als dat nodig is. Dit omvat bijvoorbeeld toegang tot kinderopvang, onderwijs, en andere diensten. Wanneer ouders tijdelijk of permanent niet in staat zijn om voor hun kind te zorgen, neemt de overheid deze verantwoordelijkheid op zich.
Het systeem van jeugdhulp is gericht op het bieden van passende ondersteuning aan kinderen en hun ouders. Kinderen hebben bijvoorbeeld het recht om op te groeien bij en contact te hebben met beide ouders, tenzij dit niet in hun belang is. Ook is er aandacht voor de mentale en lichamelijke gezondheid van kinderen, en voor hun toegang tot onderwijs en beroepsbegeleiding.
Nederland is lid van het VN-Kinderrechtenverdrag en moet daarom regelmatig verantwoording afleggen aan het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties. De laatste rapportage is in mei 2021 ingediend. Nederland heeft vijf keer verantwoording afgelegd sinds het verdrag geratificeerd werd. Het Kinderrechtencomité rapporteert vervolgens iedere twee jaar aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Als blijkt dat in een land kinderrechten worden geschonden, wordt er politieke druk uitgeoefend op de overheid om maatregelen te nemen.
Daarnaast bestaat er in Nederland sinds 2011 een Kinderombudsman. Dit is een onafhankelijk instituut dat controleert of de kinderrechten in Nederland worden nageleefd. De Kinderombudsman houdt toezicht op de overheid, maar ook op organisaties in het onderwijs, de kinderopvang, jeugdzorg en gezondheidszorg. Het instituut helpt bij het behartigen van de belangen van kinderen en helpt bij het verbeteren van de situatie van kinderen die in kwetsbare situaties leven.
Niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) spelen ook een rol in het toezicht op kinderrechten. In Nederland is er het Kinderrechtencollectief, dat jaarlijks een schaduwrapportage uitbrengt. Deze rapportage beoordeelt hoe goed het VN-Kinderrechtenverdrag wordt nageleefd in de praktijk. Het collectief richt zich onder andere op de rechtspraktijk, het jeugdbeleid, de politiek, en de situatie van kinderen in asielzoekerscentra.
Hoewel Nederland als een rijk en welvarend land bekendstaat, is het niet gelukt om de rechten van alle kinderen te garanderen. In Nederland groeit bijvoorbeeld één op de negen kinderen op in armoede. Armoede heeft gevolgen voor de gezondheid, het onderwijs, en de toekomstperspectieven van kinderen. Ook zijn er kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, kindermishandeling of verwaarlozing. Deze situaties vallen binnen het kader van individuele schendingen van kinderrechten.
Buiten deze individuele gevallen zijn er ook collectieve schendingen van rechten. Kinderen kunnen uitgesloten worden van bepaalde rechten op basis van hun geslacht, nationaliteit, afkomst of een handicap. Bijvoorbeeld vluchtelingenkinderen die in asielzoekerscentra wonen, hebben vaak moeite met het opbouwen van vriendschappen en kunnen niet altijd naar school. Hun situatie is vaak onzeker, omdat ze afhankelijk zijn van de beslissingen van de overheid over hun verblijfsstatus.
Nederland werkt samen met internationale organisaties om de rechten van kinderen te behartigen. UNICEF zet zich wereldwijd in voor de bescherming van kinderrechten. Ook Defence for Children International is actief in de bescherming van kinderen in kwetsbare situaties. In Nederland is er een samenwerking tussen meerdere organisaties die zich richten op kinderrechten. Het Kinderrechtencollectief is een voorbeeld hiervan, dat jaarlijks een schaduwrapportage uitbrengt.
Daarnaast houdt Nederland zich aan het VN-Kinderrechtenverdrag, en moet iedere vijf jaar verantwoording afleggen aan het Kinderrechtencomité. Deze verantwoording is een kans om te laten zien hoe de rechten van kinderen in de praktijk worden nageleefd, en waar verbetering nodig is. Het comité geeft aanbevelingen aan de overheid om de rechten van kinderen beter te beschermen.
Nederland heeft een actief beleid opgestart om de rechten van kinderen te beschermen. Deze rechten zijn verankerd in internationale verdragen en worden ook ondersteund door nationale maatregelen. Toch blijkt dat niet alle kinderen in Nederland deze rechten volledig genieten. Kinderen die in armoede leven, kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling of verwaarlozing, en kinderen uit kwetsbare groepen zoals vluchtelingenkinderen, hebben extra ondersteuning nodig. De overheid en maatschappelijke organisaties werken samen om deze groepen te helpen, maar er zijn nog uitdagingen die aandacht verdienen. Het is belangrijk dat Nederland doorgaat met het verbeteren van de situatie van kinderen, zodat ieder kind in het land kan genieten van zijn of haar rechten.