Film en fotografie in de openbare ruimte in Nederland: regels, beperkingen en privacy

Filmen en fotograferen in de openbare ruimte zijn activiteiten die door veel mensen worden ondernomen, zowel voor persoonlijke als professionele doeleinden. In Nederland zijn er duidelijke regels inzake cameratoezicht, beveiliging en privacy die zowel burger als ondernemer dient te kennen. Deze regels zijn geformuleerd in juridische kaders zoals de Wet Heimelijk Cameratoezicht, de Wet Cameratoezicht en het Wetboek van Strafrecht. Deze artikelen zijn van essentieel belang voor iedereen die wil weten wat toegestaan is en wat niet in de openbare ruimte.

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de juridische situatie, aandacht wordt besteed aan de praktische toepassing van de regels en wordt bekeken wat het betekent voor burgers, hoteliers en toeristen die in de openbare ruimte actief zijn. Het doel is om een duidelijke, feitelijk onderbouwde leidraad te bieden die helpt bij het begrijpen van de balans tussen vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy in de openbare ruimte.

Algemene regels voor het filmen en fotograferen in de openbare ruimte

In de openbare ruimte is het in principe toegestaan om foto’s of video’s te maken, zolang deze activiteit niet in strijd is met de privacywetten of andere juridische bepalingen. Echter, het recht op privacy moet worden gewogen tegen het recht op informatie en vrijheid van meningsuiting. Dit betekent dat het niet zonder meer toegestaan is om beelden van mensen in de openbare ruimte vrijblijvend te publiceren.

Volgens artikel 441b van het Wetboek van Strafrecht is het opzettelijk filmen of fotograferen van personen in de openbare ruimte verboden, tenzij dit aangekondigd is. Dit geldt dus niet alleen voor professionele camerapersonen of media, maar ook voor burgers die bijvoorbeeld met hun telefoon opnamen maken. Een camera die permanent in de openbare ruimte hangt, zoals een webcam die mensen herkenbaar maakt, is bijvoorbeeld verboden tenzij er duidelijk aandacht is voor het gebruik ervan.

Een belangrijke uitzondering geldt wanneer het doel van de camera is om auto’s te fotograferen, zoals bij verkeerscontrole. In dat geval is er geen sprake van cameratoezicht op personen, en zijn er andere regels van toepassing. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een flitspaal.

Het gebruik van cameratoezicht door gemeenten

Cameratoezicht in de openbare ruimte is steeds vaker aanwezig, zowel in stedelijke gebieden als in kleinere dorpen. De aanwezigheid van bewakingscamera’s wordt vaak geregeld via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van een gemeente. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft een model-APV ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij het regelen van cameratoezicht.

Het cameratoezicht in openbare ruimtes wordt meestal aangekondigd, bijvoorbeeld door bordjes die duidelijk aangeven dat er camera’s zijn. In sommige gevallen wordt cameratoezicht heimelijk toegepast, wat wettelijk en ethisch omstreden kan zijn. Het College voor de Bescherming van Persoonsgegevens (CBP) heeft uitgebreid materiaal beschikbaar gesteld over cameratoezicht, inclusief richtlijnen voor zowel burgers als overheidsinstanties.

De opslagduur van beelden is een belangrijk aspect. In de meeste gevallen worden beelden 28 dagen opgeslagen, na welk tijdsbestek ze automatisch worden verwijderd. Echter, indien beelden betrekking hebben op een strafrechtelijk onderzoek, kunnen ze langer worden bewaard. Dit vereist echter een zwaarwegend belang en moet altijd aantoonbaar zijn.

Het aantal camera’s per gemeente kan sterk variëren. Dit hangt onder andere af van de politieke koers van de gemeenteraad. Zo worden er bijvoorbeeld in Rotterdam aanzienlijk meer camera’s geplaatst dan in Groningen. Dit illustreert het feit dat cameratoezicht niet uniform is in Nederland, maar sterk gebonden is aan lokale voorkeuren en beleid.

Filmen en fotograferen in openbare transportmiddelen

Een specifiek domein waarin cameratoezicht en fotografie een rol spelen, is het openbaar vervoer. Volgens de regels van RET (Regio Utrecht Transport) is het toegestaan om foto’s of video’s te maken in de tram, bus of metro, zolang dit niet schadelijk is voor de veiligheid van medewerkers of reizigers. RET-medewerkers mogen echter geen bezoekers verwijderen, maar kunnen wel opdragen om het station te verlaten als het cameratoezicht niet op een veilige manier gebeurt.

Het maken van opnames in openbaar vervoer kan nuttig zijn voor journalistiek, onderzoek of andere professionele doeleinden. In dat geval is het noodzakelijk om minimaal drie weken van tevoren een toestemming aan te vragen via een online formulier van RET. Dit zorgt voor duidelijkheid en voorkomt eventuele juridische complicaties.

Het is ook mogelijk om foto’s te maken van voertuigen en stations vanaf de openbare weg, zonder dat hiervoor toestemming van RET nodig is. Dit is bijvoorbeeld van toepassing op externe fotografen of journalisten die van buitenaf beelden maken van een metrostation of een bus.

Filmen en fotograferen in het privé-domein

Het filmen of fotograferen in het privé-domein is juridisch sterk beperkt. In tegenstelling tot het openbaar cameratoezicht, is het in de woning of op andere niet-publieke locaties in principe verboden om mensen zonder toestemming te filmen of te fotograferen. Dit is geregeld in het Wetboek van Strafrecht, dat stelt dat elk opzettelijk filmen of fotograferen in deze ruimtes verboden is tenzij dit duidelijk is aangekondigd.

Een uitzondering geldt wanneer er sprake is van beveiliging. Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens is het toegestaan om camera’s te installeren rondom woningen, mits het gebruik daarvan aangekondigd is, bijvoorbeeld via een bordje. In dergelijke gevallen mag de eigenaar van de camera filmen, maar de beelden mogen alleen gebruikt worden voor beveiligingsdoeleinden.

Een belangrijke beperking is dat beelden van mensen in het privé-domein meestal niet openbaar mogen worden gemaakt, tenzij er sprake is van toestemming of een noodzaak. Bijvoorbeeld bij een inbraak, mogen beelden van een verborgen camera wel gebruikt worden als bewijsmateriaal. Echter, het filmen van buren zonder hun toestemming, bijvoorbeeld in de achtertuin of terwijl ze over straat lopen, is niet toegestaan.

Publicatie van opnames

Een belangrijk aspect van het filmen en fotograferen in de openbare ruimte is de publicatie van de opnames. Het is niet toegestaan om foto’s of video’s van mensen in openbare ruimtes vrijblijvig te publiceren, tenzij er toestemming is van de betreffende personen of er sprake is van een zwaarwegend belang. Dit is een gevolg van het portretrecht en het recht op privacy.

Wanneer een persoon bijvoorbeeld op straat wordt gefotografeerd en vervolgens die foto op internet wordt geplaatst, kan dit een schending van het portretrecht zijn. Er zijn juridische discussies geweest over wat precies een redelijk belang is, maar algemeen is het zo dat het publiceren van beelden in intieme situaties of in een context die iemand schade kan berokkenen, niet toegestaan is.

De balans tussen vrijheid van meningsuiting en privacy is hier van essentieel belang. Het is toegestaan om beelden te maken, maar het publiceren ervan vereist meestal een zwaarwegend belang of toestemming van betrokkenen. Dit geldt zowel voor individuen als voor media-organisaties.

Beveiliging en cameratoezicht in winkels

Winkels en winkelcentra maken vaak gebruik van cameratoezicht om beveiliging te waarborgen. Hier is het belangrijk om duidelijk te maken dat cameratoezicht in winkels ook onder de privacywetten valt. In de meeste gevallen is cameratoezicht in winkels toegestaan, maar het moet wel duidelijk aangekondigd zijn en mag het niet heimelijk worden toegepast zonder dat klanten daarvan op de hoogte zijn.

Het gebruik van camera’s in winkels moet ook beperkt blijven tot de tijdsduur van de bezoeken van klanten. In de praktijk worden beelden meestal niet langer dan 28 dagen opgeslagen, tenzij ze relevant zijn voor een strafrechtelijk onderzoek. Dit betekent dat winkels voorzichtig moeten zijn met de opslag en verwerking van beelden van klanten.

Een belangrijk juridisch principe is dat cameratoezicht in winkels dient te zijn gericht op beveiliging en niet op het onderscheppen van persoonlijke activiteiten van klanten. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met het recht op privacy van klanten en medewerkers.

Overheidsgebruik van cameratoezicht

Het cameratoezicht door overheidsinstanties, zoals de politie, is een aparte categorie. De politie mag cameratoezicht toepassen in openbare ruimte, maar dit moet altijd aangekondigd zijn en moet het dienen tot beveiliging of het verhinderen van criminaliteit. Het gebruik van cameratoezicht door de politie valt onder strikte juridische en ethische regels.

Het College voor de Bescherming van Persoonsgegevens (CBP) heeft richtlijnen opgesteld voor de toepassing van cameratoezicht door overheidsinstanties. Deze richtlijnen omvatten onder andere de opslagduur van beelden, de toegankelijkheid van camerabeelden en het recht van personen om inzage te vragen in camerabeelden waar zij op te zien zijn.

Het gebruik van cameratoezicht door de overheid is vaak geoorloofd, maar het moet wel verhoudingsgewijs zijn. Dit betekent dat het cameratoezicht niet mag worden toegepast op manieren die de privacy van burgers onredelijk belemmert.

Wat is een camera?

Het begrip "camera" is in juridisch opzicht vrij breed gedefinieerd. De regels zijn van toepassing op alle technische hulpmiddelen waarmee een afbeelding of beeld kan worden gemaakt. Dit omvat niet alleen traditionele camera’s, maar ook webcams, camera’s in mobiele telefoons en bewakingscamera’s. Het maakt zelfs niet uit of de beelden analoog of digitaal worden opgeslagen, of of ze na een bepaalde tijd worden verwijderd. Ook live-streamen valt onder deze definitie.

Een belangrijk juridisch principe is dat het gebruik van cameratoezicht niet alleen van toepassing is op professionele cameratoezicht, maar ook op individuele film- en fotografieactiviteiten. Dit betekent dat iedereen, ongeacht zijn of haar beroep, zich aan de regels moet houden als het gaat om het filmen of fotograferen van personen in de openbare ruimte.

Conclusie

Filmen en fotograferen in de openbare ruimte in Nederland zijn toegestaan, maar zijn onderworpen aan strikte juridische en ethische regels. Het is belangrijk dat zowel individuen als organisaties zich bewust zijn van deze regels en deze naleven. Dit betreft zowel het cameratoezicht in openbare ruimte als in winkels of het privé-domein. Het recht op privacy moet worden gewogen tegen het recht op informatie en vrijheid van meningsuiting.

Burgers die foto’s of video’s maken in de openbare ruimte moeten zich ervan bewust zijn dat het publiceren van deze beelden beperkt kan zijn. Ook overheidsinstanties en ondernemers die cameratoezicht toepassen, moeten zich houden aan strikte regels. Het belang van cameratoezicht moet altijd verhoudingsgewijs zijn en duidelijk aangekondigd. In dit kader is het ook belangrijk dat camera’s en opnames niet worden gebruikt op een manier die mensen onredelijk belemmert.

Het cameratoezicht in openbare ruimte is een belangrijk onderdeel van de huidige maatschappij, maar het moet wel onderworpen zijn aan juridische en ethische regels. De balans tussen privacy en beveiliging is een essentieel thema dat continu in de maatschappij moet worden besproken en bijgesteld.

Bronnen

  1. RET - Mag ik foto's of filmopnames maken in de bus, tram of metro?
  2. Ius Mentis - Cameratoezicht en privacy
  3. Een van Aan - Camera's in de openbare ruimte
  4. Netcamshop - Wet en regelgeving beveiligingscameras
  5. CKH Advocaten - Mag ik openbaar filmen of fotograferen?

Related Posts