De mooiste beekjes van Nederland voor wandelaars en natuurliefhebbers
juli 14, 2025
Het gebruik van mondkapjes in Nederland is in de loop van de coronapandemie onderhevig aan veranderingen. Vanaf het begin van de crisis was er twijfel over het nut van mondkapjes in het openbaar, maar naarmate de druk van het maatschappelijke en internationale beleid toenam, veranderde ook het standpunt van het kabinet. In verschillende steden en contexten raakte het mondkapjesadvies of -verplichting op verschillende momenten van kracht, afhankelijk van wetenschappelijke inzichten, maatschappelijke druk en praktische overwegingen. Deze artikel biedt een overzicht van het mondkapjesbeleid in Nederlandse steden, met een focus op de rol van het kabinet, het advies van deskundigen en de uiteindelijke veranderingen in beleid.
In de vroege stadia van de coronapandemie in Nederland was het standpunt van het kabinet duidelijk: mondkapjes zouden in het algemeen niet verplicht zijn. Zorgminister Hugo de Jonge benadrukte dat het "alledaags gebruik van mondkapjes die niet aan strenge voorwaarden voldoen, niets toevoegt". Deze uitspraak was gebaseerd op het advies van deskundigen, waaronder longarts Hans in 't Veen, die benadrukte dat het praktische gebruik van mondkapjes vaak niet leidt tot de verwachte bescherming. Zo kan een mondkapje bijvoorbeeld door het vocht verzadigd raken en daardoor minder effectief worden. Ook is er een risico van een "schijnveiligheidsgevoel", waarbij mensen minder afstand houden of vaker aan hun gezicht zitten, waardoor het risico op besmetting juist groter kan worden.
Hoewel deze visie ondersteund werd door wetenschappelijke experts, bleek de maatschappelijke druk groter te zijn. In andere landen, zoals Oostenrijk, Duitsland en Amerika, werd het gebruik van mondkapjes steeds meer verplicht, wat leidde tot discussies over de Nederlandse aanpak. Premier Rutte erkende dit en verklaarde dat het kabinet uiteindelijk gezwicht was aan de maatschappelijke druk. Het motto werd: "Als iedereen het wil, dan doen we het maar."
In de maanden na de start van de pandemie veranderde het beleid geleidelijk. Op 6 mei 2020 werd bekendgemaakt dat het dragen van een mondkapje verplicht zou worden in het openbaar vervoer vanaf 1 juni. Deze maatregel volgde internationale voorbeelden en werd ook ingevoerd voor KLM-passagiers vanaf 11 mei. Zorgminister Hugo de Jonge en andere experts benadrukten echter dat de kwaliteit van het gebruik en het type mondkapje van groot belang was. De RIVM benadrukte dat de bescherming die mondkapjes bieden beperkt is en dat andere maatregelen, zoals afstand houden en handen wassen, essentieel zijn.
Toch bleef er ook een kritische stem. RIVM-deskundige Van Dissel benadrukte dat niet-medische mondkapjes hooguit 5 tot 10 procent van de besmettingen kunnen tegenhouden. Hoewel wetenschappelijke consensus er nog niet was over het nut van mondkapjes, werd het advies om ze te dragen uiteindelijk toch ingevoerd in bepaalde contexten. In juni 2020 gaf ook de WHO advies om mondmaskers te dragen in openbare ruimtes, wat het beleid in Nederland beïnvloedde.
De verandering in het mondkapjesbeleid bleek zich ook op lokaal niveau te manifesteren. In steden zoals Los Angeles maakte de burgemeester al eind maart een oproep om mondkapjes te dragen, terwijl in Jena en andere Duitse steden het gebruik verplicht werd. Nederland lag hier in eerste instantie iets achter, maar na de maatschappelijke druk en de internationale ontwikkelingen veranderde dit beeld.
In Nederlandse steden werd het mondkapjesadvies uiteindelijk ook verplicht in bepaalde contexten. In winkels en andere voor het publiek toegankelijke binnenruimten werd het verplicht om een mondkapje te dragen. Deze maatregel gold voor heel Nederland, maar was een opmerkelijke draai, gezien het feit dat Nederland eerder de laatste in Europa was geweest die dergelijke maatregel invoerde.
Aan het begin van de coronapandemie bleek er ook een groot mondkapjestekort te zijn. In maart 2020 spraken deskundigen over een "volstrekte bonanza" op de mondkapjesmarkt, terwijl de vraag wereldwijd exponentieel explodeerde. Nederland zat opeens met een tekort aan medische mondkapjes, wat het zorgsysteem in gevaar bracht. Minister Bruno Bruins had in maart 2020 zelfs ingestort tijdens een Kamerdebat over mondkapjes, wat de aandacht trok voor de problemen rondom het beschermingsmateriaal.
De vraag naar mondkapjes was zo groot dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de schaarste beschreef als "een van de urgentste bedreigingen voor ons collectieve vermogen om levens te redden". De oorzaak van het tekort lag vooral in de wereldwijde vraag, die schattingen lopen uiteen van 17 tot 60 keer zo groot als normaal. Nederland probeerde hier op verschillende manieren op in te spelen, maar het was duidelijk dat het land in de beginfase van de pandemie niet voorbereid was op zo’n grote vraag.
Het gebruik van mondkapjes in de openbare ruimte werd ook beïnvloed door andere beleidsmaatregelen, zoals het gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding. In Nederland is sinds 1 augustus 2019 gezichtsbedekkende kleding zoals een nikab of integraalhelm verboden in bepaalde openbare ruimtes, zoals in het openbaar vervoer, in het onderwijs, in de zorg en in overheidsgebouwen. Het argument hierachter is dat het noodzakelijk is om mensen te kunnen herkennen en veilig te communiceren. Op straat mag gezichtsbedekkende kleding nog wel gedragen worden, maar de politie kan hierbij vragen om het af te doen als identificatie nodig is.
Hoewel dit verbod niet direct gerelateerd is aan het gebruik van mondkapjes, zijn er wel overlappingen. In situaties waar het dragen van een mondkapje verplicht is, kan het dragen van gezichtsbedekkende kleding problemen opleveren, afhankelijk van de context. Het kabinet benadrukte echter dat de maatregel van het verbod op gezichtsbedekkende kleding voor de veiligheid en dienstverlening nodig is en daarom blijft gelden.
In januari 2025 werd bekend dat België advies had uitgebracht om mondkapjes te dragen op drukke plekken, vooral in de context van verkoudheidsvirussen. In Nederland werd de vraag opnieuw opgeworpen of het mondkapjesadvies ook van toepassing zou kunnen zijn in vergelijkbare situaties. Aan het begin van de coronapandemie had Nederland lang geweigerd om mondkapjes verplicht te maken, maar naarmate de situatie veranderde, werd het advies ingevoerd in bepaalde contexten.
De vraag die nu opkomt is of mondkapjes ook in andere situaties, zoals bij het opkomende verkeer van verkoudheidsvirussen, zouden kunnen worden aangeraden. Het kabinet en deskundigen hebben hierover nog geen duidelijke richtlijnen, maar het is duidelijk dat het beleid in Nederland gevoelig is voor maatschappelijke en internationale ontwikkelingen.
Het mondkapjesbeleid in Nederland is in de loop van de coronapandemie veranderd van twijfel tot verplichting. Aan het begin was er weinig steun voor het algemeen gebruik van mondkapjes, maar naarmate de druk van maatschappelijke en internationale overwegingen toenam, werd het advies of verplichting ingevoerd in bepaalde contexten. In steden en bijvoorbeeld in het openbaar vervoer is het dragen van mondkapjes verplicht geworden, terwijl er ook kritiek is gebleven op het nut ervan.
De logistieke problemen met mondkapjestekorten in het begin van de pandemie lieten zien hoe kwetsbaar Nederland was voor mondiale ontwikkelingen. Tegelijkertijd bleek ook dat het beleid in Nederland gevoelig is voor maatschappelijke druk, zoals bijvoorbeeld het verbod op gezichtsbedekkende kleding. De huidige discussies over mondkapjes in de context van verkoudheidsvirussen laten zien dat het beleid in Nederland nog steeds in beweging is en gevoelig is voor nieuwe ontwikkelingen.