Institutioneel racisme in Nederland: een realiteit die niet onzichtbaar is

In Nederland wordt vaak gesproken over een land van tolerantie en inclusie, een land waar mensen van verschillende culturele achtergronden samen wonen en werken. Toch blijkt uit recente onderzoeken en praktijkvoorbeelden dat ook in dit land systematisch racisme aanwezig is. Dit artikel richt zich op de vormen van institutioneel racisme in Nederland, met aandacht voor de arbeidsmarkt, de politie, de medische sector, en het onderwijs. Het doel is om inzicht te geven in hoe racisme op systemische manier verankerd is in samenlevingsstructuren, en wat dit betekent voor mensen die het ervaren.

Wat is institutioneel racisme?

Institutioneel racisme is een vorm van discriminatie die zich niet op individueel niveau afspeelt, maar ingebed zit in de regels, structuren en praktijken van instellingen. Het betreft systematische uitsluiting of bevoordeelde behandeling van bepaalde groepen, vaak zonder dat dit bewust of expliciet is. In tegenstelling tot openbare vormen van racisme, is institutioneel racisme vaak subtieler en minder zichtbaar. Echter, het gevolg kan evenwel ernstig zijn voor de betrokken personen en hun gemeenschappen.

Institutioneel racisme in de arbeidsmarkt

Een van de duidelijkste vormen van institutioneel racisme in Nederland is de discriminatie op de arbeidsmarkt. Onderzoek door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) uit 2008 toont aan dat mensen met namen die duiden op een niet-westerse migratieachtergrond minder kans maken op een sollicitatiegesprek dan personen met Nederlandse namen. In dit experiment werden 1.300 identieke cv’s ingezonden, waarbij bij de ene versie een Nederlandse naam stond en bij de andere een naam met een andere etnische afkomst. De resultaten lieten zien dat mensen met namen die niet-westerse achtergronden suggereerden, ongeveer 16 procent minder kans hadden om uitgenodigd te worden voor een interview.

Deze ongelijkheid is vooral zichtbaar in sectoren waar veel contact met klanten is, zoals de horeca en de detailhandel. Werkgevers lijken in deze gevallen automatisch aan te nemen dat kandidaten met een Nederlandse naam beter geschikt zijn, zonder dat dit op feiten is gebaseerd. Dit leidt tot een systematisch nadeel voor mensen van niet-westerse afkomst, die opnieuw minder kans maken op een baan, waardoor hun inkomensniveau en sociaal welzijn verder worden beïnvloed.

Institutioneel racisme bij de politie

Een ander terrein waar institutioneel racisme zich manifesteert, is bij de politie. Volgens een rapport uit 2022 ervaren ongeveer een op de drie Turkse en Marokkaanse Nederlanders zich racistisch bejegend door de politie. Bij Surinaamse Nederlanders is dit percentage licht lager (ongeveer 25 procent), terwijl het bij Antilliaanse Nederlanders rond de 20 procent komt. Bij autochtone Nederlanders is dit slechts 4 procent. Deze cijfers duiden op een aanzienlijk verschil in hoe mensen van verschillende etnische achtergronden worden behandeld door de politie.

Deze ervaringen van discriminatie kunnen oplopen tot vertrouwenverlies in de politie en het justitiële systeem. Het feit dat mensen van niet-westerse afkomst vaker worden gecontroleerd, zonder dat dit noodzakelijk is, leidt tot frustratie en een gevoel van onveiligheid. Het vertrouwen in de politie is van groot belang voor de samenleving als geheel, omdat dit essent is voor de veiligheid en de cohesie van gemeenschappen.

Racisme in de medische sector

Een minder zichtbaar maar evenwel belangrijk terrein waar racisme zich manifesteert, is de medische sector. Tot voor enkele jaren werd een medische richtlijn gebruikt die voor mensen van het “negroïde ras” andere berekeningsmethoden toepaste bij testuitslagen voor chronische nierschade. Dit betekent dat patiënten van bepaalde etnische achtergronden op basis van hun ras automatisch anders werden behandeld, zonder dat dit per patiënt beoordeeld werd. Hoewel deze richtlijn inmiddels is aangepast, toont dit voorbeeld aan hoe verankerd racisme kan zijn in medische standaarden.

Dit soort praktijken heeft uiteraard gevolgen voor de gezondheid van betrokken personen. Als medische uitslagen worden vertekend door etnische vooroordelen, kan dit leiden tot verkeerde diagnoses, onnodige behandelingen of zelfs het negeren van ernstige aandoeningen. In een samenleving waar gezondheid een fundamentele rechtenvraag is, duidt dit op een ernstig probleem.

Racisme in het onderwijs

Hoewel niet expliciet genoemd in de beschikbare informatie, zijn er aanwijzingen dat ook in het onderwijs institutioneel racisme aanwezig is. In vele scholen zijn leerlingen van niet-westerse afkomst oververtegenwoordigd in groepen met minder ambities of in beroepsgerichte opleidingen. Hoewel dit niet altijd expliciet gebeurt, kan het wel het gevolg zijn van onbewuste vooroordelen of systematische structuren die bepalen welke leerlingen welke kansen krijgen. Dit kan leiden tot een kloof in opleidingsniveau en kansen op een goede baan, wat op zijn beurt weer invloed heeft op inkomensniveaus en sociale status.

De rol van taal en traditie

Institutioneel racisme in Nederland is niet alleen te vinden in instellingen, maar ook in de taal en tradities. Eén van de bekendste voorbeelden is het figuur van Zwarte Piet, een karikatuur die in de huid van zwarten geshminkt wordt en die in de kersttijd wordt verbeeld als een hulpje van Sinterklaas. Hoewel de overheid geen officiële afstand heeft genomen van deze traditie, is er wereldwijd en binnen Nederland veel kritiek op gekomen. De discussie over Zwarte Piet is een duidelijk voorbeeld van hoe bepaalde tradities verankerd zijn in culturele vooroordelen en stereotypen.

Daarnaast is er aandacht voor het gebruik van taal. In diverse sectoren, zoals de reclame of de media, zijn er voorbeelden van beeldvorming die op bepaalde groepen een negatieve invloed kan hebben. Deze beeldvorming kan indirect leiden tot discriminatie of versterken van vooroordelen.

De rol van overheidsinstellingen

Een andere vorm van institutioneel racisme is te vinden in overheidsprocedures. Zo blijkt uit onderzoek dat mensen met een tweede nationaliteit vaker onder de loep komen van de Belastingdienst. Hun aangifte wordt strenger gecontroleerd dan die van personen met enkel een Nederlandse nationaliteit. Dit betekent dat mensen van bepaalde achtergronden automatisch verondersteld worden te voldoen aan bepaalde criteria, zonder dat dit per individu beoordeeld wordt. Ook hier is het belang van gelijke behandeling en gelijke kansen een centrale aandachtspunt.

Samenwerking en oplossingsgerichte benaderingen

Hoewel de problematiek van institutioneel racisme in Nederland duidelijk is, zijn er ook voorbeelden van samenwerking en oplossingsgerichte benaderingen. Zo zijn er handleidingen en richtlijnen ontwikkeld voor gemeenten en instellingen om te leren omgaan met raciale overlast en discriminatie. De casus van Waspik, waarin een Liberiaans gezin anderhalf jaar lang werd bejegend, heeft geleid tot onderzoek en praktische handreikingen voor gemeenten. Deze richtlijnen bieden concrete stappen om conflicten te voorkomen en om samenlevingsvorming te bevorderen.

Een voorbeeld van zo’n handreiking is de publicatie “Bouwstenen voor sociale stabiliteit” uit 2011, waarin gebleken is hoe gemeenten effectief kunnen werken aan het voorkomen van racisme. Deze publicatie benadrukt de rol van de gemeente als regiehouder bij het oplossen van sociale problemen.

De rol van burgers en samenleving

Institutioneel racisme is niet uitsluitend een probleem van overheidsinstellingen of bedrijven. Het is ook een maatschappelijke kwestie. Burgers, ondernemers en organisaties kunnen een rol spelen bij het veranderen van structuren en praktijken die discriminatie bevorderen. In de afgelopen jaren zijn er demonstraties geweest in steden als Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Maastricht en Eindhoven, waar honderden mensen de straat opgingen tegen racisme en voor gelijkwaardige behandeling.

Hoewel deze beweging gedeeltelijk gericht was op de gebeurtenissen in de Verenigde Staten, zoals de dood van George Floyd, was het duidelijk dat ook in Nederland het probleem van racisme aan de orde was. Het feit dat duizenden mensen de straat opgingen duidt op een verandering in bewustwording en bereidheid tot verandering.

Conclusie

In Nederland is institutioneel racisme een realiteit die niet onzichtbaar is. Hoewel het niet altijd in de vorm van openbare vormen van discriminatie zich manifesteert, blijkt uit onderzoek en praktijkvoorbeelden dat bepaalde groepen systematisch nadeel ondervinden in diverse terreinen van het maatschappelijke leven. Of het nu gaat om de arbeidsmarkt, de politie, de medische sector of de taal en tradities, racisme is verankerd in structuren die niet automatisch duidelijk worden.

De rol van overheidsinstellingen, burgers en samenleving is essentieel bij het veranderen van deze realiteit. Door te investeren in bewustwording, onderwijs en samenwerking, kan Nederland een stapje dichter komen bij een maatschappij die daadwerkelijk inclusief en gelijkwaardig is voor alle mensen.

Bronnen

  1. Racisme in Nederland: cijfers en feiten
  2. Institutioneel racisme in Nederland: wat het is en waar het zit
  3. White Lives Matter-extremisten willen racisme normaliseren
  4. Kijktip: Oplossen uit Giethoorn

Related Posts