MKB-Gids in Nederland: Belangrijk Hulpmiddel of Risico op Oplichting?
juli 14, 2025
De luchtkwaliteit in Nederland blijkt niet overal gelijk. Uit recente onderzoeken is gebleken dat de lucht in veel steden, vooral in de Randstad en Noord-Brabant, sterk vervuild is door fijnstof en stikstofdioxide. Deze verontreinigingen kunnen zowel kort- als langdurige gezondheidseffecten veroorzaken. Het journalistiek platform Pointer heeft recent cijfers van het RIVM geanalyseerd, waaruit duidelijk blijkt dat in een aantal gemeenten de luchtkwaliteit ruim boven de WHO-advieswaarden ligt.
Pointer heeft een vervuilingsscore gecreëerd door de concentraties van fijnstof (PM2.5) en stikstofdioxide (NO2) te combineren en deze te vergelijken met de WHO-advieswaarden. Hieronder volgt een overzicht van de tien gemeenten met de meeste vuile lucht in Nederland:
Gemeente | Vervuilingsscore |
---|---|
Schiedam | 2,15 |
Rijswijk | 2,08 |
Ridderkerk | 2,04 |
Delft | 2,03 |
Utrecht | 2,01 |
Papendrecht | 2,01 |
Vlaardingen | 2,01 |
Rotterdam | 2,00 |
Barendrecht | 1,99 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 1,98 |
Deze lijst wordt gedomineerd door gemeenten in Zuid-Holland. Slechts één gemeente, Utrecht, komt uit een andere provincie. De hoge vervuilingsscores duiden op een aanzienlijk overschot aan fijnstof en stikstofdioxide in de lucht. Deze stoffen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door verkeer (weg-, rail- en scheepvaart), industrie en landbouwactiviteiten.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is luchtvervuiling wereldwijd een van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid. In Nederland leidt luchtvervuiling jaarlijks tot duizenden vroegtijdige overlijdens. Mensen die langdurig blootgesteld worden aan hoge concentraties fijnstof en stikstofdioxide lopen een groter risico op astma, hart- en vaatziekten, beroertes en longkanker. Kinderen en ouderen zijn hierbij extra kwetsbaar.
Onderzoeker Rob Beelen heeft in interviews met de NOS aangegeven dat het risico dat iemand sterft door fijnstof met 7 procent toeneemt per stijging van 5 mcg/m³. Dat betekent dat het verschil in risico tussen een drukke straat in de stad en een plek zonder verkeer aanzienlijk is. De GGD schat dat Nederlanders gemiddeld tien maanden vroeger sterven door vervuilde lucht. Bovendien kost luchtverontreiniging de samenleving miljarden aan zorg en ziekteverzuim.
De hoofdoorzaken van fijnstof in Nederland zijn het verkeer (weg-, rail- en scheepvaart), industrie en landbouw. Voor fijnstof PM10 is het verkeer verantwoordelijk voor ongeveer 29% van de uitstoot, terwijl landbouw en industrie elk ongeveer 19% en 18% van de uitstoot veroorzaken. Voor fijnstof PM2.5 is het verkeer de grootste bron (35%), gevolgd door consumentenactiviteiten (35%) en industrie (17%). Voor stikstofoxiden (NO2) is het vooral wegverkeer (70%) en landbouw (12%) die de belangrijkste bronnen vormen.
De hoge concentraties fijnstof in steden worden verder versterkt door de aanwezigheid van luchthavens zoals Schiphol en scheepshavens. Ook de dichte bevolkingsdichtheid en het grote aantal industriële activiteiten in de Randstad spelen een rol in de hoge luchtvuiling.
De Randstad en Noord-Brabant scoren slechter dan andere delen van Nederland op het vlak van luchtkwaliteit. Uit een kaart van de fijnstof concentratie in Nederland blijkt dat de hoogste waarden voorkomen rondom de Randstad. Deze gebieden worden sterk beïnvloed door drukke snelwegen, grootschalige industrieën en een hoge bevolkingsdichtheid. De aanwezigheid van luchthavens en scheepshavens versterkt dit probleem.
In Amsterdam is de luchtvervuiling nog steeds een groot probleem, vooral door het wegverkeer en de nabijheid van Schiphol. Ook Rotterdam en Den Haag hebben te maken met luchtverontreiniging, voornamelijk door industriële activiteiten.
Naast lokale bronnen zoals verkeer en industrie, spelen ook buurlanden een rol in de luchtkwaliteit in Nederland. De bijdrage van buurlanden, gezamenlijk met lokale bronnen en de aard van secundaire fijnstof, zorgt voor hogere concentraties in het zuiden en oosten van Nederland. Secundaire fijnstof ontstaat namelijk door chemische reacties tussen gassen en al aanwezige deeltjes in de atmosfeer. Deze processen worden versterkt door de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden.
In 2030 moeten alle EU-lidstaten voldoen aan strengere luchtkwaliteitsnormen. In reactie daarop zijn veel gemeenten, zoals Rotterdam, al begonnen met maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen omvatten het inrichten van milieuzones, het invoeren van schone bussen en het verplicht aanleggen van walstroom voor schepen. Toch blijven de uitdagingen groot, zeker in dichtbevolkte en economisch drukke gebieden.
Luchtreinigers zijn een mogelijke oplossing voor het probleem van fijnstofvervuiling, vooral in gebieden waar het niet mogelijk is om alle bronnen van vervuiling volledig te elimineren. Deze apparaten kunnen fijnstofdeeltjes uit de lucht filteren en zo bijdragen aan een betere luchtkwaliteit. Echter, dit is geen oplossing voor het hele land en moet worden gezien als een aanvullende maatregel.
Hoewel de Randstad en Noord-Brabant de meeste luchtverontreiniging vertonen, zijn er ook regio's in Nederland waar de luchtkwaliteit aanzienlijk beter is. De Waddeneilanden, zoals Vlieland en Terschelling, scoren hoog op het gebied van luchtkwaliteit vanwege minimale vervuiling en gunstige geografische ligging. Ook steden zoals Heerlen, Den Haag en Groningen scoren goed, vooral vanwege lage fijnstofconcentraties en succesvolle stedelijke planning.
Luchtkwaliteitsmeters bieden real-time gegevens om vervuiling te meten en kunnen helpen bij het ondernemen van preventieve acties. Deze meters worden steeds vaker gebruikt in steden en gemeenten om de luchtkwaliteit te monitoren en maatregelen te nemen waar nodig.
De luchtkwaliteit in Nederland blijkt sterk te variëren per regio. In steden zoals Schiedam, Rijswijk en Rotterdam is de luchtvuiling aanzienlijk hoger dan in andere delen van het land. De hoofdoorzaken van deze vervuiling zijn verkeer, industrie en landbouw. Deze verontreinigingen kunnen zowel kort- als langdurige gezondheidseffecten veroorzaken, met kinderen en ouderen als extra kwetsbare groepen.
Maatregelen zoals het invoeren van milieuzones, schone bussen en luchtreinigers kunnen helpen bij het verbeteren van de luchtkwaliteit. Toch blijven de uitdagingen groot, zeker in dichtbevolkte en economisch drukke gebieden. In 2030 moeten alle EU-lidstaten voldoen aan strengere luchtkwaliteitsnormen, wat betekent dat gemeenten nu al actie moeten nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren.