Extra Beveiliging in het Openbaar Vervoer: Uitdagingen en Maatregelen in Nederlandse Steden

Het openbaar vervoer in Nederland speelt een essentiële rol in de maatschappelijke en economische cohesie. Het is een voorziening die mensen in staat stelt om werk, zorg, onderwijs en plezier te bereiken. Echter, in recente jaren zijn er zorgen opgekomen over de veiligheid en de bereikbaarheid van het openbaar vervoer. In dit artikel bespreken we de maatregelen die worden overwogen of al uitgevoerd worden om de beveiliging van het openbaar vervoer te verbeteren, en waar die initiatieven vooral worden getroffen. De nadruk ligt op de situatie in steden en het landelijke gebied, met aandacht voor de maatschappelijke gevolgen van een verslechterende bereikbaarheid.

Actieve Maatregelen voor Extra Beveiliging

In meerdere steden in Nederland zijn concrete maatregelen genomen of worden proeven gepland om de beveiliging van het openbaar vervoer te verbeteren. Volgens een woordvoerster van FMN, de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, zijn in steden zoals Dordrecht en Tilburg reeds afspraken gemaakt met politiekorpsen om het aantal incidenten in bussen te beperken. In Den Bosch, Almere en Gouda worden vergelijkbare proeven voorbereid.

De maatregelen die voor deze steden worden overwogen, zijn gericht op het verhogen van de beveiliging van passagiers en chauffeurs. Denk hierbij aan extra surveillances in bussen door agenten in uniform en in burger. Ook is er sprake van onherkenbare politiebusjes die achter bussen rijden, zodat snel kan worden ingegrepen bij incidenten. Deze aanpak is geïnspireerd door succesvolle ervaringen in Londen en Liverpool, waar vervoersbedrijf Arriva al eerder gebruik heeft gemaakt van dergelijke methoden.

Naast deze praktische maatregelen is er ook sprake van een verantwoordelijkheidsverdeling tussen politie en vervoerbedrijven. De centrale politiefunctionaris die op landelijk niveau is aangesteld, speelt een belangrijke rol in het coördineren van deze inspanningen. Deze functionaris onderzoekt of het aantal incidenten daadwerkelijk is toegenomen of of het slechts gaat om een toegenomen meldingsgraad door chauffeurs. Tot enkele jaren geleden werd bijvoorbeeld een incident als “gespuug in het gezicht van de chauffeur” vaak niet doorgegeven. Dit wijst op het feit dat de perceptie van veiligheid en betrouwbaarheid van het openbaar vervoer niet alleen van het aantal incidenten afhankelijk is, maar ook van hoe incidenten worden gemeld en beoordeeld.

De Rol van het Kabinet en de Sector

Het kabinet heeft duidelijk gemaakt dat het openbaar vervoer veilig moet zijn, zowel voor reizigers als voor medewerkers. In 2023 is er een plan opgesteld, dat in samenwerking met de sector ontwikkeld wordt, om de veiligheid in het openbaar vervoer te verbeteren. Dit plan omvat het verstevigen van handhaving, waarmee overlastgevers en notoire zwartrijders sneller worden aangepakt.

Een belangrijk aspect van dit plan is het delen van gegevens over overlastgevers en zwartrijders binnen de sector. Dit zou kunnen leiden tot een efficiëntere aanpak van herhaalde incidenten en een betere preventie. Daarnaast wordt er gewerkt aan concrete maatregelen, zoals de bredere invoering van bodycams voor servicepersoneel van de NS. Deze maatregelen zijn bedoeld om zowel reizigers als medewerkers te beschermen en om de rechtszekerheid te verhogen.

Het kabinet wil ook dat belangrijke voorzieningen voor alle Nederlanders bereikbaar blijven. Daarom is het verbeteren van het openbaar vervoer in landelijke gebieden een prioriteit. Afspraken worden gemaakt met medeoverheden over het behouden van belangrijke busverbindingen tussen dorpskernen. Hierbij wordt ook gekeken naar slimme combinaties van openbaar vervoer, zoals regiotaxi’s, met doelgroepvervoer en deelmobiliteit. In het najaar van 2024 is er een planningsgesprek met decentrale overheden over effectieve maatregelen voor beter openbaar vervoer in landelijke gebieden.

De aanpak in Zeeland wordt als voorbeeld genoemd. In deze regio is een specifieke focus op het verbeteren van het openbaar vervoer, wat als een model kan dienen voor andere regio’s.

De Toekomst van Stad en Landelijke Verbindingen

In de afgelopen decennia is de demografische ontwikkeling in steden sterk veranderd. Het aantal inwoners van steden is aanzienlijk toegenomen, wat leidt tot nieuwe uitdagingen en kansen voor mobiliteit. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van stedelijk personenverkeer in Nederland. Uit dit onderzoek blijkt dat het mobiliteitsgedrag van stedelingen zich sterk verschilt van dat van mensen in het platteland.

In stedelijke centra is er een groter gebruik van fietsen en openbaar vervoer, terwijl de auto minder vaak gebruikt wordt. Deze trend wordt sterker in de vier grote steden, waar het centrale deel van de stad duidelijk groter is dan in andere agglomeraties. De ruimtelijke verschillen in mobiliteitsgedrag worden duidelijker, en in steden is er een duidelijke richting naar duurzamere vervoerswijzen.

Deze ontwikkelingen zijn positief voor het klimaat en voor de leefbaarheid van steden. Echter, ze stellen ook nieuwe eisen aan de infrastructuur en het openbaar vervoer. Het is daarom belangrijk dat zowel stedelijke als landelijke verbindingen betrouwbaar en toegankelijk zijn. Het kabinet streeft ernaar om in 2026 een besluit te nemen over de principes van marktordening op het spoor na 2033, als de concessie voor het hoofdrailnet afloopt. Dit betreft een langdurige strategie om het spoor toekomstbestendig te maken.

Verkeersluchthavens en Grensoverschrijdend Vervoer

Nederland is een land dat sterk afhankelijk is van goede verbindingen, zowel intern als internationaal. Het kabinet wil een voorstel opstellen over grensoverschrijdend spoorvervoer, inclusief de aansluiting van vijf Nederlandse treinstations op stations van hogesnelheidslijnen in omliggende landen. Dit zou de bereikbaarheid van Nederland verder vergroten en de concurrentiepositie sterken.

Daarnaast wordt er gekeken naar slimme maatregelen om files en drukte in steden te verminderen. Dit omvat onder andere snellere afhandeling van wegverstoringen. Ook wordt gekeken naar maatregelen om de trend van toenemende verkeerslachtoffers om te keren. Deze maatregelen zijn onderdeel van een bredere strategie om mobiliteit duurzaam en veilig te maken.

De Toestand van het Openbaar Vervoer en de Moeilijkheden

Hoewel er veel maatregelen worden genomen om het openbaar vervoer veiliger en betrouwbaarder te maken, zijn er ook zorgen over de huidige toestand. Uit onderzoek van het PBL blijkt dat het openbaar vervoer in veel delen van Nederland sinds 2012 versoberd is. Dit betekent dat er op veel plekken minder bussen rijden dan vroeger. Voor mensen die aangewezen zijn op het openbaar vervoer of op de fiets, betekent dit extra moeite om bijvoorbeeld naar het ziekenhuis of naar werk te gaan.

In regio’s zoals Zeeland en bij laagopgeleiden is de situatie het meest precair. Voorbeelden van de problemen die mensen ervaaren, zijn het ontbreken van bussen in de avonduren, wat het sociale leven beknotten. Ook is er sprake van een soort van “isolement” voor mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer, zoals verteld door Margreet Westkapelle. Voor haar is het bijvoorbeeld een hele dag nodig om vanaf Zeeuws-Vlaanderen naar De Kuip te komen om voetbal te kijken.

Het kabinet is zich ervan bewust dat het openbaar vervoer niet alleen een logistieke uitdaging is, maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat iedereen veilig, betaalbaar en binnen een redelijke tijd zijn of haar bestemming kan bereiken. In dit kader is er een duidelijke focus op het verbeteren van het ov in landelijke gebieden, waar het verloren gaat aan bereikbaarheid.

De Oproep Tot Samenwerking en Investeringen

Tegen deze achtergrond pleiten FNV-bestuurders Henri Janssen en Marijn van der Gaag voor een gezamenlijke inspanning van politiek en sector om de achteruitgang van het openbaar vervoer te stoppen. Ze stellen voor dat de politiek investeert in betere, snellere en 25% extra verbindingen tussen stad en platteland. Volgens hen is een betrouwbaar en betaalbaar openbaar vervoer het sleutel voor het klimaat, wonen, werken, de economie en sociale cohesie.

De investeringen in het openbaar vervoer zijn niet alleen van belang voor het milieu, maar ook voor de economische en sociale integratie. Door mensen de auto te laten blijven staan, draagt het openbaar vervoer bij aan een minder verkeersdrukte, minder luchtverontreiniging en een sterke mobiliteitssector. In dit opzicht is het openbaar vervoer een cruciale publieke voorziening die niet alleen het transport mogelijk maakt, maar ook de samenleving verbindt.

Conclusie

Het openbaar vervoer in Nederland staat op een kruispunt. Aan de ene kant zijn er maatregelen genomen en worden er proeven uitgevoerd om de beveiliging van het vervoer te verbeteren. Aan de andere kant is er sprake van een verslechterende bereikbaarheid, vooral in landelijke gebieden. Het is duidelijk dat het openbaar vervoer niet alleen een logistieke voorziening is, maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Door samenwerking tussen kabinet, sector en medeoverheden, en met investeringen in betere verbindingen, kan het openbaar vervoer weer een betrouwbare, veilige en betaalbare optie worden voor Nederlanders. In dit kader is het belangrijk om ook aandacht te besteden aan de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking, en om slimme combinaties van ov te onderzoeken.

Bronnen

  1. Proeven met meer beveiliging op bussen
  2. Investeer in beter en betaalbaar ov
  3. Verkenning stedelijk personenverkeer in Nederland
  4. Regeerprogramma 3b: Infrastructuur, openbaar vervoer en luchtvaart
  5. Bereikbaarheid voorzieningen groeit probleem Nederland

Related Posts