Middeleeuws Reenactment in Nederland: Reizen door de Geschiedenis
juli 14, 2025
In 2019 bleek de luchtkwaliteit in Nederlandse steden nog steeds van belang voor zowel de milieubeurten als de gezondheid van inwoners. Fijnstof en stikstofdioxide bleken de meest voorkomende vervuilende stoffen, met name in stedelijke gebieden. De data van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), satellietmetingen via Tropomi en andere bronnen leverden inzicht in de concentraties van deze stoffen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de luchtkwaliteit in Nederlandse steden in 2019, met een focus op fijnstof (PM10), stikstofdioxide (NO2) en de oorzaken van luchtverontreiniging.
De stedelijke gebieden in Nederland vertonen in 2019 duidelijke patronen van luchtvervuiling. De concentraties van zowel fijnstof als stikstofdioxide zijn hoger in steden dan op landelijke locaties. Dit komt grotendeels door het verkeer, dat een belangrijke bron is van deze vervuilende stoffen. Onder andere wegen, industriële activiteiten en houtstook bijdragen aan het probleem.
De kaarten van het RIVM tonen duidelijk aan dat in 2019 steden als Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven hogere concentraties fijnstof en stikstofdioxide vertoonden. Deze steden zijn niet alleen drukke woon- en werkomgevingen, maar ook centra voor industriële activiteiten en logistiek. De haven van Rotterdam is bijvoorbeeld een groot bronpunt van emissies, evenals het vliegveld Schiphol.
In 2019 was de luchtkwaliteit in steden zoals Den Haag en Amsterdam nog steeds niet optimaal. Op bepaalde plekken, vooral langs drukke wegen en in industriegebieden, werden fijnstofconcentraties gemeten die het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) overschreden. Deze waarden konden een risico vormen voor de gezondheid, met name voor kinderen en ouderen, die gevoeliger zijn voor luchtvervuiling.
Fijnstof, of PM10, is een van de belangrijkste luchtvervuilende stoffen in stedelijke gebieden. Het gaat om deeltjes kleiner dan 10 micrometer, die diep in de longen kunnen terechtkomen en gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. In 2019 waren de concentraties van fijnstof in Nederlandse steden gemiddeld hoger dan in landelijke regio’s.
Volgens de data van het RIVM was fijnstof in 2019 vooral aanwezig in steden, grote veestallen en industriegebieden. De kaarten tonen dat steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam in 2019 hogere concentraties PM10 vertoonden. Deze steden zijn druk door verkeer, wat een belangrijke bron van fijnstof is. Daarnaast kunnen activiteiten zoals houtstook en vuurwerk ook bijdragen aan fijnstofconcentraties.
De jaarwisseling in 2020 (die in 2019 eindigde) had ook invloed op de fijnstofconcentraties. In het eerste uur na de jaarwisseling in 2020 waren fijnstofconcentraties hoger dan normaal. De piek in fijnstof was gemiddeld 651 µg/m³ op stedelijke meetpunten, terwijl dit historisch gemiddeld 532 µg/m³ was. De hoogste gemeten concentratie in 2020 was in Den Haag (1929 µg/m³), terwijl de laagste concentraties gemeten werden in steden zoals Arnhem en Breda (onder de 100 µg/m³). Deze schommelingen in concentraties tonen aan dat zowel lokale als tijdsgebonden factoren een rol spelen in de luchtkwaliteit.
Stikstofdioxide (NO2) is een andere belangrijke luchtvervuilende stof, vooral in stedelijke omgevingen. In 2019 was de concentratie van NO2 in Nederlandse steden in 2019 hoger dan in landelijke regio’s. De data van het RIVM en Tropomi laten zien dat NO2-concentraties vooral hoog zijn langs drukke wegen en in stedelijke centra.
In 2019 was NO2-concentratie in steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag duidelijk hoger dan in landelijke regio’s. De kaarten tonen rode lijnen langs drukke wegen, die het hoge gehalte aan NO2 in de lucht aanduiden. Dit komt doordat NO2 in de uitlaatgassen van verkeer zit. Onder andere zware vrachtwagens, personenauto’s en motorfietsen zijn verantwoordelijk voor deze emissies. Daarnaast is industrie ook een bron van NO2.
De satellietwaarnemingen van Tropomi tonen duidelijk aan dat de concentraties van NO2 in 2019 hoger waren in verstedelijkte gebieden. In vergelijking met landelijke regio’s is de luchtkwaliteit in steden dus aanzienlijk slechter.
De luchtvervuiling in stedelijke gebieden in Nederland in 2019 kan worden toegeschreven aan meerdere oorzaken. De belangrijkste bron is het verkeer. Auto’s, vrachtwagens, motorfietsen en openbare transportmiddelen stoten fijnstof en stikstofdioxide af. Deze stoffen blijven langer in de lucht hangen in steden vanwege de gebouwen en het gebrek aan natuurlijke ventilatie.
Daarnaast zijn industriële activiteiten een belangrijke bron van luchtvervuiling. De haven van Rotterdam en industriële zones in steden zoals Eindhoven en Utrecht leveren een aanzienlijk deel van de emissies in Nederland. Ook houtstook en vuurwerk dragen bij aan fijnstofconcentraties. In het kader van de jaarwisseling in 2020 (die in 2019 eindigde), werden fijnstofconcentraties verhoogd door vuurwerk en vreugdevuren.
Het RIVM benadrukt dat verkeer en industrie samen verantwoordelijk zijn voor de meeste luchtvervuiling in steden. Deze factoren zijn dus cruciale aandachtpunten bij het verbeteren van de luchtkwaliteit in stedelijke gebieden.
Hoewel de data van 2019 centraal staat in dit artikel, is het ook interessant om kijk te nemen naar de veranderingen in luchtkwaliteit in de coronajaren 2020 en 2021. In deze jaren was de luchtvervuiling in Nederland aanzienlijk gedaald ten opgevolge van lockdownmaatregelen en minder verkeer. De satellietwaarnemingen van Tropomi tonen duidelijk aan dat de concentraties van NO2 in 2020 en 2021 met ongeveer 20% gedaald waren ten opzichte van 2019. In het voorjaar van 2020 waren de afnames zelfs hoger, met concentratiedalingen tussen -18 en -30%. Voor fijnstof was de afname in het voorjaar van 2020 ongeveer -20%.
Deze dalingen tonen aan dat maatregelen zoals minder verkeer en lockdowns een directe invloed hebben op de luchtkwaliteit. In de coronajaren was er dus een duidelijke verbetering van de luchtvervuiling in Nederlandse steden. Dit suggereert dat het mogelijk is om de luchtkwaliteit in steden te verbeteren door verkeer te verminderen en alternatieve vervoersmiddelen aan te moedigen.
De data van 2019 en de veranderingen in de coronajaren tonen aan dat er behoefte is aan duurzame maatregelen om de luchtkwaliteit in Nederlandse steden te verbeteren. Het RIVM en andere instellingen benadrukken het belang van verkeersbeperkingen, de uitbreiding van elektrische voertuigen en investeringen in duurzame energie.
In 2019 was de luchtkwaliteit in steden nog steeds niet optimaal. De data van de WHO en het RIVM tonen aan dat er verbeteringen nodig zijn om het advies van deze organisaties te halen. Onder andere verkeersbeperkingen in stedelijke centra en het aanmoedigen van fietsen en wandelen kunnen een positief effect hebben op de luchtkwaliteit.
Daarnaast is het belangrijk om bewust te zijn van lokale bronnen van luchtvervuiling, zoals houtstook en industriële activiteiten. Beleid dat gericht is op het verminderen van emissies en het verbeteren van de luchtkwaliteit kan een positief effect hebben op de gezondheid van inwoners en het milieu.
In 2019 vertoonden Nederlandse steden duidelijke tekenten van luchtvervuiling. De concentraties van fijnstof en stikstofdioxide waren hoger in stedelijke gebieden dan in landelijke regio’s. De belangrijkste bronnen van luchtvervuiling waren verkeer en industriële activiteiten. De data van het RIVM, Tropomi en andere bronnen tonen aan dat de luchtkwaliteit in steden in 2019 nog steeds verbetering behoefde. De coronajaren lieten echter zien dat maatregelen zoals verkeersbeperkingen en lockdowns een directe invloed hebben op de luchtkwaliteit. In de toekomst is het belangrijk om duurzame maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit in stedelijke gebieden te verbeteren.